Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 25 maart 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de economische noodmaatregelen van het kabinet zijn bedoeld om banen en inkomens te beschermen en de gevolgen voor grote en kleine bedrijven op te vangen;
overwegende dat in tijden van crisis de onderkant van de arbeidsmarkt het meest kwetsbaar is, zoals in de crisis van 2008 vooral zzp'ers, mensen met flexibele contracten en uitzendkrachten de gevolgen van de crisis hebben opgevangen in verlies aan werk en inkomen;
overwegende dat er door het (grote) bedrijfsleven de afgelopen jaren flinke winsten zijn gemaakt en er nu signalen zijn dat, ondanks de ruime crisisregelingen om banen en mensen te beschermen, bedrijven toch bezuinigen op flexibele arbeid;
verzoekt het kabinet, het bedrijfsleven daarop aan te spreken en de komende tijd in de gaten te houden dat het bedrijfsleven de kosten van de crisis niet onnodig afwentelt op de meest kwetsbare werknemers;
verzoekt het kabinet tevens, om bij de uitwerking van de crisisregelingen oog te hebben voor het beschermen van werk en inkomen van de meest kwetsbare mensen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Snels