Vastgesteld 13 december 2019
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 5 december 2019 voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Bij brief van 13 december 2019 zijn ze door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Kuiken
Adjunct-griffier van de commissie, Leau-Kolkman
1
Hoeveel instellingen in Nederland exporteren laboratoriumhonden en -katten naar het buitenland en welke instellingen zijn dit?
Antwoord
De erkende instellingen, Wageningen BioVeterinairy Research in Lelystad en Intervet International BV te Boxmeer exporteren laboratoriumhonden en -katten naar het buitenland.
2
Welke instantie controleert het transport van laboratoriumhonden en -katten?
3
Worden de controles van het transport van laboratoriumhonden en – katten geregistreerd? Zo ja, waar?
4
Hoeveel controles op het transport van laboratoriumhonden en -katten hebben er in 2017 en 2018 plaatsgevonden?
5
Welke overtredingen vonden er plaats bij het transport van laboratoriumhonden en -katten in 2017 en 2018?
6
Welke sancties zijn in 2017 en 2018 opgelegd bij controles van het transport van laboratoriumhonden en -katten?
7
Hoeveel laboratoriumhonden en -katten zijn er gestorven tijdens het transport in 2017 en 2018?
Antwoord vragen 2 t/m 7
Commerciële transporten (binnen de EU en naar derde landen) van honden en katten worden vooraf gecontroleerd en door NVWA-dierenartsen geregistreerd. De NVWA registreert bij deze controles niet voor welk doel deze honden of katten worden vervoerd. Daarom is het aantal vervoerde laboratoriumhonden en -katten dat in 2017 en 2018 is geïnspecteerd, niet vast te stellen. En evenmin welke overtredingen daarbij eventueel hebben plaatsgevonden, welke sancties zijn opgelegd en hoeveel laboratoriumhonden en -katten daarbij eventueel gestorven zijn.
8
Hoeveel instellingen in Nederland importeren laboratoriumhonden en -katten en welke instellingen zijn dit?
Antwoord
Het betreft twee instellingen. Vanwege de bescherming van de bedrijfsgegevens kan ik de namen van deze instellingen niet verstrekken.
9
Zijn er fokkers in Nederland die laboratoriumhonden en -katten afleveren die niet beschikken over een instellingenvergunning? Zo ja, welke zijn dit?
Antwoord
Voor zover bekend bij de NVWA beschikken de fokkers in Nederland die laboratoriumhonden en -katten afleveren over een instellingsvergunning.
10
Hoeveel dieren worden jaarlijks gedood bij Envigo te Horst, uitgesplitst per diersoort en jaartal?
Antwoord
Hoewel ik het belangrijk vind om zo transparant mogelijk te zijn, kan ik deze informatie vanwege de bescherming van bedrijfsgegevens niet verstrekken.
11
Op welke wijze worden de dieren bij Envigo te Horst gedood?
Antwoord
De dieren moeten worden gedood conform de voorgeschreven dodingsmethode zoals beschreven in de bijlage van de Europese Dierproeven Richtlijn. De NVWA ziet hier op toe.
12
Hoeveel dieren worden jaarlijks gedood bij de instelling Innoser te Leiden en Lelystad, uitgesplitst per diersoort en jaartal?
Antwoord
Hoewel ik het belangrijk vind om zo transparant mogelijk te zijn, kan ik deze informatie vanwege de bescherming van bedrijfsgegevens niet verstrekken.
13
Op welke wijze worden de dieren gedood bij Innoser te Leiden en Lelystad gedood?
Antwoord
De dieren moeten worden gedood conform de voorgeschreven dodingsmethode zoals beschreven in de bijlage van de Europese Dierproeven Richtlijn. De NVWA ziet hier op toe.
14
Hoeveel beoordelingen in het kader van de Wet op de dierproeven zijn er door de Centrale Commissie Dierproeven achteraf verschenen, uitgesplitst per jaar en per diersoort?
Antwoord
De Centrale Commissie Dierproeven (CCD) heeft sinds 2015 vijf beoordelingen achteraf behandeld. Een niet-technische samenvatting van de beoordelingen achteraf wordt gepubliceerd op de website van de CCD.
jaar |
aantal |
diersoort |
---|---|---|
2015 |
1 |
kippen |
2018 |
3 |
muizen, ratten, konijnen, honden, vissen, geiten |
2019 |
1 |
ratten, konijnen |
15
Voor welke post(en) worden de aanvullende bijdragen voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ter compensatie van het stopzetten van Inspect en de maatregelen naar aanleiding van het rapport 2Solve ingezet en welk gedeelte hiervan wordt gereserveerd voor handhaving en inspectie?
