Gepubliceerd: 9 april 2020
Indiener(s): Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen: economie energie natuur en milieu overige economische sectoren
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35435-2.html
ID: 35435-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie te wijzigen in verband met de implementatie van richtlijn nr. richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PbEU 2012, L 315);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 worden de volgende onderdelen toegevoegd:

i. energie-audit:

energie-audit als bedoeld in artikel 2 van richtlijn 2012/27/EU;

j. grote onderneming:

onderneming die geen micro, kleine of middelgrote onderneming is als bedoeld in artikel 2 van richtlijn 2012/27/EU;

k. richtlijn 2012/27/EU:

richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PbEU 2012, L 315);

B

Na hoofdstuk 2 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 2A ENERGIEBESPARING DOOR GROTE ONDERNEMINGEN

Artikel 18

  • 1. Grote ondernemingen ondergaan tenminste eens per vier jaar een energie-audit en sturen daarvan een verslag aan Onze Minister.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, stuurt een onderneming, uiterlijk op 31 december 2020 het verslag van een energie-audit aan Onze Minister indien de onderneming niet voor 31 december 2016 het verslag van een energie-audit aan het bevoegd gezag heeft toegestuurd.

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over:

    • a. de wijze waarop de energie-audit wordt uitgevoerd;

    • b. eisen aan het verslag van de energie-audit;

    • c. de wijze waarop het verslag van de energie-audit aan Onze Minister wordt verstuurd.

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing van energie- of milieubeheersystemen of keurmerken waarmee invulling kan worden gegeven aan de auditverplichting.

  • 5. Onze Minister stelt de verslagen van de energie-audits die voldoen aan de eisen, gesteld krachtens het derde lid, ter beschikking aan bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorganen.

Artikel 18a

  • 1. Voor het verslag van een energie-audit dat is toegestuurd aan het bevoegd gezag, als bedoeld in artikel 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, gelden de eisen zoals deze golden op het moment van toesturen van het verslag.

  • 2. Een verslag van een energie-audit dat voor 1 juli 2019 is toegestuurd aan het bevoegd gezag, als bedoeld in artikel 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt geacht tevens te zijn toegestuurd aan Onze Minister.

C

Artikel 23 komt te luiden:

Artikel 23

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 18, is belast Onze Minister.

  • 2. Onze Minister kan een last onder dwangsom opleggen ter zake van een overtreding van het bij of krachtens artikel 18 bepaalde.

ARTIKEL II

In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie «de artikelen 10, 11, tweede en derde lid, 12, 13, 16, tweede tot en met vijfde lid, en 33, tweede en derde lid;» vervangen door «de artikelen 10, 11, tweede en derde lid, 12, 13, 16, tweede tot en met vijfde lid, 18, eerste en tweede lid, en 33, tweede en derde lid;».

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,