Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
2. de begrotingsstaat inzake het agentschap van dit ministerie;
3. de begrotingsstaat voor het Diergezondheidsfonds.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Inhoud |
Blz. |
||
A. |
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL |
1 |
|
B. |
BEGROTINGSTOELICHTING |
2 |
|
1. |
Leeswijzer |
2 |
|
2. |
Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 |
3 |
|
3. |
Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2019 |
4 |
|
4. |
De beleidsartikelen |
5 |
|
Beleidsartikel 11 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens |
5 |
||
Beleidsartikel 12 Natuur en biodiversiteit |
11 |
||
5. |
De niet-beleidsartikelen |
14 |
|
Artikel 50 Apparaat |
14 |
||
Artikel 51 Nog onverdeeld |
15 |
||
6. |
Agentschapsparagraaf NVWA |
16 |
|
7. |
De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF) |
19 |
Opbouw 2e suppletoire begroting 2019
Deze 2e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2019. Dit onderdeel is als volgt opgebouwd:
1. Leeswijzer.
2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
3. De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.
4. De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotings-mutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
5. Het agentschap. In deze 2e suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagraaf van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit opgenomen.
6. Het Diergezondheidsfonds (DGF).
Toelichting ondergrenzen
Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.
In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
Het beleid
Art. nr. |
Uitgaven 2019 |
|
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2019 (Inclusief NvW) |
914.741 |
|
Stand na 1e suppletoire begroting 2019 (inclusief ISB) |
1.066.628 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
Warme sanering en regeling energie-efficiënte glastuinbouw |
11 |
– 12.500 |
Praktijkgericht onderzoek voor voedsel en groen |
11 |
– 6.600 |
Storting reserve apurement |
11 |
5.000 |
Bijdrage agentschappen: NVWA |
11 |
8.400 |
Brexit NVWA |
11 |
– 6.000 |
Begrotingsreserve Stikstof |
12 |
500.000 |
Bijdrage van LNV voor de Floriade 2022 in Almere |
51 |
– 2.500 |
Overige mutaties |
div. |
– 3.394 |
Totaal |
||
Stand 2e suppletoire begroting 2019 |
1.549.034 |
Toelichting
Warme sanering en regeling energie-efficiënte glastuinbouw
In het kader van de Urgenda uitspraak is door het kabinet besloten om voor de warme sanering van de varkenshouderij extra middelen ter beschikking te stellen. De € 10 mln. die hiervoor beschikbaar wordt gesteld aan de gemeenten waarin saneringsproblematiek speelt, zal dit jaar niet tot besteding komen omdat hierover nog afspraken moeten worden gemaakt. Daarnaast is het beroep op de regeling energie-efficiëntie glastuinbouw (EG) lager dan verwacht (€ 2,5 mln.). De middelen (€ 12,5 mln.) die hierdoor dit jaar niet tot besteding komen worden gestort in de begrotingsreserve maatregelen CO2-reductie op de begroting van het Ministerie van EZK. Zo blijven deze middelen ook in 2020 voor deze doeleinden beschikbaar.
Praktijkgericht onderzoek voor voedsel en groen
Er worden Groenpact-middelen overgeheveld naar het Ministerie van OCW. Specifiek gaat het om het programma Praktijkgericht Onderzoek voor Voedsel en Groen. Dit programma betreft een thematische samenwerking tussen LNV, het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA en groene hogescholen met betrekking tot grote maatschappelijke opgaven op het vlak van voedsel, kringlooplandbouw en klimaatopgaven.
Storting reserve apurement
Het budget voor de storting in de reserve apurement wordt € 5 mln. verhoogd, ter compensatie van eerdere uitnames. De reserve apurement is bestemd voor het betalen van financiële correcties die door de Europese Commissie worden opgelegd- als de uitvoering van het EU-beleid niet conform de gestelde voorschriften is.
Bijdrage agentschappen: NVWA
Het budget voor de bijdrage aan NVWA wordt onder meer verhoogd in verband met aanvullende kosten die samenhangen met de herbezinningsopgave die voortvloeit uit het stopzetten van Inspect (€ 3 mln.) en extra kosten als gevolg van noodzakelijke verbetermaatregelen die de NVWA heeft getroffen naar aanleiding van het 2-solve rapport over misstanden in de kleine- en middelgrote slachthuizen in Noord-Nederland (€ 1,6 mln.). Verder ontvangt LNV middelen van het Ministerie van VWS voor ICT-kosten die buiten de NVWA-kostprijs worden gehouden (€ 3,8 mln.). De volledige verhoging van het budget aan de NVWA wordt toegelicht bij de budgettaire tabel op artikel 11.
Brexit NVWA
Gelet op recente ontwikkelingen met betrekking tot de Brexit wordt verwacht dat de eerder generaal verkregen middelen hiervoor in 2019 niet nodig zijn. Daarom wordt het budget met € 6 mln. verlaagd.
Begrotingsreserve Stikstof
Het kabinet zal mogelijk bron- en natuurherstelmaatregelen nemen om reductie van stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden te realiseren. Omdat de aard en timing van de eventuele aanvullende maatregelen nog onzeker is, heeft het kabinet besloten om voor deze eventuele maatregelen een tijdelijke begrotingsreserve in te stellen. De reserve loopt tot en met 2021. De reserve wordt in 2019 eenmalig gevuld met € 500 mln. Het Ministerie van LNV coördineert de set aan maatregelen om stikstof te reduceren.
Bijdrage van LNV voor de Floriade 2022 in Almere
In 2022 vindt de Floriade plaats in Almere. Ten behoeve van de voorbereiding hiervan hevelt LNV € 2,5 mln. over naar het Gemeentefonds. Hiermee is de totale bijdrage aan de Floriade vanuit het Ministerie van LNV € 5 mln. (€ 2,5 mln. in 2018 en € 2,5 mln. in 2019).
Artikelnummer |
Ontvangsten 2019 |
|
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2019 |
88.597 |
|
Stand na 1e suppletoire begroting 2018 |
105.350 |
|
Stand na Miljoenennota 2019 |
||
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||
Ontvangst derogatie mest |
11 |
5.091 |
RVO opdracht 2018 |
11 |
7.625 |
Overige mutaties |
div. |
4.970 |
Totaal |
||
Stand 2e suppletoire begroting 2019 |
123.036 |
Toelichting
Ontvangst derogatie mest
De ontvangsten in het kader van het mestbeleid vallen € 5,1 mln. hoger uit. Dit komt doordat er vorig jaar vertraging is opgetreden bij het versturen van facturen voor individuele veehouders die gebruik maken van de derogatie. Dus in 2019 zullen voor 2018 en 2019 derogatieontvangsten volgen.
RVO opdracht 2018
Door een verrekening van de LNV opdracht 2018 aan RVO vallen de ontvangsten € 7,6 mln hoger uit. Dit is met name ontstaan door efficiencyvoordelen en het uitvoeren van minder werk dan aanvankelijk geraamd.
Budgettaire gevolgen van beleid,
Beleidsartikel 11 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens
Vastgestelde begroting 2019 |
Stand 1e suppletoire begroting |
ISB |
Stand 1e suppletoire begroting plus ISB |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
VERPLICHTINGEN |
745.594 |
845.622 |
14.000 |
859.622 |
23.921 |
– 62.741 |
820.802 |
Waarvan garantieverplichtingen |
124.627 |
174.627 |
174.627 |
– 54.000 |
120.627 |
||
Waarvan overige verplichtingen |
620.967 |
670.995 |
14.000 |
684.995 |
23.921 |
– 8.741 |
700.175 |
UITGAVEN |
646.620 |
748.311 |
14.000 |
762.311 |
20.861 |
– 28.007 |
755.165 |
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
97% |
97% |
|||||
Subsidies |
102.869 |
132.404 |
14.000 |
146.404 |
5.591 |
– 11.443 |
140.552 |
Agrarisch ondernemerschap |
5.318 |
5.318 |
0 |
5.318 |
121 |
393 |
5.832 |
Duurzame veehouderij |
110 |
2.010 |
10.000 |
12.010 |
– 1.900 |
– 9.500 |
610 |
Plantaardige productie |
12.647 |
14.147 |
4.000 |
18.147 |
0 |
– 6.115 |
12.032 |
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie |
79.439 |
100.574 |
0 |
100.574 |
5.526 |
2.072 |
108.172 |
Visserij |
0 |
5.000 |
0 |
5.000 |
– 39 |
– 1.530 |
3.431 |
Europees fonds voor maritieme zaken en visserij |
5.355 |
5.355 |
0 |
5.355 |
1.883 |
– 4.839 |
2.399 |
Storting begrotingsreserve landbouw |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Storting begrotingsreserve apurement |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
5.000 |
5.000 |
Storting begrotingsreserve visserij |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
3.076 |
3.076 |
Garanties |
6.752 |
56.752 |
0 |
56.752 |
0 |
– 4.000 |
52.752 |
Bijdrage borgstelling vermogensversterkende kredieten |
3.627 |
53.627 |
0 |
53.627 |
0 |
– 4.375 |
49.252 |
Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit |
3.125 |
3.125 |
0 |
3.125 |
0 |
375 |
3.500 |
Opdrachten |
91.493 |
78.806 |
0 |
78.806 |
– 5.491 |
– 18.182 |
55.133 |
Agrarisch ondernemerschap |
3.682 |
3.682 |
0 |
3.682 |
– 659 |
1.323 |
4.346 |
Duurzame veehouderij |
14.322 |
14.361 |
0 |
14.361 |
– 3.303 |
– 6.588 |
4.470 |
Plantaardige productie |
8.767 |
9.133 |
0 |
9.133 |
– 2.437 |
40 |
6.736 |
Mestbeleid |
13.081 |
12.986 |
0 |
12.986 |
0 |
– 7.870 |
5.116 |
Visserij |
70 |
370 |
0 |
370 |
0 |
416 |
786 |
Integraal voedselbeleid |
21.950 |
6.232 |
0 |
6.232 |
847 |
65 |
7.144 |
Plantgezondheid |
5.138 |
5.138 |
0 |
5.138 |
1.118 |
– 328 |
5.928 |
Diergezondheid, dierenwelzijn en antibiotica |
10.128 |
11.201 |
0 |
11.201 |
– 51 |
– 1.502 |
9.648 |
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie |
11.401 |
12.755 |
0 |
12.755 |
– 1.059 |
– 2.847 |
8.849 |
Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid |
2.954 |
2.948 |
0 |
2.948 |
53 |
– 891 |
2.110 |
Bijdragen aan agentschappen |
329.100 |
367.859 |
