Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2023
Op 3 februari 2020 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op het bevolkingsonderzoek in verband met actuele ontwikkelingen op het terrein van preventief gezondheidsonderzoek bij uw Kamer ingediend (Kamerstuk 35 384). Uw Kamer heeft op 9 september 20211 en op 8 juni 20222 dit wetsvoorstel mondeling behandeld. De behandeling van het wetsvoorstel is vervolgens op mijn verzoek aangehouden3.
Met mijn brief van 13 december 20224 heb ik aangegeven de thema’s die in uw Kamer tot veel discussie leidden te willen bespreken met belanghebbenden, te weten consumenten/patiënten, zorgprofessionals en aanbieders van preventief gezondheidsonderzoek. Dit gesprek heeft op 23 maart jl. plaatsgevonden. In de bijlage treft u het verslag van deze bijeenkomst aan.
Uw Kamer heeft het wetsvoorstel op 12 september jl. controversieel verklaard (Handelingen II 2022/23, nr. 107, Stemmingen). Ik laat het derhalve aan het volgende kabinet om verdere stappen te zetten met betrekking tot de wijziging van de huidige Wet op het bevolkingsonderzoek. De inbreng van uw Kamer in het debat en hetgeen in de genoemde bijeenkomst op 23 maart jl. naar voren is gebracht, kunnen daarbij worden betrokken.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers