Vastgesteld 14 april 2020
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 10 april 2020 voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën. Bij brief van 14 april 2020 zijn ze door de Staatssecretaris van Financiën beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
Vraag 1
Hoe wordt, gegeven de volgende passage, de evaluatie om te beslissen of verlenging noodzakelijk is van deze regeling precies uitgevoerd: «Door middel van frequente rapportages vanuit de private verzekeraars afzonderlijk krijgen wij inzicht in de ontwikkeling van de portefeuille. In deze rapportage staan onder andere de uitgekeerde schade, vorderingen, inkomsten en aangegane verplichtingen vermeld. Daadwerkelijk evalueren of de regeling een succes is lijkt niet zo makkelijk, aangezien er geen nulmeting kan worden gedaan. Het doel van de regeling is immers het voorkomen dat de kortlopende omzetmarkt stilvalt doordat limieten op leverancierskredieten beëindigd worden. Het meten of dit voorkomen is vanwege invoering van deze regeling valt lastig te meten.»?
Antwoord op vraag 1
De beslissing om te verlengen hangt in eerste instantie af van de ontwikkeling van de economische omstandigheden, maar ook wat staatssteunrechtelijk vanuit de Europese Commissie wordt toegestaan. Indien de Commissie niet langer overheidsingrijpen toestaat in kortlopende verzekeringen zal de herverzekering door de Staat moeten eindigen. Of de markt genormaliseerd is valt op te maken uit de rapportages van de verzekeraars. Wanneer de zogeheten claims-ratio (dit is de verhouding van de claims ten opzichte van de ontvangen premie) is gedaald naar gebruikelijke niveaus kan de portefeuille weer worden overgedragen aan verzekeraars, zonder dat het gevaar bestaat dat deze grootschalig limieten afbouwen. Dit zal plaatsvinden in overleg met de verzekeraars, maar de Staat kan eenzijdig besluiten tot verlenging of beëindiging van de herverzekering.
Vraag 2
Welke lessen heeft men geleerd van de uitvoering van de Tijdelijke Aanvullende Staatskredietverzekering (TASK) anders dan dat de huidige regeling ook toegepast zal worden voor kredieten die beëindigd worden in plaats van enkel verlaagd?
Antwoord op vraag 2
De TASK regeling is indertijd weinig gebruikt. Uit gesprekken met verzekeraars worden daarvoor de volgende redenen aangedragen: TASK was te laat, te ingewikkeld, te duur en voorzag niet in de mogelijkheid om dekking te bieden op geheel afgebouwde limieten. Indien toestemming van de Europese Commissie wordt verkregen is deze herverzekering veel sneller ingevoerd, nog voordat op grote schaal limieten zijn afgebouwd. Doordat de hele portefeuille wordt overgenomen is deze herverzekering administratief eenvoudiger. Bij TASK moest de verzekerde voor elke limiet die de overheid afgaf (door een verdubbeling van de limiet van de verzekeraar) toestemming geven en instemmen met de beduidend hogere premie. De premies blijven nu gelijk, omdat niet wordt ingegrepen in de contracten tussen verzekeraar en verzekerde. Door het herverzekeren van de portefeuille hoeven limieten in eerste instantie – behoudens als een bedrijf ophoudt te bestaan of anderszins geheel niet meer in staat is om te betalen – niet naar 0 teruggebracht te worden. In de bovengenoemde tekortkomingen van TASK is dus voorzien.
Vraag 3
Hoe wordt de Kamer, lopende de regeling, op de hoogte gehouden over de werking ervan, ook gegeven de onzekerheid rondom de kosten van de regeling? Wanneer verwacht u de Kamer te kunnen informeren om zo meer zekerheid te geven over de kosten van de regeling?
Antwoord op vraag 3
Wanneer de herverzekeringsovereenkomsten getekend zijn en toestemming van de Europese Commissie is verkregen, zal de Kamer geïnformeerd worden door middel van een brief. De Kamer wordt tevens op de reguliere begrotingsmomenten geïnformeerd over de raming van de verwachte schade-uitkering, premieontvangsten en schade-restituties. De reguliere begrotingsmomenten zijn de ontwerpbegroting, de eerste en tweede suppletoire begroting, jaarverslag en slotwet.
Vraag 4
Worden de adviezen, waarvan u verwacht dat ze komende weken allemaal worden afgerond, na afronding ook in het geheel aan de Kamer gestuurd?
Antwoord op vraag 4
Wanneer de herverzekeringsovereenkomsten getekend zijn en toestemming van de Europese Commissie is verkregen, zal de Kamer geïnformeerd worden door middel van een brief. In de brief zal ook worden ingegaan op het advies van de juridische en financiële adviseurs en over de voorwaarden in de overeenkomsten, die voor elke private verzekeraar hetzelfde zijn.
Vraag 5
Met welke ondernemingen die kredietverzekeringen aanbieden is door de diverse ministeries gesproken over de vormgeving van de regeling?
Antwoord op vraag 5
Er is overleg geweest met alle volgens het Verbond van Verzekeraars in Nederland actieve kredietverzekeraars: Atradius, Euler Hermes, Coface, Mercury, Nexus en Credendo.
Vraag 6
Is het mogelijk om de verlenging van de herverzekering, waartoe uiterlijk drie maanden voor het einde van het jaar besloten zal worden, ook voor een aantal maanden te doen of dient dit wederom voor minimaal een jaar te gebeuren?
Antwoord op vraag 6
Ja het is ook mogelijk om dit voor een aantal maanden te doen. Hoe lang een eventuele verlenging zal duren hangt onder andere af van de ontwikkeling van de pandemie, de economische omstandigheden, maar ook wat staatssteunrechtelijk wordt toegestaan.
Vraag 7
Wordt er een analyse gemaakt van de risico’s dat minder verantwoord gedrag uit het verleden van de verzekeraar nu wordt beloond door het overnemen van de portefeuilles? Hoe wordt hierbij gekeken naar factoren als bijvoorbeeld gemiddeld prijsniveau en polislimieten en hun bijdrage aan de claims ratio?
Antwoord op vraag 7
De gehele portefeuille van de private verzekeraars wordt herverzekerd, zowel de goede als de slechte risico’s. Alle risico’s waren vóór de sluitingen door corona voor deze winstgevende verzekeraars acceptabele risico’s, de verslechteringen zijn dus het gevolg van corona en daar is deze maatregel voor bedoeld. Daarom is ook gekozen om deze herverzekering met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 in te laten gaan. Alle in Nederland actieve kredietverzekeraars die onder toezicht staan komen in aanmerking voor een overeenkomst.