0 |
367.859 |
17.292 |
11.484 |
396.635 |
Rijksrederij |
7.686 |
7.686 |
0 |
7.686 |
641 |
724 |
9.051 |
RIVM |
5.760 |
7.878 |
0 |
7.878 |
149 |
9 |
8.036 |
Bijdrage NVWA |
168.767 |
189.467 |
0 |
189.467 |
12.607 |
2.272 |
204.346 |
Bijdrage RVO |
146.887 |
162.828 |
0 |
162.828 |
3.895 |
8.479 |
175.202 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s |
101.755 |
96.852 |
0 |
96.852 |
3.369 |
– 5.662 |
94.559 |
College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden |
1.291 |
2.489 |
0 |
2.489 |
37 |
– 24 |
2.502 |
Centrale Commissie Dierproeven |
750 |
– 637 |
0 |
– 637 |
637 |
0 |
0 |
Wageningen Research |
92.660 |
92.485 |
0 |
92.485 |
2.484 |
– 3.778 |
91.191 |
Zon/Mw dierproeven |
1.876 |
1.311 |
0 |
1.311 |
43 |
– 1.354 |
0 |
Medebewind/voormalige productschappen |
5.178 |
1.204 |
0 |
1.204 |
168 |
– 506 |
866 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
10.264 |
11.251 |
0 |
11.251 |
0 |
– 4 |
11.247 |
FAO en overige contributies |
10.264 |
11.251 |
0 |
11.251 |
0 |
– 4 |
11.247 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
4.387 |
4.387 |
0 |
4.387 |
100 |
– 200 |
4.287 |
Diergezondheidsfonds |
4.387 |
4.387 |
0 |
4.387 |
100 |
– 200 |
4.287 |
ONTVANGSTEN |
39.950 |
55.904 |
0 |
55.904 |
7.263 |
14.544 |
77.711 |
Agrarisch ondernemerschap |
245 |
245 |
0 |
245 |
0 |
755 |
1.000 |
Agroketens |
0 |
6.900 |
0 |
6.900 |
0 |
644 |
7.544 |
Agrarische innovatie en overig |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
35 |
35 |
Mestbeleid |
7.209 |
7.209 |
0 |
7.209 |
0 |
5.091 |
12.300 |
Visserij |
6.993 |
7.993 |
0 |
7.993 |
7.263 |
– 1.980 |
13.276 |
Garanties |
2.925 |
2.925 |
0 |
2.925 |
0 |
– 1.025 |
1.900 |
Plant- en diergezondheid |
0 |
5.200 |
0 |
5.200 |
0 |
– 100 |
5.100 |
Diergezondheid en dierenwelzijn |
1.000 |
1.888 |
0 |
1.888 |
0 |
2.442 |
4.330 |
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie |
12.157 |
13.723 |
0 |
13.723 |
0 |
924 |
14.647 |
Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid |
5.926 |
5.926 |
0 |
5.926 |
0 |
– 2.463 |
3.463 |
Agentschappen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
7.625 |
7.625 |
ZBO/RWT’s |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2.300 |
2.300 |
Onttrekkingen begrotingsreserves |
3.495 |
3.895 |
0 |
3.895 |
0 |
296 |
4.191 |
Toelichting op de verplichtingen
De verlaging van het verplichtingenbudget met € 38,8 mln. wordt met name veroorzaakt door een verlaging van de garantieverplichtingen. Dit wordt veroorzaakt door een verlaging van het verplichtingenbudget in het kader van de Borgstelling MKB Landbouw (BL). Dit komt omdat het aantal garanties dat dit jaar zal worden verstrekt lager is dan het garantieplafond.
Toelichting op de uitgaven
Subsidies
Duurzame veehouderij
De verlaging van het subsidiebudget met € 11,4 mln. met betrekking tot de duurzame veehouderij wordt met name veroorzaakt door Urgenda middelen die in 2019 niet tot uitgaven leiden. In het kader van de Urgenda uitspraak is door het kabinet besloten om voor de warme sanering van de varkenshouderij extra middelen ter beschikking te stellen. De € 10 mln. die hiervoor beschikbaar wordt gesteld aan de gemeenten waarin saneringsproblematiek speelt, zal dit jaar niet tot besteding komen omdat hierover nog afspraken moeten worden gemaakt. De middelen die hierdoor dit jaar niet nodig zijn worden gestort in de begrotingsreserve maatregelen CO2-reductie op de begroting van EZK. Zo blijven deze middelen ook in 2020 voor deze doeleinden beschikbaar.
Plantaardige productie
Het subsidiebudget voor plantaardige productie wordt verlaagd met € 6,1 mln. opgehoogd. Het beroep op de regeling energie-efficiëntie glastuinbouw (EG) is lager dan verwacht. De middelen (€ 2,5 mln.) die hierdoor dit jaar niet tot besteding komen worden gestort in de begrotingsreserve maatregelen CO2-reductie op de begroting van EZK. Zo blijven deze middelen ook in 2020 voor deze doeleinden beschikbaar. Daarnaast wordt het subsidiebudget verlaagd met € 3,6 mln. omdat het beroep op de subsidieregeling Marktintroductie Energie-Innovaties (MEI) glastuinbouw lager is dan aanvankelijk aangenomen.
