Ontvangen 6 juli 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «tot incorporatie» vervangen door «tot tijdelijke incorporatie».
II
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De ernst van de dreiging van covid-19 zoals deze in het vroege voorjaar van 2020 werd ingeschat en de landelijke regie die noodzakelijk werd geacht om de pandemie te bestrijden, leidden eind januari 2020 tot het besluit dit virus te rangschikken onder groep A van de infectieziekten van de Wet publieke gezondheid (Wpg). Dit wetsvoorstel vormt daarvan het formele sluitstuk. Anderhalf jaar later, met inachtneming van de geleerde lessen en opgedane kennis, is er sprake van een nieuwe situatie. Een natuurlijk moment om opnieuw af te wegen of landelijke regie nog nodig is en of dit virus als zodanig daadwerkelijk nog onder groep A dient te vallen, is de besluitvorming omtrent verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm). Juridisch gezien kunnen de categorisering van covid-19 in groep A en de met de Twm voorgestelde maatregelen in principe los van elkaar bestaan. Indien echter de maatregelen genomen onder de Twm vervallen, ziet de indiener geen noodzaak voor het handhaven van de aanwijzing van covid-19 als A-ziekte. In deze context regelt dit amendement dat de aanwijzing van covid-19 als een infectieziekte behorend tot groep A afhankelijk is van het besluit om de geldingsduur van de Twm al dan niet te verlengen. Wanneer covid-19 uit groep A wordt geschrapt, is voor het opnieuw opvoeren ervan onder een van de groepen in de Wpg een wijziging van die wet nodig, al dan niet via de procedure van artikel 20 van de Wet publieke gezondheid.
Pouw-Verweij