Vraag 8
Hoe wordt ervoor gewaakt dat de regeling de concurrentie op de markt op de (middel-)lange termijn niet beschadigt?
Antwoord op vraag 8
De herverzekering staat open voor alle in Nederland actieve kredietverzekeraars die onder toezicht staan. Alle overeenkomsten met verzekeraars zijn tegen exact gelijke voorwaarden, waaronder de looptijd van de overeenkomst. De markt in Nederland wordt daarmee dus voor de toekomst zo goed mogelijk gewaarborgd.
Vraag 9
Komen alle krediet(her)verzekeraars die onder toezicht staan van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in aanmerking voor de regeling of wordt hier een andere selectieprocedure op toegepast? Zo ja, welke krediet(her)verzekeraars komen in aanmerking?
Antwoord op vraag 9
Alleen kredietverzekeraars die een vergunning van DNB hebben om in Nederland verzekeringen aan te bieden of die op basis van een Europees paspoort hun diensten in Nederland mogen aanbieden, komen voor de herverzekering in aanmerking. Deze staan ook onder gedragstoezicht van de AFM. De grootste kredietverzekeraars bieden in Nederland kredietverzekeringen aan op basis van een Europees paspoort en staan niet onder prudentieel toezicht van DNB.
Vraag 10
Hoe zal de AFM, gegeven de unieke situatie en de unieke maatregel, de komende tijd toezicht houden op de markt? Hoe wordt hierbij samengewerkt met buitenlandse toezichthouders, daar sommige krediet(her)verzekeraars ook deels onder buitenlands toezicht staan?
Antwoord op vraag 10
Het bestaande toezicht en de verdeling van bevoegdheden zijn onverkort van kracht. De AFM bepaalt haar prioriteiten door voortdurend te analyseren welke problemen in de markt de meeste risico’s met zich mee brengen. De AFM richt zich op die zaken waar de meeste schade voor consumenten, beleggers en marktpartijen bestaat of kan ontstaan. Op nieuwe en toekomstige risico´s wordt zoveel mogelijk geanticipeerd. De AFM zet haar middelen daar in waar dat het meest noodzakelijk is. Daarbij probeert de AFM een goed evenwicht te bewaren tussen het oplossen van bestaande problemen en het voorkomen van nieuwe problemen.
EIOPA, het samenwerkingsverband van Europese toezichthouders op de verzekeringsmarkt, waarin ook DNB en de AFM deelnemen, heeft een statement gepubliceerd t.a.v. wat van verzekeraars en bemiddelaars in verzekeringen wordt verwacht onder de uitzonderlijke omstandigheden van de Corona-uitbraak. Zij worden geacht consumenten duidelijk en tijdig te informeren over hun contractuele rechten, consumenten eerlijk te behandelen en rekening te houden met hun belangen. Voor zover het nodig wordt geacht producten aan te passen, dient dit te gebeuren aan de van de wettelijke eisen die gelden t.a.v. productontwikkeling. De verwachtingen uit het statement gaan over de bescherming van consumenten maar kunnen evengoed gelden voor zakelijke cliënten.
Vraag 11
Wordt toezicht gehouden op de huidige acceptatiegraad van de krediet(her)verzekeraars zodat er geen misbruik gemaakt kan worden door grote spelers op de markt door nu met staatsgaranties compleet andere polissen aan te bieden waardoor andere krediet(her)verzekeraars uit de markt gedreven worden?
Antwoord op vraag 11
De herverzekering staat op gelijke voorwaarden open voor alle verzekeraars. Onderdeel van de overeenkomst is dat er niets veranderd wordt aan de lopende verzekeringsovereenkomsten. Voor nieuwe polissen- zie ook het antwoord op vraag 48 – gaan waarschijnlijk iets afwijkende voorwaarden gelden, maar ook die voorwaarden zijn gelijk voor alle verzekeraars. Voor alle polissen die de kredietverzekeraars aanbieden geldt dat die onder normale omstandigheden ook acceptabel zijn voor hen, aangezien de portefeuille na aflopen van de overeenkomst weer in de boeken van de private verzekeraar valt. De Staat krijgt op basis van de (nog te sluiten) overeenkomsten alle noodzakelijk informatie en heeft de bevoegdheid om een accountant de boeken te laten inzien bij de verzekeraars. Mocht een partij zich niet houden aan de voorwaarden uit de overeenkomst dan kan nakoming worden gevorderd en bij geschillen kan arbitrage worden ingeroepen.
Vraag 12
Is er, gelijk aan de TASK-regeling in het verleden, contact geweest met de Europese Commissie over deze regeling en kan deze (juridische gezien) op goedkeuring rekenen?
Antwoord op vraag 12
Net zoals de TASK-regeling in het verleden, zal ook deze afspraak tot herverzekering moeten worden gemeld bij en goedgekeurd door de Europese Commissie. Het notificatietraject bij de Europese Commissie zal op korte termijn starten en gelijktijdig verlopen met het opstellen van de herverzekeringsovereenkomsten. Notificaties van maatregelen die genomen worden wegens de pandemie worden, ongeacht of zij onder het tijdelijke staatssteunkader passen, versneld behandeld door de Europese Commissie. Hoeveel tijd de Europese Commissie nodig zal hebben, valt niet met zekerheid te zeggen, maar mogelijk wordt de besluitvorming binnen enkele weken afgerond Externe juridische adviseurs voorzien de Staat hierbij van advies. Zie ook vraag 44.
Vraag 13
Hoeveel heeft de TASK-regeling de Nederlandse staat toentertijd in totaal gekost en opgeleverd?
Antwoord op vraag 13
De Staat heeft voor de TASK-regeling in totaal c.a. € 0,5 mln. aan premie ontvangen en c.a. € 0,3 mln. aan schade uitbetaald. Zie hiervoor ook de jaarverslagen van de Financiënbegroting IXB artikel 5.
Vraag 14
Welke afspraken zijn gemaakt met krediet(her)verzekeraars en wat gebeurt er indien partijen zich niet aan de gemaakte afspraken houden?
