Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 12 mei 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er bij detachering vaak geen sprake is van echte detachering, maar dat werknemers enkel worden gedetacheerd omdat dit goedkoper is;
overwegende dat, om schijndetachering te voorkomen, een verplichte en gemotiveerde kennisgeving bij verlenging na twaalf maanden en bij voortzetting na achttien maanden noodzakelijk is;
van mening dat opeenvolgend werkgeverschap bij hetzelfde werk mee zou moeten tellen in de termijn van twaalf plus zes maanden;
verzoekt de regering, om eisen te stellen aan de verlenging van een detachering na twaalf maanden en op te nemen dat na verloop van tijd het recht van het werkland geldt en tevens regels te stellen ten opzichte van opvolgend werkgeverschap,
en gaat over tot de orde van de dag.
Jasper van Dijk
Bruins