Antwoord
De aanvullende middelen ter compensatie van het stopzetten van Inspect (€ 3 mln.) zijn ter dekking van het uitvoeren van de herbezinning die ik in mijn brief van 12 juli 2019 (Kamerstuk 33 835, nr. 127) en het tussenbericht van 21 november 2019 (Kamerstuk 33 835, nr. 131) heb toegelicht. Hieruit worden diverse onderzoeken en projecten gefinancierd. Onder andere naar de staat van het ICT-landschap, strategische vraagstukken en het takenpakket van de NVWA in relatie tot de middelen, maar ook directe verbetermaatregelen ter ondersteuning van het toezicht. De extra middelen ter dekking van de maatregelen naar aanleiding van het rapport 2Solve, worden grotendeels ingezet voor de versterking van keuringen en toezicht. Dit gebeurt onder andere door de implementatie van het vier-ogenprincipe, waarbij 2 NVWA-medewerkers per keuring worden ingezet. Ook worden deze middelen ingezet voor intensivering van onderlinge afstemming en samenwerking om een uniforme aanpak te stimuleren. Ik zal uw Kamer in januari 2020 nader informeren over de voortgang van de maatregelen die naar aanleiding van het 2solve-onderzoek zijn genomen.
16
Wat is de herkomst van de middelen voor de begrotingsreserve stikstof
Antwoord
De € 500 mln. voor de begrotingsreserve stikstof wordt gedekt uit de verwachte onderschrijding op de departementale begrotingen in 2019. Voor meer informatie hierover verwijs ik u naar de Najaarsnota.
17
In hoeverre wordt voor de middelen voor de begrotingsreserve stikstof geput uit de woningbouwimpuls van 1 miljard?
Antwoord
Voor de middelen voor de begrotingsreserve stikstof wordt niet geput uit de woningbouwimpuls van 1 miljard.
18
Wat is de exacte bestemming van de 2,5 miljoen die is gereserveerd voor de Floriade in Almere?
Antwoord
In oktober 2019 heeft de gemeente Almere de Minister van LNV gevraagd om een bijdrage van € 2,5 mln. voor de kosten die Almere maakt in verband met de voorbereidingen voor innovatieve Floriade projecten. De exacte besteding van dit bedrag is nog niet aan te geven omdat op dit moment door het Rijk en de gemeente Almere nog wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de innovatieve projecten. Ik ga ervan uit dat de Floriade 2022 de plek zal worden waar de innovatiekracht van Nederland, waaronder die op het terrein van land- en tuinbouw, bij uitstek te zien zal zijn.
19
Waarom worden de middelen saneringsproblematiek en de regeling energie-efficiëntie glastuinbouw (EG) (totaal 12,5 miljoen) onder gebracht bij de begrotingsreserve maatregelen CO2 reductie?
Antwoord
De middelen worden ondergebracht in de begrotingsreserve van het Ministerie van EZK, omdat de middelen via deze reserve behouden blijven voor Urgenda doelstellingen. De middelen kunnen in 2020 weer uit deze reserve worden opgevraagd.
20
Hoe groot is het totale budget Groenpact-middelen in 2019?
Antwoord
Het totale budget Groenpact-middelen van LNV in 2019 bedraagt € 9.221.000. Van dit bedrag is € 4,4 mln. incidenteel voor 2019 aan de LNV begroting toegevoegd. Het resterende deel van dit bedrag van € 4,8 mln. heeft een structureel karakter.
21
Welke resultaten heeft het praktijkgerichte onderzoek voor Voedsel en Groen opgeleverd?
Antwoord:
In 2019 is het programma Praktijkkennis voor Voedsel en Groen gestart. Dit thematische programma, dat LNV in samenwerking met NWO-SIA uitvoert, richt zich op de doorwerking van kennis naar de praktijk en het onderwijs via praktijkgericht onderzoek. Een belangrijk eerste resultaat is dat de groene hogescholen binnen dit programma nadrukkelijk de samenwerking opzoeken en met elkaar werken aan maatschappelijke en beleidsopgaven. Met dit programma wordt namelijk de ontwikkeling van het landelijk Center of Expertise Groen ondersteund.
Daarnaast zijn binnen dit programma calls voor praktijkgericht onderzoek opengesteld. In 2019 gebeurde dit voor vier thema’s: duurzame bodem, duurzame veehouderij, duurzame (glas)tuinbouw en duurzame bedrijfsovername. Projecten voor de eerste drie thema’s zijn gestart, voor het vierde thema sluit de call eind december.