Antwoord op vraag 14
Met alle deelnemende kredietverzekeraars wordt een overeenkomst gesloten. Deze overeenkomsten bevat alle noodzakelijke voorwaarden. Te denken valt aan de hoogte van de uitvoeringskostenvergoeding (die zo veel mogelijk op kostendekkende basis zal worden vastgesteld), de underwriting guidelines, de wijze waarop alle inkomsten en uitgaven worden verrekend, alle voorwaarden rond inwerkingtreding, verlenging en beëindiging, of de voorwaarden die verder aan verzekeraars worden opgelegd (zie onder meer de antwoorden op vragen 18 en 25).
De Staat krijgt op basis van de (nog te sluiten) overeenkomsten alle noodzakelijk informatie en heeft de bevoegdheid om een accountant de boeken te laten inzien bij de verzekeraars. Mocht een partij zich niet houden aan de voorwaarden uit de overeenkomst dan kan nakoming worden gevorderd en bij geschillen kan arbitrage worden ingeroepen.
Vraag 15
Op welke wijze wordt uitvoering gegeven aan de terugwerkende kracht die de maatregel behelst? Hoe wordt omgegaan met reeds ingetrokken kredieten?
Antwoord op vraag 15
De herverzekering ziet op alle leveringen die hebben plaatsgevonden vanaf 1 januari 2020. De openstaande betalingen en achterstanden op basis van leveringen in 2019 vallen dus niet onder de herverzekering. Limieten kunnen om verschillende (reguliere) redenen worden ingetrokken of aangepast, met als duidelijkste voorbeeld het failliet gaan van een bedrijf. De jaarcijfers over 2019 kunnen ook reden zijn voor verzekeraars om limieten aan te passen (zowel omhoog als omlaag). Er kan dus niet gesteld worden dat alle reeds ingetrokken kredietlimieten worden hersteld, maar dat is wel zo veel mogelijk het uitgangspunt.
Vraag 16
Wat verstaat u onder mkb-ondernemers? Kunt u uitleggen welke omzet, aantal personeelsleden etc. volgens u bij een mkb-onderneming horen?
Antwoord op vraag 16
Voor de herverzekering maakt het niet uit of bedrijven tot het mkb of tot het grootbedrijf behoren. De Staat herverzekert de gehele portefeuilles van de verzekeraars vanaf 1-1-2020. De circa 400.000 bedrijven (waarvan er 75.000 in de problemen dreigen te komen) – in binnen- en buitenland – waarop limieten zijn afgegeven vallen voor een groot deel onder het mkb; dit valt af te leiden uit de gemiddelde benutting van de limieten van circa 100.000 euro per bedrijf. Welk percentage van de 400.000 bedrijven tot het mkb behoort is niet bekend.
Vraag 17
Kunt u onderbouwen dat kredietverzekeraars werkelijk genoodzaakt zijn hun belangen af te bouwen?
Antwoord op vraag 17
De betalingsrisico’s die de kredietverzekeraars verzekeren zijn in veel sectoren van de economie verslechterd. In theorie heeft een verzekeraar die deze risico’s verzekert twee «knoppen om aan te draaien»: de premie die de verzekeraar in rekening brengt en de risico’s die worden afgedekt. De premies liggen echter vast; de verzekeringsovereenkomsten hebben een looptijd van een of twee jaar en kunnen op het punt van de premie niet worden aangepast. Dan rest de verzekeraar bij verslechtering van de risico’s als enige maatregel het terugbrengen van de dekking. Dit is in de periode 2008–2010 eveneens op grote schaal gebeurd en probeert de Staat nu te voorkomen gezien de grote economische schade die dit oplevert.
Vraag 18
Wat krijgt de samenleving terug voor het feit dat deze garant staat? Hebt u bijvoorbeeld met de verzekeraars afgesproken dat er geen ontslagen vallen, en er geen uitzendkrachten niet meer worden ingehuurd?
Antwoord op vraag 18
Zie het antwoord op Kamervraag 19.
Vraag 19
Hebt u kredietverzekeraars gevraagd iets terug te doen voor de samenleving vanwege het feit dat deze garant staat voor zo'n groot bedrag? Zo neen, waarom niet?
Antwoord op vraag 18 en 19
Met de verzekeraars waarmee overeenkomsten worden gesloten worden op dit moment afspraken gemaakt over beperkingen ten aanzien van het uitkeren van dividenden en het toekennen van bonussen aan het management in Nederland. Het doel van de regeling is om onnodig faillissement van vele bedrijven en het verlies van banen voorkomen.
Vraag 20
In welke orde van grootte vallen de 75.000 bedrijven? Hoeveel directe werkgelegenheid leveren deze op, en hoeveel indirecte?
Antwoord op vraag 20
Op dit moment hebben wij geen inzicht in de grootte van de bedrijven en de verhouding mkb – niet-mkb in de portefeuille van de private verzekeraars. Echter, de gemiddelde limietafgifte ligt rond 100.000 euro. Het zal daarom voornamelijk om mkb-bedrijven gaan. We hebben de intentie alleen de verzekeringen over te nemen van Nederlandse polishouders, dat wil zeggen de toeleveranciers. Deze 15.000 leveranciers leveren aan ongeveer 400.000 bedrijven in binnen- en buitenland. Zonder overheidsingrijpen vervalt de dekking op ongeveer 75.000 bedrijven (van de 400.000), wat gevolgen heeft voor de liquiditeit van deze bedrijven. Vaak zullen deze ondernemingen dan stoppen of alleen onder directe betaling zaken kunnen doen. De hoeveelheid werkgelegenheid die hiermee gemoeid is – en die zich niet alleen in Nederland bevindt maar ook in alle landen waaraan geleverd wordt, is niet bekend.
Vraag 21
Is de werkwijze gelijk aan de exportkredietverzekering? Wat zijn de verschillen? Kunnen bedrijven ook van beide gebruik maken?
Antwoord op vraag 21
De werkwijze is geheel anders dan bij de exportkredietverzekering. De herverzekering leverancierskredieten is daarom ook als aparte garantie opgenomen op de Financiënbegroting. Voor de exportkredietverzekering (ekv) treedt de Staat op als verzekeraar en is Atradius Dutch State Business de uitvoerder. Er is bij de herverzekering leverancierskredieten, anders dan bij de ekv, geen rechtstreekse overeenkomst tussen de verzekerde en de Staat.