Kennisontwikkeling en innovatie
De verhoging van het budget ten opzichte van de 1e suppletoire begroting met € 7,6 mln. wordt met name veroorzaakt door een aantal herschikkingen binnen artikel 11. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een overheveling vanuit het opdrachtenbudget voor duurzame veehouderij van € 3,1 mln. voor onderzoek en pilots in het kader van slimmer landgebruik (bodemkoolstof). Vanuit hetzelfde opdrachtenbudget duurzame veehouderij wordt € 2,1 mln. overgeheveld voor de uitvoering van het Programma veehouderij. Vanuit het opdrachtenbudget voor plantaardige productie wordt € 2 mln. overgeboekt voor verschillende projecten in het kader van de energietransitie in de glastuinbouw (Kas als Energiebron). Daarnaast worden Groenpact-middelen overgeheveld (€ –6,5 mln.) naar het Ministerie van OCW. Specifiek gaat het om het programma Praktijkgericht Onderzoek voor Voedsel en Groen. Dit programma betreft een thematische samenwerking tussen LNV, het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA en groene hogescholen met betrekking tot grote maatschappelijke opgaven op het vlak van voedsel, kringlooplandbouw en klimaatopgaven.
Storting begrotingsreserve apurement
Er wordt € 5 mln. in de reserve apurement gestort, ter compensatie van eerdere uitnames.
De reserve apurement is bestemd voor het betalen van financiële correcties die door de Europese Commissie worden opgelegd- als de uitvoering van het EU-beleid niet conform de gestelde voorschriften is.
Opdrachten
Duurzame veehouderij
De verlaging van het opdrachtenbudget voor de duurzame veehouderij ten opzichte van de eerste suppletoire begroting bedraagt € 9,9 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door een aantal herschikkingen binnen artikel 11. Het betreft onder meer een overheveling naar het subsidiebudget Kennisontwikkeling en innovatie ten behoeve van verschillende klimaatprojecten (€ 5,3 mln.). Daarnaast is er vertraging opgetreden in de besteding van de klimaatmiddelen bodem waardoor deze niet meer tot uitgaven leiden in 2019 (€ 2 mln.). Ook wordt het budget verlaagd door middel van een kasschuif van € 2,7 mln. naar 2020 voor uitgaven aan jaarrondmetingen die gebruikt worden voor de bepaling van seizoensinvloeden op emissies. Tot slot wordt het budget met € 0,7 mln. verhoogd om het eigen vermogen van Skal te versterken. Dit moet de continuïteit van Skal waarborgen en tegelijkertijd investeringsruimte bieden binnen een steeds complexere en relatief snel groeiende diverse biologische markt. Van Skal wordt gevraagd om uit te gaan van een gematigd tarievenbeleid, het risico op financiële tegenvallers te beperken en de egalisatiereserve te versterken.
Plantaardige productie
Het opdrachtenbudget voor plantaardige productie wordt ten opzichte van de eerste suppletoire begroting verlaagd met € 2,4 mln. Dit is met name het gevolg van het overhevelen van middelen voor het programma Kas als Energiebron naar het subsidiebudget voor kennisontwikkeling en innovatie, omdat deze projecten door Wageningen Research worden uitgevoerd.
Mestbeleid
De verlaging van het budget voor het mestbeleid ten opzichte van de eerste suppletoire begroting met € 7,8 mln. wordt veroorzaakt door een aantal herschikkingen binnen artikel 11. Het betreft onder meer middelen die worden overgeheveld naar Bijdragen aan agentschappen in verband met uitvoerings- en handhavingskosten van het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn van zowel NVWA als RVO (€ 5,7 mln.) en de uitvoeringskosten van RVO voor het fosfaatrechtenstelsel (€ 1,8 mln.). De werkzaamheden voor het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn hebben met name betrekking op slimme ICT-toepassingen, maatwerksamenwerking in de regio en professionalisering van de export van mest. De uitvoeringkosten voor het fosfaatrechtenstelsel, en in mindere mate ook die van het fosfaatreductieplan, vallen hoger uit dan eerder verwacht. Dit komt hoofdzakelijk door het grote aantal juridische procedures over het fosfaatrechtenstelsel en de werkzaamheden rondom vergunning en handhaving van dit stelsel.
Bijdrage aan agentschappen
NVWA
Het budget ten opzichte van de eerste suppletoire begroting wordt per saldo met € 14,9 mln. verhoogd. Dit wordt allereerst veroorzaakt door een aantal herschikkingen binnen artikel 11, waaronder de eerder genoemde middelen inzake het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn (zie het opdrachtenbudget mestbeleid) (€ 2,1 mln.). Daarnaast wordt de NVWA gecompenseerd voor de hogere uitgaven aan de invoering van Cloud-werkplekken (€ 3,1 mln.).
Verder ontvangt LNV middelen van het Ministerie van VWS voor ICT-kosten die buiten de NVWA-kostprijs worden gehouden (€ 3,8 mln.). Aan loon- en prijsbijstelling is in totaal € 4,6 mln. aan het budget toegevoegd. De NVWA ontvangt een bijdrage voor de kosten die samenhangen met de herbezinningsopgave die voortvloeit uit het stopzetten van Inspect (€ 3 mln.). De belangrijkste componenten van deze kosten zijn uitgaven aan externe inhuur, externe onderzoeken en uitgaven voor het bouwen van een integraal NVWA dashboard voor meldingen. Daarnaast wordt de NVWA gecompenseerd (€ 3,6 mln.) voor onder andere het terugdraaien van de eerder opgelegde frictiekorting en een hogere BTW compensatie. Ook zijn er extra kosten als gevolg van noodzakelijke verbetermaatregelen die de NVWA heeft getroffen naar aanleiding van het 2-Solve rapport over misstanden in de kleine- en middelgrote slachthuizen in Noord-Nederland (€ 1,6 mln.). Het budget wordt daarnaast met € 6,9 mln. verlaagd, met name als gevolg van middelen die in 2019 voor de NVWA beschikbaar zijn gesteld om de gevolgen van de Brexit op te vangen (€ 6 mln.). Gelet op recente ontwikkelingen wordt verwacht dat deze middelen in 2019 niet nodig zijn.