In 2020 komen de volgende thema’s aan bod: duurzame bedrijfsovername (deel 2), kringlooplandbouw, precisielandbouw, duurzaam bosbeheer, natuur-inclusieve landbouw (en biodiversiteit), integrale aanpak ammoniak / methaan, medegebruik Noordzee, vermindering reststromen in de voedselketen en internationale voedselsystemen. Ook wordt een verbinding gemaakt met het groen-mbo. De meeste projecten zullen starten in het najaar van 2020.
22
Welke noodzakelijke verbetermaatregelen heeft de NVWA getroffen naar aanleiding van het
2Solve rapport?
Antwoord
Op 12 september jl. heb ik uw Kamer het 2Solve rapport aangeboden. In de aanbiedingsbrief bij dit rapport (Kamerstuk 28 286, nr. 1065) heb ik aangegeven op welke wijze invulling is en wordt gegeven aan de conclusies van het rapport. Over de voortgang zal ik uw Kamer in januari 2020 informeren.
23
Is er al zicht op eventuele vertragingen van ontvangsten derogatie mest voor 2019?
Antwoord
RVO.nl int twee kosten. In 2019 zijn de leges geïnd voor deelname aan derogatie. De monitoringskosten over 2019 zullen voor de vastgestelde termijn van 1 april 2020 geïnd worden.
24
Waarom is er bij de NVWA 4,6 miljoen en bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) 3,2 miljoen euro toegevoegd aan de loon- en prijsbijstelling en waarom verschilt de begroting 2019 op dit punt relatief veel van de tweede suppletoire begroting 2019?
Antwoord
De omvang van de toegekende loon- en prijsbijstelling is afhankelijk van de omvang van de betreffende budgetten en de verhouding loon-prijsgevoeligheid binnen deze budgetten. De loon- en prijsbijstelling wordt pas in het lopende het jaar toegevoegd aan de begroting en is dus nog niet verwerkt in de begroting op het moment dat deze voorafgaand aan het jaar wordt vastgesteld.
25
Waarom wordt het bedrag van 7,1 miljoen euro overgeheveld van artikel 51 «nog onverdeeld» naar de bijdrage RVO?
Antwoord
Vanuit artikel 51 «nog onverdeeld» is € 7,1 mln. overgeheveld naar de bijdrage RVO.nl op artikel 11 ten behoeve van de implementatie van het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. Dit budget is dit voorjaar hiervoor gereserveerd. De middelen worden ingezet om de uitvoering van het nieuwe GLB bij RVO.nl te implementeren, dit vraagt aanzienlijke investeringen in met name ICT.
26
Op basis van welke technische correctie zijn de ontvangsten uit visserij met 7,2 miljoen euro toegenomen?
Antwoord
Deze technische correctie betreft een ontvangst uit declaraties in het kader van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij. Het gaat om uitgaven voor technische bijstand en datacollectie die LNV in de periode 2014–2016 gedaan heeft en vervolgens bij de Europese Commissie heeft gedeclareerd. Deze kosten zijn nu terug ontvangen.
27
Waarom worden de salariskosten voor de landbouwraden overgeheveld van artikel 11?
Antwoord
Vanwege de herinrichting van de Ministeries van LNV en EZK is het om een technische reden niet mogelijk om de personele uitgaven voor de Landbouwraden die in dienst zijn van LNV, via de bijdrage RVO te laten lopen. Daarom wordt het budget voor de personeelskosten voor de Landbouwraden van artikel 11 naar het apparaatsartikel overgeheveld.
28
Kunt u een opsomming geven van alle wetgevingstrajecten die binnen deze kabinetstermijn lopen of gaan lopen?