Bij de ekv gaat het vrijwel altijd om (middel)lange exportkredieten voor grote bedragen. Ter vergelijking: het uitstaande obligo onder de ekv is circa 16 miljard euro verdeeld over iets meer dan 400 verzekeringen en dekkingstoezeggingen (gemiddeld 40 miljoen euro), terwijl het bij de kortlopende leverancierskredietverzekeringen gaat om op dit moment uitstaand obligo van circa 44 miljard euro verdeeld over 400.000 bedrijven (gemiddeld 110.000 euro). De gemiddelde looptijd bij de ekv is drie tot vijf jaar, bij de kortlopende kredietverzekeringen is dat dertig tot zestig dagen. Ten slotte is er bij de ekv altijd sprake van een exporttransactie en vindt de verzekering plaats op basis van een enkele transactie, terwijl hier zeker 30% van de verzekerde omzet binnenlands is en verzekerden hun hele omzet voor zover deze kwalificeert onderbrengen in plaats van een enkele transactie.
Bedrijven kunnen in principe van beide instrumenten gebruik maken maar uiteraard niet voor dezelfde transactie. De ekv is vooral toepasbaar voor dure kapitaalgoederen en grote dienstencontracten terwijl de kortlopende kredietverzekeringen vooral consumentengoederen dekken.
Vraag 22
Welke bedrijven zullen ervan gebruikmaken? Mkb’ers of grote bedrijven?
Gaat het om nationaal of internationaal opererende bedrijven?
Antwoord op vraag 22
Het is de bedoeling dat de gehele portefeuille van de private verzekeraars in herverzekering genomen worden. Op dit moment hebben wij geen inzicht in de verhouding mkb – niet-mkb in de portefeuille van de private verzekeraars. Echter, de gemiddelde limietafgifte ligt rond € 100.000. Het zal daarom voornamelijk om mkb-bedrijven gaan. De 15.000 leveranciers leveren aan ongeveer 400.000 bedrijven. Ongeveer 30% van deze omzet is binnen Nederland, het overgrote andere deel heeft betrekking op Duitsland, België, Frankrijk en het VK.
Vraag 23
Gaat u ervoor zorgen dat de private verzekeraars uiteindelijk alles zullen terugbetalen, zodat er geen sprake kan zijn van private winsten in goede tijden maar publieke lasten wanneer het tegenzit?
Antwoord op vraag 23
De private verzekeraars hebben geen directe voordelen van de herverzekering door de staat. Voor het herverzekeren ontvangt de staat alle premies die normaal gesproken aan de verzekeraars ten deel zouden vallen. De verzekeraars ontvangen enkel een vergoeding voor de uitvoeringskosten, de administratieve kosten voor het afsluiten van de (onderliggende) verzekeringen. Deze zal op kostendekkende basis worden vastgesteld. Er zijn dus geen private winsten (bij de verzekeraars). Hier zal door een accountant op toe worden gezien.
De herverzekering komt ten goede aan de verzekerde bedrijven en hun klanten. Met deze herverzekering wordt namelijk bereikt dat de verzekeraars de limieten van voor de crisis overeind houden zodat de grote hoeveelheid leverancierskredieten die normaal door deze verzekeraars mogelijk worden gemaakt behouden blijven. Zonder herverzekering zouden de verzekeraars de afgelopen weken begonnen zijn met het snel en massaal afbouwen van hun openstaande posities, in elk geval in de meest getroffen sectoren. Daardoor dreigt een systeemrisico in deze sectoren: door het afbouwen van de limieten kunnen bedrijven geen gebruik meer maken van leverancierskredieten, zich niet meer bevoorraden en zijn ze ook niet langer in staat om, als overheidsmaatregelen zoals gedwongen sluitingen weer worden verlicht, opnieuw inkomsten te genereren waarmee ze aan hun verplichtingen kunnen voldoen.
Vooruitlopend op het sluiten van een overeenkomst hebben de verzekeraars ander gedrag vertoond dan zij normaal zouden hebben gedaan. Als prudent opererende verzekeraars hadden ze hun posities moeten afbouwen, maar dat is niet gebeurd. In feite hebben ze daarmee geaccepteerd dat ze verliezen lijden op hun portefeuilles, in de wetenschap dat een herverzekeringsovereenkomst met de Staat zou worden gesloten. Het is niet meer dan redelijk om deze verliezen, die geleden worden om het door de Staat beoogde doel van het in stand houden van limieten, onderdeel te laten zijn van de herverzekering. Anders hadden de afgelopen weken de verzekeraars wel prudent moeten acteren en was al meer schade geleden bij bedrijven dan nodig. Winsten worden zoals hiervoor gesteld niet gemaakt, omdat alle inkomsten moeten worden afgestaan en enkel de kosten worden vergoed.
Vraag 24
Wat zijn de (financiële) consequenties voor de verzekeraars?
Antwoord op vraag 24
Zie het antwoord op Kamervraag 23.
Vraag 25
Kunt u aangeven hoeveel premie er reeds is geïnd door de overheid?
Antwoord op vraag 25
De herverzekering leverancierskredieten is nog niet in werking getreden. Dit volgt nadat de aan uw parlement voorgelegde incidentele suppletoire begroting (ISB) is goedgekeurd, de contracten met de private verzekeraars zijn getekend en er goedkeuring is van de Europese Commissie op het gebied van staatssteun. Op dit moment zijn er dus nog geen premies bij de Staat binnen gekomen.
Vraag 26
In hoeverre zijn er (financiële) randvoorwaarden (hierbij dient gedacht te worden aan het limiteren van bonussen, dividenden, verwerven van (eigen) aandelen, arbeidsvoorwaarden van (tijdelijke) werknemers e.d.) verbonden aan de toekenning van de staatsgarantie voor de krediet(her)verzekeraars?
Antwoord op vraag 26
Zie het antwoord op de Kamervragen 18 en 19 en op 23 en 24.
Vraag 27
Is er overwogen om enkel garant te staan voor het als gevolg van de crisis niet-rendabele deel van de openstaande portefeuilles van de krediet(her)verzekeraars? Zo ja, waarom is hier niet voor gekozen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 27
Hier is niet voor gekozen om twee redenen. Ten eerste zou dit ongunstig zijn voor de Staat. Door de gehele portefeuilles te herverzekeren komen alle premies ten gunste van de Staat, ook de premies die betrekking hebben op risico’s die niet verslechteren. Mede daarom is ervoor gekozen om de herverzekering met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 in te laten gaan. Zoals in het antwoord op vraag 17 is aangegeven is het niet mogelijk de premies in de lopende verzekeringsovereenkomsten aan te passen. Als de Staat alleen de slechte risico’s zou overnemen zou het verlies dus hoger oplopen.