RVO
De verhoging van het budget voor de RVO ten opzichte van de eerste suppletoire begroting met € 12,4 mln. wordt met name veroorzaakt door een aantal herschikkingen binnen artikel 11, waaronder de eerder genoemde middelen inzake het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn (€ 3,6 mln.) en uitvoeringskosten voor het fosfaatrechtenstelsel (€ 1,8 mln.) (zie mestbeleid). Daarnaast worden de middelen die gereserveerd zijn voor de implementatie van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) overgeheveld van artikel 51 «Nog onverdeeld» naar de bijdrage RVO (€ 7,1 mln.). Ten slotte is de loon- en prijsbijstelling aan het budget toegevoegd (€ 3,2 mln.).
Toelichting op de ontvangsten
Mestbeleid
De ontvangsten in het kader van het mestbeleid vallen € 5,1 mln. hoger uit. Dit komt doordat er vorig jaar vertraging is opgetreden bij het versturen van facturen voor individuele veehouders die gebruik maken van de derogatie. Dit heeft als gevolg dat er in 2019 voor zowel het jaar 2018 als 2019 derogatieontvangsten zullen volgen.
Visserij
De ontvangsten voor visserij vallen per saldo € 5,1 mln. hoger uit dan voorzien. Als gevolg van een technische correctie op de 1e suppletoire begroting nemen de ontvangsten toe met € 7,2 mln. Daarnaast vallen de ontvangsten € 2 mln. lager uit vanwege minder inkomsten uit de verhuur van mossel- en oesterpercelen en visrechtenverhuur op de binnenwateren.
Agentschappen
Door een verrekening van de LNV opdracht 2018 aan RVO vallen de ontvangsten € 7,6 mln. hoger uit. Dit is met name ontstaan door efficiencyvoordelen en het uitvoeren van minder werk dan aanvankelijk geraamd.
Toelichting op de begrotingsreserves
Begrotingsreserve Landbouw
Stand 1/1/2019 |
25.367 |
+ Geraamde storting |
|
– Geraamde onttrekking |
896 |
Stand (raming) per 31/12/2019 |
24.471 |
De geraamde onttrekking wordt gedaan om uitgaven voor verplichtingen die eerder zijn aangegaan, te kunnen doen. Aanvullend op de raming in de eerste suppletoire begroting wordt er ook € 0,4 mln. geraamd voor de dekking van subsidies met betrekking tot de sloop- en ombouwregeling in het kader van het flankerend beleid pelsdierhouderij.
Begrotingsreserve Visserij
Stand 1/1/2019 |
20.777 |
+ Geraamde storting |
3.076 |
– Geraamde onttrekking |
|
Stand (raming) per 31/12/2019 |
23.853 |
De storting is het niet-bestede deel van de nationale cofinanciering voor de regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij 2014–2020 die niet tot besteding komen, die door de storting behouden blijft voor toekomstige uitgaven.
Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit
Stand 1/1/2019 |
16.758 |
+ Geraamde storting |
49.162 |
– Geraamde onttrekking |
195 |
Stand (raming) per 31/12/2019 |
65.725 |
Uit de Regeerakkoord envelop Bedrijfsopvolging agrarische sector (in totaal € 75 mln.) is in 2019 € 50 mln. toegevoegd aan de begroting van LNV ten behoeve van de borgstelling vermogensversterkende kredieten, een aparte module binnen de Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL) en voor een opleidings- en coachingstraject. Met deze middelen wordt invulling wordt gegeven aan de maatregel uit het Regeerakkoord met betrekking tot het stimuleren van bedrijfsovernames door jonge boeren (zie TK 35 000 XIV, nr. 70). De geraamde storting betreft voor € 45,9 mln. de middelen voor de borgstelling vermogensversterkende kredieten die dit jaar nog niet tot besteding leiden. De overige € 3,2 mln. betreft de jaarlijkse storting voor de «reguliere» Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL). De onttrekking wordt gedaan voor de geraamde verliesdeclaraties eveneens voor de reguliere BL.
Begrotingsreserve Apurement
Stand 1/1/2019 |
92.307 |
+ Geraamde storting |
5.000 |
– Geraamde onttrekking |
3.100 |
Stand (raming) per 31/12/2019 |
94.207 |
De reserve apurement is bestemd voor het betalen van financiële correcties die door de Europese Commissie worden opgelegd- als de uitvoering van het EU-beleid niet conform de gestelde voorschriften is. Voor het compenseren van correcties, wordt het budget voor de storting met € 5 mln. opgehoogd. De onttrekking betreft geraamde uitgaven aan opgelegde correcties.