Antwoord
Hieronder volgt een opsomming van de gevraagde wetgevingstrajecten:
Titel |
Huidige fase |
---|---|
Voorstel van wet tot wijziging van de Wet dieren ivm enkele aanpassingen van de diergezondheidsregels |
Interne voorbereiding |
Uitvoeringswet EU-verordeningen diergeneesmiddelen en gemedicineerde diervoeders |
Interne voorbereiding |
Wetsvoorstel vleesvee (wetsvoorstel fosfaatrechten jongvee vleesveehouderij) |
Interne voorbereiding |
Wet oneerlijke handelspraktijken voedselvoorzieningsketen |
Interne voorbereiding |
Wijziging Visserijwet 1963 i.v.m. invoering bestuurlijke boete |
Interne voorbereiding |
Wijziging Visserijwet 1963 i.v.m. opnemen grondslag voor digitale vangstregistratie |
Interne voorbereiding |
Wijziging van de Visserijwet 1963 (aanvullende regels in het belang van het waterkwaliteitsbeheer) |
Interne voorbereiding |
Aanpassing Visserijwet 1963 i.v.m. opnemen grondslag voor digitale vangstregistratie |
Consultatie en toetsing |
Voorstel van wet tot wijziging van de Wet dieren i.v.m. uitvoering verordening (EU) 2016/429 |
Ministerraad |
Plantgezondheidswet |
Tweede Kamer (voorbereiding) |
Wijziging Wet verbod pelsdierhouderij ivm opnemen bestuursrechtelijke herstelsancties |
Eerste Kamer (voorbereiding) |
Wijziging Meststoffenwet ivm implementatie 6de Actieprogramma Nitraatrichtlijn |
Eerste Kamer (voorbereiding) |
Spoedwet aanpak stikstof |
Eerste Kamer (voorbereiding) |
Aanvullingswet natuur Omgevingswet |
Eerste Kamer (voorbereiding) |
29
Kan het kabinet reeds zeggen hoe de extra middelen voor de sanering van de varkenshouderij worden verdeeld over de gemeenten, hoe bepaald wordt welke gemeenten hiervoor in aanmerking komen en op welk bedrag zij recht hebben?
Antwoord
Nee, dit wordt pas bekend na 16 januari 2020 als de openstelling is afgesloten en alle aanmeldingen binnen zijn. Daarbij gaat het om (locaties van) varkenshouderijen gelegen in de concentratiegebieden Zuid en Oost van de Meststoffenwet. De middelen voor de sanering komen ten goede aan de ondernemer die een locatie aanmeldt. Dit gebeurt op basis van vrijwilligheid. Bij overtekening wordt door ranking op basis van de vastgestelde geurscore bepaald welke locatie het eerst in aanmerking komt voor sanering. Daarnaast zorgen gemeenten voor flankerend beleid voor deze regeling. Hiervoor zal een verdeelsleutel worden bepaald, zodra bekend is welke varkenshouderijlocaties daadwerkelijk in aanmerking komen voor een subsidie en welke varkenshouders verder ondersteund en geholpen moeten worden door de gemeenten.
30
Hoe kan het lagere verplichtingenbudget voor de Borgstelling MKB Landbouw worden verklaard
Antwoord
Aan het begin van het jaar is verplichtingenruimte tot aan het LNV garantieplafond (€ 120 mln.) beschikbaar. Dit wordt ook als beschikbare garantieruimte gepubliceerd en tot aan het garantieplafond kunnen verplichtingen worden aangegaan. Normaliter is het beroep op de Borgstelling MKB Landbouw (BL) lager dan het plafond.
31
Zijn er redenen aan te wijzen voor het niet benutten van de regeling EG en de subsidieregeling Marktintroductie Energie-Innovaties (MEI) voor de glastuinbouwsector?
Antwoord
€ 0,6 mln. van de eerste betaling voor de gehonoreerde projecten uit de openstelling van de regeling Marktintroductie Energie-Innovaties van 2019 is vertraagd en komt naar alle waarschijnlijkheid in 2020 tot uitvoering, in afwachting van het beschikbaar komen van de verplichte vergunningen. Daarnaast zijn uit de oude openstellingen (uit 2016 en 2018) vier projecten om verschillende redenen ingetrokken (geen financiering verkregen en alternatieve investering gedaan, gewijzigde visie, geen vertrouwen meer in de innovatie, geen garantie voor de werking van de installatie gekregen).
Bij de EG-regeling gaat het om het niet volledig benutten van additionele middelen. De additionele middelen zijn relatief laat in het jaar toegekend, terwijl de sector voor investeringsbeslissingen voorbereidingen moet treffen. Het oorspronkelijke openstellingsbudget is wel met € 1 mln. verhoogd zodat alle 189 aanvragen gehonoreerd konden worden.
32
Wat betekent de verspreiding van middelen over diverse begrotingen (LNV en Economische Zaken en Klimaat) voor de warme sanering van de varkenshouderij zoals die per november 2019 van start is gegaan?
Antwoord
De overheveling van middelen naar de begroting van het Ministerie van EZK heeft geen gevolgen voor de warme sanering van de varkenshouderij. Het betreft een technische verwerking van middelen die in 2019 niet tot besteding komen. Deze middelen worden gestort in de begrotingsreserve «maatregelen CO2-reductie» op de begroting van het Ministerie van EZK. Zo blijven deze middelen ook in 2020 voor de warme sanering beschikbaar.