Ten tweede veronderstelt het aanbrengen van een onderscheid ten aanzien van risico’s die door de crisis zijn verslechterd dat dit onderscheid scherp kan worden gemaakt. Dat kan in de praktijk echter niet altijd precies worden vastgesteld. De ervaringen met TASK – zie het antwoord op vraag 2 – hebben geleerd dat het van belang is om snel en administratief eenvoudig in te grijpen en dat het dus effectiever is om een gehele herverzekering in te voeren.
Vraag 28
Kunt u een lijstje geven met alle EU-lidstaten die een vergelijkbare regeling voor herverzekering leverancierskrediet en/of exportkredieten hebben, of in overweging hebben?
Antwoord op vraag 28
De landen om ons heen hebben te maken met dezelfde problemen waarvoor nu de herverzekering leverancierskrediet wordt ingericht. Om die reden is vanuit de verschillende lidstaten gepleit voor het opschorten van de «mededeling kort» van de Europese Commissie. Deze mededeling verbiedt normaalgesproken het van overheidswege in verzekering nemen van kortlopende transacties in EU- en OESO-landen, omdat dergelijke transacties door de private markt gedekt worden onder normale omstandigheden. Met het opschorten van de mededeling, wordt het voor EU-lidstaten mogelijk gemaakt om in te grijpen en zo de economie te ondersteunen. Frankrijk en Denemarken zijn reeds gestart met zogenaamde topping up maatregelen, Duitsland heeft net als ik voor een herverzekering van het leverancierskrediet gekozen. De maatregelen van deze landen zijn al goedgekeurd door de Europese Commissie. Ambtelijk is vernomen dat mogelijk meer landen volgen met het soort maatregel als de herverzekering leverancierskrediet.
Vraag 29
Zijn deze crisismaatregelen in principe toegankelijk voor alle ondernemingsvormen en rechtspersonen?
Antwoord op vraag 29
Zowel voor de verzekerden als voor hun klanten waarop limieten worden afgegeven geldt dat ze moeten beschikken over een KvK-nummer (of buitenlands equivalent).
Vraag 30
Waarom moeten kredietverzekeraars hun blootstelling op een groot deel van de door de COVID-19-maatregelen getroffen bedrijven per direct afbouwen?
Antwoord op vraag 30
Zie het antwoord op Kamervraag 17.
Vraag 31
Wat is het verschil tussen de voorgestelde garanties à 12 miljard euro en de garanties die de Nederlandse overheid in de kredietcrisis aan banken verschafte voor slechte leningen?
Antwoord op vraag 31
In de kredietcrisis heeft de Staat een portefeuille die bestond uit Amerikaanse hypotheken voor 80% overgenomen van ING (de «Alt-A-portefeuille»). De overeenkomst met deze herverzekering is dat alle inkomsten en uitgaven voor het overgenomen deel ook toen ten gunste dan wel ten laste van de Staat kwamen en gingen. Het essentiële verschil – afgezien van het feit dat die portefeuille bestond uit langlopende hypotheken en deze uit kortlopende kredietverzekeringen – was dat het toen om een statische portefeuille ging – er kwam geen hypotheek meer bij – terwijl het nu juist de bedoeling is van het overheidsingrijpen dat er nog altijd nieuwe betalingsverplichtingen worden aangegaan en afgedekt. Indertijd was ingrijpen beoogd om een systeembank te beschermen, nu gaat het echter niet om het beschermen van de verzekeraars maar om de bedrijven die gebruik maken van de kredietverzekeringen, zowel de leveranciers als hun klanten.
Vraag 32
Zijn er naast deze overheidsgaranties voor herverzekeraars ook overheidsgaranties nodig voor banken?
Antwoord op vraag 32
Ja, in reactie op de COVID-19 crisis is het garantie-instrumentarium dat gericht is op bancaire financiering verruimd. Zie voor meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/04/07/kamerbrief-maatregelen-ondernemers (2020D13456).
Vraag 33
Waarom zijn de voorgestelde garanties nodig aangezien de kern van een verzekeraar is dat ze risico’s verzekeren die niet individueel gedragen kunnen worden? Kan dit niet door de verzekeraars zelf gedragen worden?
Antwoord op vraag 33
In normale tijden dragen de verzekeraars de risico’s zelf. Zoals in onder andere het antwoord op vraag 17 is aangegeven zullen de verzekeraars gezien de verslechterde betalingsrisico’s hun posities afbouwen en dus de limieten terugbrengen. Een andere optie is er voor hen zonder overheidsingrijpen niet. Het effect daarvan zou zijn dat de verzekerde bedrijven niet langer op hun verzekering kunnen terugvallen indien hun klanten op krediet bestellingen doen. Dat risico zal doorgaans onacceptabel zijn voor de leveranciers, zodat ze niet langer bereid zijn op krediet te leveren en enkel nog op basis van directe betaling bedrijven zullen willen bevoorraden. Juist de bedrijven die het hardst getroffen zijn door de crisis en dus geen of weinig inkomsten hebben op dit moment, zullen daar niet toe in staat zijn. Daardoor ontstaat het gevaar dat bedrijven als de omstandigheden normaliseren niet meer open kunnen gaan, omdat ze niet meer bevoorraad kunnen worden. Omgerekend naar jaarbasis komt daardoor zeker 50 miljard euro aan leveringen tussen leveranciers en klanten in gevaar. Zowel de leveranciers als hun klanten kunnen daardoor in ernstige problemen komen.
Vraag 34
Is er sprake van bepaalde sectoren waarin de 75.000 bedrijven die worden geholpen actief zijn? Welke?
Antwoord op vraag 34
Deze bedrijven zijn actief in allerlei sectoren. Zie ook het antwoord op vraag 43 en 46.
Vraag 35
Heeft een eenmanszaak van een persoon die de pensioengerechtigde leeftijd al heeft bereikt, ook toegang tot de exportkredietverzekering en de herverzekering van leverancierskrediet?
Antwoord op vraag 35
Zoals in het antwoord op vraag 29 is aangegeven geldt zowel voor de verzekerden als hun klanten dat deze over een KvK-nummer (of buitenlands equivalent) moeten beschikken. De leeftijd van de eigenaar van een eenmanszaak doet niet ter zake.
Vraag 36
Op welke wijze is er sprake van coördinatie op Europees/internationaal niveau, bij het ontwerpen en bij het uitvoeren van de uitgebreide exportkredietverzekering?