Budgettaire gevolgen van beleid,
Beleidsartikel 12 Natuur en biodiversiteit
Vastgestelde begroting 2019 |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||
VERPLICHTINGEN |
113.864 |
110.333 |
– 170 |
526.756 |
636.919 |
Waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
|||
Waarvan overige verplichtingen |
113.864 |
110.333 |
– 170 |
526.756 |
636.919 |
UITGAVEN |
128.010 |
122.818 |
190 |
526.963 |
649.971 |
Waarvan juridisch verplicht (percentage) |
90% |
90% |
|||
Subsidies |
2.515 |
2.515 |
51 |
33.262 |
35.828 |
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit |
1.037 |
1.037 |
24 |
– 61 |
1.000 |
Natuur en biodiversiteit op land |
693 |
693 |
9 |
86 |
788 |
Beheer Kroondomein |
785 |
785 |
18 |
– 13 |
790 |
Regio Deal |
0 |
0 |
0 |
33.250 |
33.250 |
Leningen |
27.345 |
27.345 |
– 1.000 |
0 |
26.345 |
Rente en aflossingen voor bestaande leningen (EHS & PNB) |
27.345 |
27.345 |
– 1.000 |
26.345 |
|
Opdrachten |
42.364 |
35.241 |
– 224 |
– 4.816 |
30.201 |
Natuur en Biodiversiteit Grote wateren |
11.311 |
11.001 |
– 249 |
– 2.461 |
8.291 |
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit |
5.859 |
3.934 |
– 123 |
10 |
3.821 |
Overige stelselactiviteiten |
1.599 |
3.275 |
– 108 |
620 |
3.787 |
Internationale Samenwerking |
3.715 |
3.335 |
0 |
– 512 |
2.823 |
Natuur en Biodiversiteit op land |
10.961 |
10.877 |
89 |
– 2.004 |
8.962 |
Caribisch Nederland |
419 |
1.719 |
450 |
– 369 |
1.800 |
Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit |
8.500 |
200 |
0 |
300 |
500 |
Regio Deals |
900 |
– 283 |
– 400 |
217 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
27.893 |
29.123 |
711 |
– 3.243 |
26.591 |
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland |
18.336 |
18.336 |
1.6811 |
– 511 |
19.506 |
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit |
9.557 |
10.787 |
– 9701 |
– 2.732 |
7.085 |
Bijdragen ZBO’s/RWT’s |
26.505 |
26.625 |
652 |
668 |
27.945 |
Staatsbosbeheer |
26.505 |
26.625 |
652 |
668 |
27.945 |
Bijdragen aan medeoverheden |
200 |
200 |
0 |
1.500 |
1.700 |
Caribisch Nederland |
200 |
200 |
0 |
1.500 |
1.700 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
1.188 |
1.769 |
0 |
– 408 |
1.361 |
Contributies |
1.188 |
1.769 |
0 |
– 408 |
1.361 |
Storting begrotingsreserves |
500.000 |
500.000 |
|||
Begrotingsreserve stikstof |
0 |
0 |
0 |
500.000 |
500.000 |
ONTVANGSTEN |
45.861 |
46.660 |
– 735 |
– 3.386 |
42.539 |
Landinrichtingsrente |
34.940 |
35.940 |
– 1.000 |
0 |
34.940 |
Verkoop gronden |
5.000 |
5.000 |
0 |
0 |
5.000 |
Overige |
5.921 |
5.720 |
265 |
– 3.386 |
2.599 |
In de 1e suppletoire is per abuis het budget voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit opgehoogd. Dit terwijl het budget van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland opgehoogd had moeten worden. Dit is gecorrigeerd in de Miljoenennota 2020.
Toelichting op de uitgaven en verplichtingen
Subsidies
Regiodeal
Vanuit het Regeerakkoord zijn middelen ter beschikking gesteld voor regionale opgaven via de Regio Deals. De verhoging van dit subsidiebudget met € 33,2 mln betreft het tweede voorschot van de 2e tranche voor een Regio Deal met Rotterdam-Zuid ten behoeve van het uitvoeringsprogramma Rotterdam-Zuid. Met de uitvoering van een samenhangend pakket van maatregelen, gericht op onderwijs(achterstanden), werk(loosheid), wonen (verpaupering en verduurzaming), (on)veiligheid/ondermijnende criminaliteit en cultuur wordt getracht om Rotterdam Zuid in de periode tot 2030 vanuit een forse achterstandspositie naar het gemiddelde niveau van de G4 te krijgen.
Opdrachten
Natuur en biodiversiteit grote wateren
De verlaging van het budget met € 2,7 mln. wordt voor een deel veroorzaakt door het overhevelen van middelen naar andere begrotingshoofdstukken (€ 0,8 mln.). Het betreft onder meer een overheveling naar het Ministerie van IenW in verband met uitgaven voor de Kaderrichtlijn Marien (€ 0,5 mln.). Ook wordt € 0,4 mln. overgeheveld naar artikel 11 voor een bijdrage aan Wageningen Research met betrekking tot onderzoek naar de bruinvis. Tot slot zijn enkele deelprojecten vertraagd in de uitvoering waardoor er minder is gerealiseerd dan de oorspronkelijke raming.
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit
De verlaging van het budget van € 2,4 mln. komt met name doordat de uitgaven ten behoeve van activiteiten binnen het natuur-domein bij de NVWA lager uitvallen dan eerder geraamd.
Storting begrotingsreserves
Begrotingsreserve stikstof
Het budget voor de storting in de begrotingsreserve stikstof wordt verhoogd met € 500 mln. Bij de toelichting op de begrotingsreserves wordt deze reserve toegelicht.
Toelichting op de ontvangsten
Overige ontvangsten
De ontvangsten vallen € 3,1 mln. lager uit dan begroot, met name door het vervallen van opbrengsten van taken die gedecentraliseerd zijn naar de provincies, zoals het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP2).
