Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 18 maart 2020

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg) tot incorporatie van de Regeling 2019-nCoV. Zij hebben hierbij nog enkele vragen. Deze leden vragen hoe de meldingsplicht van een categorie A ziekte, en dus het nieuwe coronavirus, zich nu verhoudt tot de gezinsleden en nauwe contacten van positief geteste mensen met corona. Deze mensen worden niet meer getest, maar zij worden beschouwd als positief. Wat betekent dat voor de meldingsplicht voor deze officieuze besmette patiënten?

In de memorie van toelichting lezen genoemde leden dat op moment van schrijven van deze toelichting nog niet duidelijk is hoe novel coronavirus (2019-nCoV) zich (mondiaal) gaat ontwikkelen en in hoeverre de inzet van de genoemde bevoegdheden in ons land ook werkelijk nodig zal blijken te zijn. Kan de regering toelichten in hoeverre de genoemde bevoegdheden nu ingezet zijn in ons land? Kan de regering daarbij toelichten tot hoe ver deze bevoegdheden reiken?

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wetswijziging van de Wpg. Deze leden hebben naar aanleiding hiervan de onderstaande opmerkingen en vragen.

Met deze wijziging van de Wpg is het coronavirus aangemerkt als behorende tot groep A van de Wpg. Hiermee zijn alle bepalingen van deze wet die gelden voor infectieziekten van toepassing verklaard op de bestrijding van dit virus. De leden van de SP-fractie vinden dit een zeer begrijpelijk besluit en steunen dan ook deze wetswijziging.

Door het opnemen van het coronavirus behorende tot groep A ontstaat (onder andere) de wettelijke meldingsplicht betreffende deze infectieziekte, zowel bij vermoeden als het vaststellen van het coronavirus. Is het correct dat bij het vermoeden van het coronavirus, dit inmiddels niet meer gemeld wordt door de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)? Al begrijpen deze leden dit besluit vanwege de extreme druk die het coronavirus met zich meebrengt, toch vragen zij hoe dit besluit zich verhoudt met de wetswijziging. Hoe verhoudt een meldingsplicht zich tot het besluit vanwege druk op de betreffende partijen om niet meer te melden? Indien het klopt dat de GGD niet langer meldt bij het RIVM, hoe staat het dan precies met de meldingsplicht van andere partijen (zoals de huisarts) richting de GGD? Wordt hier nog wel aan voldaan? Is dit nog te behappen door de GGD’en? De leden van de SP-fractie zijn van mening dat een meldingsplicht enkel van toegevoegde waarde is als ook daadwerkelijk getest kan worden. Wat is de reactie van de regering daarop, met name gezien de verschillende meldingen dat er een tekort is aan beschikbare testen? Hoe verhoudt een meldingsplicht voor het coronavirus zich tot een tekort aan coronatesten?

Een tweede bevoegdheid die geschapen wordt met deze wetswijziging is de bevoegdheid tot isolatie van personen. Kan aangegeven worden hoe vaak er inmiddels gebruik is gemaakt van deze bevoegdheid? Voor welke periode worden deze verplichte isolaties opgelegd en hoe wordt ervoor gezorgd dat mensen zich ook aan deze opgelegde isolatie houden?

De voorzitter van de commissie, Lodders

Adjunct-griffier van de commissie, Bakker