33
Kan de Minister een volledig overzicht geven van de middelen die per sector beschikbaar zijn voor warme sanering en de herkomst van deze middelen?
Antwoord
De middelen voor de warme sanering zijn volledig beschikbaar voor de varkenshouderij. De hiervoor beschikbare 180 mln. is afkomstig uit de Regeerakkoord enveloppe Cofinanciering warme sanering varkenshouderij (120 mln.) en uit de extra beschikbaar gestelde middelen inzake Urgenda (60 mln.).
34
Hoe leiden technische herschikkingen binnen artikel 50 tot hogere personele uitgaven van 3,9 miljoen?
Antwoord
De technische herschikkingen binnen artikel 50 hebben betrekking op het koppelen van budget aan de juiste personele uitgaven. Het betreffen voornamelijk overhevelingen van de post eigen personeel naar overige personele uitgaven. De technische herschikkingen binnen artikel 50 leiden niet tot een hoger totaal van personele uitgaven.
35
Kunt u specificeren waaruit de bijdrage aan Shared Service Organisaties (SSO’s) bestaat?
Antwoord
Dit betreft bijdragen aan de ICT-dienstverleners van de NVWA, DICTU en Logius, (€ 43,7 mln.) en voornamelijk aan het Rijksvastgoedbedrijf ten behoeve van de huisvesting van de NVWA (€ 13,8 mln.).
36
In hoeverre volstaat de begrotingsreserve stikstof om alle beoogde maatregelen om vergunningverlening weer op gang te trekken mee te financieren?
Antwoord
Het kabinet heeft besloten tot de instelling van een begrotingsreserve Stikstof van € 500 miljoen voor nieuwe bron- en natuurherstelmaatregelen. De aard en timing van maatregelen voor de aanpak van de stikstofproblematiek is nog onzeker. De € 500 miljoen wordt gedekt uit de onderschrijding van het budget in 2019 (zie Najaarsnota). Het bedrag van € 500 miljoen is afgeleid van de beschikbare budgettaire ruimte binnen het uitgavenplafond. Randvoorwaardelijk voor aanwending van deze middelen is dat eerst in kaart wordt gebracht welke (kostenefficiënte) bronmaatregelen en natuurherstelmaatregelen genomen kunnen worden, wat deze opleveren qua vermindering van stikstofdepositie en bijdrage aan natuurherstel en wat de budgettaire gevolgen van de maatregelen zijn. Hierna zal ook pas duidelijk zijn of het bedrag van € 500 miljoen voldoende is.
37
Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de doelstellingen van de begrotingsreserve stikstof?
Antwoord
De reserve is ingesteld voor nieuwe bronmaatregelen en natuurherstelmaatregelen die leiden tot een daling van de stikstofdepositie en bijdrage aan natuurherstel. Daarnaast is 250 miljoen euro uit de reserve gereserveerd voor herstel- en compensatiemaatregelen. De Kamer wordt met een begrotingswet gevraagd in te stemmen met de onttrekking en besteding van middelen uit de reserve. Daarnaast wordt de Kamer per brief geïnformeerd over de voorgenomen besteding, alvorens de verplichtingen aan worden gegaan.
38
Kan de Minister een nadere toelichting geven op de totale stijging van de departementsuitgaven van ruim 30 procent tussen de vastgestelde begroting en de tweede suppletoire begroting?
Antwoord
De stijging van de departementsuitgaven tussen de vastgestelde begroting 2019 en de tweede suppletoire begroting komt door het toevoegen van extra middelen aan de LNV begroting. Het gaat voornamelijk om de toevoeging van de begrotingsreserve stikstof (€ 500 mln.) aan de LNV-begroting.
39
Hoe groot acht de Minister de kans dat ook voor 2020 overschrijdingen van apparaatskosten LNV gemaakt zullen worden?
Antwoord
De hogere uitgaven aan apparaat stonden in de begroting 2019 grotendeels begroot op het artikel 51 «Nog onverdeeld» (ten behoeve van de herinrichting LNV). De middelen zijn in de loop van het jaar overgeheveld naar het apparaatsartikel. Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling toegevoegd en is voor de personele uitgaven van de Landbouwraden € 4,6 mln. overgeheveld vanaf artikel 11 naar artikel 50. Er is geen sprake van een overschrijding. Voor 2020 worden extra apparaatskosten voorzien als gevolg van de inrichting van de Programma DG Stikstof.