Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat in de Wegenverkeerswet 1994 wordt bepaald dat getuigschriften van vakbekwaamheid en getuigschriften van nascholing die in weerwil van Richtlijn 2003/59/EG zijn vermeld op de rijbewijzen van bestuurders met een geboortedatum van vóór 1 juli 1955 ongeldig zijn indien de benodigde basiskwalificatie niet is behaald of geen nascholing is gevolgd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In artikel 124a van de Wegenverkeerswet 1994 wordt onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid een lid ingevoegd, luidende:
4. Een op het rijbewijs vermeld getuigschrift van vakbekwaamheid of getuigschrift van nascholing van een bestuurder, geboren vóór 1 juli 1955, die de basiskwalificatie niet heeft behaald of de nascholing niet met goed gevolg heeft voltooid, is van rechtswege ongeldig. Het derde en zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
De einddatum van het ongeldig geworden getuigschrift, bedoeld in artikel 124a, vierde lid, eerste zin, van de Wegenverkeerswet 1994, wordt voor de vaststelling van de einddatum van een op een af te geven rijbewijs te vermelden getuigschrift van nascholing in het rijbewijzenregister vastgesteld op de datum waarop deze wet in werking treedt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,