Antwoord op vraag 36
Er wordt zowel op Europees als internationaal niveau informatie uitgewisseld tussen landen over welke crisismaatregelen worden genomen. Het ontwerp en de uitvoering van de maatregelen wordt door elk land zelfstandig gedaan. Daarnaast wordt bij de maatregelen rekening gehouden met de naar aanleiding van de pandemie aangepaste Europese regelgeving. Zo heeft de Europese Commissie de werking van de zogenaamde Mededeling Kort tijdelijk opgeschort, waardoor het mogelijk is kortlopende exporttransacties op EU- en OESO-landen in verzekering te nemen.
Vraag 37
Kunt u een breakdown geven van de 75.000 bedrijven voor wie volgens de memorie van toelichting «deze vorm van kredietverlening geheel dreigt te verdwijnen» (graag in elk geval op basis van omzet en rechtspersoon)?
Antwoord op vraag 37
Deze cijfers hebben wij niet, maar deze bedrijven zijn actief in allerlei sectoren, uiteenlopend van de lokale bloemenhandelaar tot grote horecaketens.
Vraag 38
Wat is de ondergrens van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)-provisie met inachtneming van de de-minimisdrempel?
Antwoord op vraag 38
Dit is afhankelijk van de bandbreedte van de omvang van de borgstellingskredieten die met de BMKB gedekt worden. Die loopt nu tot 1,5 miljoen euro. De BMKB-provisie voor ondernemingen die getroffen zijn door de uitbraak van het coronavirus is recent verlaagd naar 2%. Met dit percentage blijven ook ondernemers met een borgstellingskrediet van 1,5 miljoen euro onder de de-minimisdrempel van € 200.000. Op deze manier blijft de bandbreedte aan borgstellingskredieten die de BMKB kan dekken intact en blijft de regeling werkbaar.
Vraag 39
Wat zijn de budgettaire gevolgen van een verlaging van de BMKB-provisie naar 0%?
Antwoord op vraag 39
Als dit uitsluitend een budgettaire kwestie zou zijn, zou dit 4 miljoen euro kosten per 200 miljoen euro benutting. Bij het huidige garantieplafond van 1,5 miljard euro betreft dit in totaal een bedrag van 30 miljoen euro. De van toepassing zijnde staatssteunkaders en werkbaarheid van de regeling laten een verdere verlaging van de provisie naar 0% echter niet toe.
Vraag 40
Kunnen kredietinstellingen hun kredietvoorwaarden aanpassen, zodat ze impliciet profiteren van de voorgestelde regelingen? Op welke wijze monitort u of deze regelingen (onwenselijke) gevolgen heeft voor de rente en andere kredietvoorwaarden?
Antwoord op vraag 40
Nee, in de afspraken over de herverzekering die ik met kredietverzekeraars zal maken, komen ook afspraken over de verzekeringsvoorwaarden die deze kredietverzekeraars hanteren. Een harde voorwaarde is dat zij de verzekeringsvoorwaarden niet aanpassen. De kredietverzekeraars moeten verantwoording afleggen door middel van periodieke rapportages. De frequentie en inhoud van deze rapportages is nog onderwerp van gesprek.
Vraag 41
Kunnen verzekeraars in de komende periode (heden tot eind 2020) nieuwe verzekeringen aangaan? Zo ja, welke voorwaarden zijn hieraan verbonden? Zo nee, waarom niet en welke consequenties heeft dit voor sectoren en bedrijven die vooruitlopend op een mogelijke versoepeling van de regels ter bestrijding van COVID-19 nieuwe verplichtingen moeten aangaan? En zo nee, wat zijn de consequenties voor ondernemers? Kunt u hierbij ingaan op specifieke sectoren waar seizoensgebonden verplichtingen aangegaan moeten worden? Zijn er andere branches waar het niet kunnen aangaan van nieuwe kredietverzekeringen tot problemen kan leiden? Welke zijn dat?
Antwoord op vraag 41
Hierbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen nieuwe verzekeringen en nieuwe verplichtingen. Vanuit de aard van het product geldt bij kredietverzekeringen dat de verplichtingen doorrollen: een ondernemer doet een bestelling, krijgt deze op krediet geleverd, genereert omzet met de geleverde goederen en lost daarmee het krediet – de openstaande factuur – af en doet weer nieuwe bestellingen voor nieuwe voorraad. De herverzekering door de overheid is bedoeld voor het probleem dat ontstaat doordat deze keten doorbroken dreigt te worden. Immers, bedrijven die de afgelopen maand bevoorraad zijn of in elk geval nog facturen hebben openstaan zijn niet of nauwelijks in staat om die te voldoen omdat ze geen omzet draaien. Horecabedrijven die t.z.t. weer open mogen gaan zullen nieuwe voorraad nodig hebben. Door de overheid wordt veiliggesteld dat zij zich opnieuw kunnen laten bevoorraden op krediet en dat ze de tijd krijgen om weer voldoende inkomsten te genereren. Dit geldt dus ook voor seizoensgebonden verplichtingen. Modewinkels die de zomercollectie in willen kopen zullen deze moeilijk vooruit kunnen betalen door de sterk verminderde omzet, maar indien hun leverancier beschikt over een verzekering kan dit door de herverzekering door de overheid alsnog.
Voor nieuwe verzekeringen ligt het genuanceerder. Dan zou het dus gaan om leveranciers – niet hun klanten – die tot op heden een kredietverzekering niet nodig achten omdat ze alleen tegen contante betaling leveren. Het herverzekeren door de Staat – waardoor de verzekering als het ware meer waard wordt door het kleinere tegenpartijrisico – kan hier een aanzuigende werking hebben. Daarom wordt bekeken tegen welke voorwaarden dit zal worden toegestaan; het is denkbaar dat hierbij minder gunstige (herverzekerings)voorwaarden worden gehanteerd omdat de risico’s inmiddels zijn verslechterd.
Vraag 42
Kan worden aangeven of er kredietverzekeraars zijn die in de afgelopen weken kredietlimieten hebben ingetrokken of afgebouwd? Zo ja, hoe wordt in deze situaties omgegaan met de garantie herverzekering leverancierskredieten? Bent u bereid om afspraken te maken met de kredietverzekeraars indien dit nodig blijkt? Kunt u aangeven waar ondernemers in deze situatie zich kunnen melden?
Antwoord op vraag 42
Het uitgangspunt achter het overheidsingrijpen is dat er geen massale beslissingen worden genomen naar aanleiding van COVID19 op basis van een gebrek aan informatie. Zonder herverzekering door de Staat zouden verzekeraars gedwongen worden voor grote delen van sectoren de dekking af te bouwen, zonder onderliggende beoordeling van het risico op een individuele debiteur. In de overeenkomsten met de verzekeraars wordt het uitgangspunt van het vasthouden aan de limieten van begin dit jaar vastgelegd.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat verzekeraars om goede redenen limieten kunnen hebben aangepast van individuele bedrijven. Er zijn bijvoorbeeld bedrijven failliet gegaan. Het overeind houden van een limiet op een failliet bedrijf is zinloos en ook voor de Staat onverstandig. Er kan dus niet in zijn algemeenheid gesteld of geëist worden dat limieten niet worden aangepast.
Zie ook het antwoord op vraag 23.
Vraag 43
Waarom en op welke manier is de garantie herverzekering leverancierskredieten volgens u effectief in haar huidige omvang? Voor welke sectoren is deze garantstelling een oplossing?
Antwoord op vraag 43
Op jaarbasis wordt in Nederland circa 210 miljard euro aan omzet verzekerd door de kredietverzekeraars. De gemiddelde totale limietbenutting is circa 40 miljard euro. De private verzekeraars hebben alle sectoren van de economie verdeeld op effecten van het COVID-19 virus in groen (niet of nauwelijks geraakt, zoals de voedselketen), oranje (duidelijk geraakt, zoals huishoudelijke apparaten) en rood (ernstig geraakt, zoals horeca). Binnen deze sectoren is een indeling gemaakt naar de kredietwaardigheid van bedrijven pre-corona: bedrijven met een zeer gezonde positie in een rode sector zullen niet snel in problemen komen terwijl de slechtere risico’s uit de groene sectoren misschien wel in betalingsproblemen komen. Dat leidt tot een totaal aan blootstelling van de verzekeraars van 12 miljard euro, verdeeld over allerlei sectoren. In de rode sector zou zeker de helft van de bedrijven geraakt worden en in de oranje ruim 25%.
Vraag 44
Zijn er, naast de garantie herverzekering leverancierskredieten, andere onderdelen van deze tweede incidentele suppletoire begroting waar de Europese Commissie op toeziet in het kader van staatssteun? Wanneer verwacht u de goedkeuring van de Europese Commissie en hoeveel tijd is nodig om de garantstelling daadwerkelijk van kracht te laten worden?
Antwoord op vraag 44
Deze tweede incidentele suppletoire begroting ziet louter toe op de garantie herverzekering leverancierskredieten en de bijbehorende ontvangsten en uitgaven (premies, schades, recuperaties en uitvoeringskosten). Aan een notificatie van de garantiestelling voor de Europese Commissie wordt momenteel gewerkt. De Europese Commissie heeft aangegeven aanvragen zeer snel te kunnen afhandelen. Zie ook het antwoord op vraag 12.
Vraag 45
Kunt u een nadere onderbouwing geven van het verlies/afschrijving verzekeringen en eventueel andere risico's bij het overnemen van de portefeuille kredietverzekeringen?
Antwoord op vraag 45
Op basis van de herverzekeringsovereenkomsten heeft de Staat twee vormen van inkomsten en twee vormen van uitgaven: premies en recoveries versus schade-uitkeringen en vergoeding voor de verzekeraars. Het risico voor de Staat bestaat uit de omvang van de schade-uitkering (minus bijbehorende recoveries) en uit de hoogte van de te ontvangen premies (minus de kostenvergoeding). Deze bedragen zijn onzeker. Zie verder de antwoorden op de vragen 54 en 55.
Vraag 46
Op welke informatie baseert het ministerie dat er 75.000 bedrijven zijn waar afzet tot stilstand dreigt te komen?
Antwoord op vraag 46
De private verzekeraars hebben alle sectoren van de economie verdeeld in groen (niet of nauwelijks geraakt, zoals de voedselketen), oranje (duidelijk geraakt, zoals huishoudelijke apparaten) en rood (ernstig geraakt, zoals horeca). Binnen deze sectoren is een indeling gemaakt naar de kredietwaardigheid van bedrijven pre-COVID-19: bedrijven met een zeer gezonde positie in een rode sector zullen niet snel in problemen komen terwijl de slechtere risico’s uit de groene sectoren misschien wel in betalingsproblemen komen. Naar verwachting wordt ongeveer 30% van het uitstaand risico van de private verzekeraars door het COVID-19 virus geraakt. Dat komt overeen met 20–25% van de bedrijven waarop limieten zijn afgegeven: circa 75.000 bedrijven (van de 400.000) dreigen door het intrekken van limieten niet langer bevoorraad te worden.
Vraag 47
Kan uitgesplist worden in welke bedrijfstakken ondernemingen actief zijn die geraakt worden door de geschetste problematiek?
Antwoord op vraag 47
Zie de antwoorden op Kamervragen 34, 43 en 46
Vraag 48
Is er meer bekend over de mate waarin de door de ontwikkelingen geraakte leveranciers reeds gebruikmaken van andere noodregelingen en de mate waarin deze noodregelingen in staat zijn om klappen bij deze leveranciers op te vangen?
Antwoord op vraag 48
Deze informatie is niet bekend. Dan zouden de gegevens van de verzekeraars (de namen van de polishouders) en van de verschillende overheidsloketten met elkaar gecombineerd moeten worden. Overigens is het overheidsingrijpen zeker niet alleen gericht op de leveranciers maar ook op hun klanten. Het betalingsrisico en daarmee de potentiële schade voor de Staat ligt bij die klanten. Alle vormen van noodmaatregelen gelden daarbij als risico mitigerend voor de herverzekering. Een kledingwinkel die een beroep kan doen op de NOW (Noodmaatregel Overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid) bijvoorbeeld, zal reeds gedane en nieuwe, door de overheid herverzekerde, leveringen eerder terug kunnen betalen dan zonder die NOW. Andersom kan de herverzekering er bijvoorbeeld weer voor zorgen dat een BMKB-garantstelling minder snel wordt ingeroepen.
Vraag 49
Welke contractuele vrijheden liggen er in de regel aan ten grondslag dat verzekeraars in staat zijn om op korte termijn hun posities richting leveranciers af te bouwen dan wel in te trekken?
Antwoord op vraag 49
Kredietverzekeraars verstrekken hun diensten, net als elke andere verzekeraar, op basis van voorwaarden. Hierin ligt ook vast onder welke omstandigheden zij hun posities richting leveranciers kunnen afbouwen of intrekken. Zie ook vraag 42.
De herverzekering leverancierskredieten dient ertoe om ondernemingen die in principe gezond zijn, maar nu financieel in een lastiger pakket zijn gekomen, te ondersteunen om gebruik te kunnen blijven maken van de faciliteiten. Over het omgaan met limieten en het herbeoordelen hiervan worden contractuele afspraken gemaakt met verzekeraars en het Ministerie van Financiën zal op reguliere basis rapportages ontvangen. Het uitgangspunt achter het overheidsingrijpen is dat er geen massale beslissingen worden genomen naar aanleiding van COVID-19.
Vraag 50
Zijn er substantiële verschillen in de mate waarin verschillende aanbieders van kredietverzekeringen in staat zijn om op korte termijn hun posities af te bouwen dan wel in te trekken en zo ja, welke factoren liggen ten grondslag aan deze verschillen?
Antwoord op vraag 50
Nee, er zijn geen substantiële verschillen in de wijze waarop kredietverzekeraars kunnen omgaan met het afbouwen of intrekken van de verstrekte limieten.
Vraag 51
Is er meer bekend over de mate waarin huidige (private) aanbieders van herverzekeringen succesvol in staat zijn om kredietverzekeraars te bedienen om herverzekeringen af te sluiten teneinde te voorkomen dat kredietverzekeraars hun posities versneld afbouwen dan wel intrekken?
Antwoord op vraag 51
De kredietverzekeraars hebben allemaal herverzekeringen bij private partijen. Die private herverzekeraars zijn nog altijd in staat om de kredietverzekeraars van dekking te voorzien, maar zullen scherp erop toezien dat de kredietverzekeraars ingrijpen in verslechterde risico’s en dus hun posities afbouwen. Het herverzekeren door de overheid leidt er daarentegen toe dat voorkomen kan worden dat leveringen, die niet langer verzekerd worden, nog steeds kunnen worden gedaan.
Vraag 52
Waarop is de schatting gebaseerd dat er 12 miljard euro aan garantiestellingen nodig zal zijn om de geschetste problematiek adequaat te adresseren?
Antwoord op vraag 52
Zie het antwoord op Kamervraag 43.
Vraag 53
Zouden kredietverzekeraars nog meer bewogen kunnen worden om hun posities niet af te bouwen op het moment dat de totaalomvang van de garantie hoger zou zijn en waarom wel of niet?
Antwoord op vraag 53
De verzekeraars hebben aangegeven dat ze een dekking van 12 miljard nodig achten, omdat zij daarmee de gehele markt kunnen blijven bedienen zodat er geen onnodige economische schade optreedt. Aangezien de gehele portefeuilles van de verzekeraars worden herverzekerd – en dus niet alleen de tot op heden door COVID-19 getroffen sectoren of bedrijven – is er geen aanleiding om te veronderstellen dat een hoger garantiebedrag de verzekeraars nog meer zou bewegen om posities af te bouwen. De Staat zal op basis van de overeenkomsten op reguliere basis uitgebreide rapportages ontvangen en zal zo de markt blijven monitoren. Op basis van de overeenkomsten worden bovendien afspraken gemaakt over het omgaan met kredietlimieten, die zo veel mogelijk gelijk moeten blijven ten opzichte van voor COVID-19.
Vraag 54
Is de geraamde uitgave van 1.470 miljoen euro gebaseerd op de analyse van de externe adviseurs?
Antwoord op vraag 54
Alle relevante bedragen zijn gebaseerd op informatie van de verzekeraars. Daarbij moet aangetekend worden dat al deze bedragen – behalve de gevraagde omvang van de garantie van 12 miljard euro – met grote onzekerheden omgeven zijn. De premies zijn gebaseerd op de premies van 2019. Daar zit een neerwaarts risico in, omdat het gezien de crisis logisch lijkt dat de totale gedeclareerde omzet en daarmee de premies in 2020 lager zullen uitvallen. De kostenvergoeding voor de verzekeraars zal worden vastgesteld op basis van informatie van de verzekeraars over hun resultaten. Deze zal op zo veel mogelijk op kostendekkende basis worden vastgesteld.
De grootste onzekerheid zit bij de schades (en bijbehorende recoveries). Voor het beoordelen van de gevolgen voor de Staat hebben de verzekeraars een viertal scenario’s doorgerekend, drie van het CPB en een – het meest negatieve – van een consultancybureau, uitgaande van een krimp van het EU-bbp met 9,7%. De externe financieel adviseur heeft deze berekeningen beoordeeld. De groeicijfers zijn gecombineerd met historische gegevens over de verhouding tussen bbp-groei en faillissementen. Faillissementen kunnen vervolgens weer vertaald worden naar schade-uitkeringen. Afgezien van de grote onzekerheid ten aanzien van de bbp-groei is het ook lastig om op basis van historische gegevens deze te vertalen in schades. Immers, in de huidige omstandigheden worden bepaalde sectoren atypisch en asymmetrisch getroffen, in het bijzonder door gedwongen sluitingen. Het kan dus best zijn dat er nu veel meer faillissementen volgen. Daar staat weer tegenover dat er in alle landen waarnaar leveringen plaatsvinden overheidsingrijpen op ongekende schaal plaatsvindt om bedrijven te steunen. En de herverzekering zelf is ook bedoeld om faillissementen te voorkomen. Er zijn dus ook redenen waarom het mee zou kunnen vallen. Vanwege de grote onzekerheid, die ook door het CPB wordt geschetst, is niet goed te voorspellen welk scenario zich voor zal doen.
Vraag 55
Is er op het ministerie en/of door externe adviseurs een schatting gemaakt van de verwachte noodzakelijke omvang van de garanties en schade onder verschillende macro-economische scenario’s, zoals onder andere recentelijk uitgewerkt door het Centraal Planbureau, en zo ja, kan uiteengezet worden wat deze schattingen impliceren voor de mogelijke omvang van af te geven garanties en verwachte schade?
Antwoord op vraag 55
Zie het antwoord op Kamervraag 54.
Vraag 56
Kan een onderbouwing gegeven worden van de omvang van de verwachte inkomsten uit premies respectievelijk schaderestituties?
Antwoord op vraag 56
Zie het antwoord op Kamervraag 54.