Kamerstuk 35401-4

Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport

Dossier: Wijziging van de Wet publieke gezondheid tot incorporatie van de Regeling 2019-nCoV

Gepubliceerd: 20 februari 2020
Indiener(s): de Th. Graaf , Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen: gezondheidsrisico's organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35401-4.html
ID: 35401-4

Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 19 februari 2020 en het nader rapport d.d. 20 februari 2020, aangeboden aan de Koning door de Minister voor Medische Zorg. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 13 februari 2020, no. 2020000339, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister voor Medische Zorg, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet publieke gezondheid tot incorporatie van de Regeling 2019-nCoV, met memorie van toelichting.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 13 februari 2020, no.2020000339, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 19 februari 2020, no. W13.20.0030/III, bied ik U hierbij aan.

Het ontwerp geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De vice-president van de Raad van State,

Th.C. de Graaf

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins