Ontvangen 7 mei 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel IV, onderdeel B, wordt in artikel 2a na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:
6a. Indien geen verbindend verklaarde bepalingen kunnen worden aangewezen op grond van het eerste lid, waarborgt de dienstverrichter de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die zijn neergelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst die van kracht is binnen de onderneming waar de werknemers zijn gedetacheerd, en betrekking hebben op de aangelegenheden, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met g.
De indiener beoogt met het voorliggende amendement voor gedetacheerde werknemers uit een ander land van de Europese Unie te regelen dat indien er geen algemeen verbindend verklaarde cao (avv cao) van kracht is voor dat bedrijf, dat er dan uitgegaan wordt van de cao die van toepassing is op de dienstontvanger. Het uitgangspunt van de herziene detacheringsrichtlijn1 is gelijk loon voor hetzelfde werk op dezelfde plaats. De indiener ziet dit uitgangspunt in het implementatiewetsvoorstel onvoldoende terugkomen. Er worden steeds meer constructies bedacht om cao’s te ontduiken en steeds meer werkenden waaronder gedetacheerden, vallen terug op minimumbepalingen.
De regering kiest met het voorliggende implementatiewetsvoorstel voor een zeer beperkte benadering van de herziene detacheringsrichtlijn door enkel de avv cao’s van toepassing te verklaren. De indiener betreurt dit en wil in lijn met het uitgangspunt gelijk loon voor hetzelfde werk op dezelfde plaats, dat voor de cao die op de werkplek van toepassing is, geldt dat de wet uitgaat van de cao die van toepassing is op de dienstontvanger, indien er geen avv cao van toepassing is.
Jasper van Dijk