Toelichting op de begrotingsreserves
Begrotingsreserve stikstof
Stand 1/1/2019 |
0 |
+ Geraamde storting |
500.000 |
– Geraamde onttrekking |
0 |
Stand (raming) per 31/12/2019 |
500.000 |
Het kabinet zal mogelijk bron- en natuurherstelmaatregelen nemen om reductie van stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden te realiseren. Omdat de aard en timing van de eventuele aanvullende maatregelen nog onzeker is, heeft het kabinet besloten om voor deze eventuele maatregelen een tijdelijke begrotingsreserve in te stellen. De reserve loopt tot en met 2021. De reserve wordt in 2019 eenmalig gevuld met € 500 mln. Het Ministerie van LNV coördineert de set aan maatregelen om stikstof te reduceren.
Artikel 50 Apparaat
Stand vastgestelde begroting 2019 |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||
VERPLICHTINGEN |
108.907 |
123.940 |
9.227 |
10.731 |
143.898 |
UITGAVEN |
108.907 |
123.940 |
9.227 |
10.731 |
143.898 |
Personele uitgaven |
73.513 |
81.346 |
13.760 |
– 2.758 |
92.348 |
– waarvan eigen personeel |
65.197 |
72.870 |
10.118 |
– 7.707 |
75.281 |
– waarvan externe inhuur |
2.150 |
2.310 |
4.705 |
7.015 |
|
– waarvan overige personele uitgaven |
6.166 |
6.166 |
3.642 |
244 |
10.052 |
Materiële uitgaven |
35.394 |
42.594 |
– 4.533 |
13.489 |
51.550 |
– waarvan ICT1 |
520 |
520 |
520 |
||
– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU) |
11.873 |
11.873 |
900 |
312 |
13.085 |
– waarvan SSO DICTU |
11.772 |
11.772 |
642 |
7076 |
19.490 |
– waarvan overige materiële uitgaven |
11.229 |
18.429 |
– 6.075 |
6.101 |
18.455 |
ONTVANGSTEN |
2.786 |
2.786 |
0 |
0 |
2.786 |
Het totaal van de ICT uitgaven van het kerndepartement bestaat uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan de SSO DICTU.
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 11 mln.
Eigen personeel:
Het budget voor eigen personeel wordt per saldo verhoogd met € 2,4 mln. Dit komt onder andere door een overheveling van Artikel 51 met betrekking tot de personele kosten die samenhangen met de herinrichting van LNV. Ook neemt het budget voor personele kosten toe doordat de salariskosten voor de landbouwraden overgeheveld worden vanaf Artikel 11. Tevens wordt de loonbijstelling vanaf Artikel 51 aan het budget toegevoegd.
Externe inhuur
Het budget voor externe inhuur wordt verhoogd als gevolg van een overheveling vanuit artikel 51 met betrekking tot externe inhuur in het kader ICT kosten die samenhangen met de herinrichting van LNV (€ 4,7 mln.).
Overige personele uitgaven
Het budget voor overige personele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 3,9 mln. Dit komt met name door technische herschikkingen binnen Artikel 50.
Materiële uitgaven
Het budget voor materiele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 8,9 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door de bijdrage aan DICTU. Dit betreft een overheveling van Artikel 51 met betrekking tot de ICT kosten die samenhangen met de herinrichting van LNV.
Artikel 51 Nog onverdeeld
Stand vastgestelde begroting 2019 |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||
VERPLICHTINGEN |
31.204 |
57.559 |
1.680 |
– 59.239 |
0 |
UITGAVEN |
31.204 |
57.559 |
1.680 |
– 59.239 |
0 |
Prijsbijstelling |
0 |
5.552 |
– 5.552 |
0 |
0 |
Loonbijstelling |
0 |
15.460 |
– 15.460 |
0 |
0 |
Onvoorzien |
31.204 |
36.547 |
22.692 |
– 59.239 |
0 |
ONTVANGSTEN |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Prijsbijstelling en Loonbijstelling
De loon- en prijsbijstellingstranche 2019 is bij Voorjaarsnota 2019 op artikel 51 «Nog onverdeeld» geplaatst. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstelling is reeds toebedeeld aan de budgetten van de relevante artikelen op de LNV begroting.
Onvoorzien
Het verlagen van het budget van € 36,5 mln. ten opzichte van de 1e suppletoire begroting is het saldo van verschillende mutaties. Het saldo bestaat voornamelijk uit de toedeling van middelen naar andere artikelen op de LNV-begroting (€ –28,9 mln.) Het betreft middelen ten behoeve van de implementatie van het GLB (€ 7,6 mln.), compensatie voor de NVWA in verband met hogere kosten voor de Cloud Werkplek (€ 3,1 mln.) en ICT-middelen voor de herinrichting van LNV en EZK (€ 11,3 mln.).
Daarnaast heeft LNV generale middelen ontvangen van de Aanvullende post van het Ministerie van Financiën in het kader van de Regiodeals (€ 146 mln.). Deze middelen zijn vervolgens voor het merendeel overgeheveld naar het Gemeente- en Provinciefonds. Het restant is overgeheveld naar artikel 12, met betrekking tot de Regiodeal Rotterdam Zuid en de Regiodeal Saba.
Daarnaast worden er gelden overgeheveld naar andere begrotingshoofdstukken (€ 6 mln.), waaronder € 2,5 mln. aan het Gemeentefonds ten behoeve van een bijdrage aan de Floriade 2022.
Tot slot vinden nog enkele overige mutaties plaats (€ –3 mln.), wat met name veroorzaakt wordt door een kasschuif van € 2,1 mln. in het kader van ICT kosten met als gevolg van de herinrichting van LNV.
Begroting agentschap 2019 (bedragen x € 1.000)
Omschrijving |
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1)+(2)+(3) |
---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting |
Mutaties 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
|
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
171.728 |
28.173 |
199.901 |
|
Omzet overige departementen |
90.786 |
1.534 |
92.320 |
|
Omzet derden |
103.418 |
– 4.846 |
98.572 |
|
Rentebaten |
– |
0 |
0 |
|
Vrijval voorzieningen |
– |
0 |
0 |
|
Bijzondere baten |
– |
0 |
0 |
|
Totaal baten |
365.932 |
24.861 |
390.794 |
|
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
345.581 |
36.953 |
382.534 |
|
– Personele kosten |
205.270 |
29.148 |
234.417 |
|
– Waarvan eigen personeel |
171.390 |
24.483 |
195.872 |
|
– Waarvan externe inhuur |
20.581 |
7.462 |
28.043 |
|
– Waarvan overige personele kosten |
13.299 |
– 2.797 |
10.502 |
|
– Materiële kosten |
140.311 |
7.805 |
148.117 |
|
– Waarvan Bijdrage aan SSO's |
47.166 |
10.342 |
57.509 |
|
– Waarvan overige materiële kosten |
93.145 |
– 2.537 |
90.608 |
|
Rentelasten |
98 |
0 |
98 |
|
Afschrijvingskosten |
19.753 |
– 4.044 |
15.709 |
|
– Materieel |
5.489 |
– 1.463 |
4.027 |
|
– Waarvan apparaat ICT |
– |
0 |
0 |
|
– Immaterieel |
14.264 |
– 2.581 |
11.682 |
|
Overige lasten |
500 |
0 |
500 |
|
– Dotaties voorzieningen |
500 |
0 |
500 |
|
– Bijzondere lasten |
– |
0 |
0 |
|
Totaal lasten |
365.932 |
32.909 |
398.841 |
|
Saldo van baten en lasten |
0 |
– 8.048 |
– 8.048 |
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
In de loop van het jaar heeft de NVWA voor € 28,1 mln. aan aanvullende opdrachten ontvangen, waaronder een hogere bijdrage voor problematiek reistijd=werktijd (€ 7,6 mln.) en voor de derving van inkomsten, omdat de initiële opleidingskosten dierenartsen van NVWA en KDS niet meer mogen worden geretribueerd volgens uitspraak van het College voor Beroep van het Bedrijfsleven (€ 4,4 mln.), voor de herbezinning als gevolg van het stopzetten van Inspect (€ 3 mln.), voor juridische taken overgedragen door de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (€ 2,1 mln.), het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn (€ 2,1 mln.), voor verbetermaatregelen na aanleiding van het 2-Solve-rapport (€ 1,6 mln.), voor indexering van de retributietarieven (€ 1,3 mln.), voor verlaging van de retributietarieven in verband met het nieuwe lab Food Safety Researchcenter (WFSR) (€ 1 mln.), voor Brexit (€ 1 mln.), voor de nieuwe Controleverordening (€ 1,0 mln.), voor de kosten van vervoersdocumenten export dierlijke mest uit e-CertNL (€ 0,7 mln.), voor controles in het kader van de Basis Betalingsregelingen (€ 0,6 mln.), voor digitale postverwerking (€ 0,5 mln.) en diverse andere activiteiten (€ 1,2 mln.).
Omzet overige departementen
Van het Ministerie van VWS is per saldo € 0,6 mln. extra aan middelen ontvangen. Dit komt door extra activiteiten in verband met exotische muggen, alcohol en tabak en productveiligheid enerzijds en door een lagere lab-bijdrage vanwege opgelopen vertraging van de fusie van het lab voedselveiligheid (WFSR) anderzijds. Daarnaast wordt meerwerk verricht in opdracht van de provincies van € 0,9 mln. (Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer).
Omzet derden
De retributie-activiteiten vallen tegen, waardoor de inkomsten ca. € 4,8 mln. lager uitkomen.
Toelichting op de lasten
Tegenover de hogere baten staan ook hogere lasten. Vooral de extra werkzaamheden voor LNV en VWS hebben geleid tot een toename van de salariskosten, van de overige personele kosten, maar ook de kosten van autoleasing en de ICT (werkplekservices). De stijging van de leasekosten is het gevolg van een stijging van het aantal dienstauto’s en van duurdere (bijv. elektrische) auto’s. Hier staat een beperkte daling tegenover van de afschrijvingskosten van auto’s (eigen aanschaf).
De vertraging van de fusie labs (WFSR) heeft geleid tot een stijging bij enkele kostensoorten (personeel, huisvesting en ICT), maar een daling van andere kostensoorten (met name van de specifieke kosten).
Toelichting op het resultaat
Omdat de kosten sterker toenemen dan de baten, ontstaat een verwacht resultaat van ca. € –8,0 mln. Dit komt door de tegenvallende retributie-opbrengsten enerzijds en hogere personeelskosten anderzijds.
Kasstroomoverzicht over het jaar 2019 (bedragen x € 1.000)
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1)+(2)+(3) |
|
---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting |
Mutaties 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
|
Rekening courant RHB 1 januari (incl. deposito) |
66.831 |
0 |
66.831 |
|
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom |
365.932 |
24.861 |
390.794 |
|
–/– totaal uitgaven operationele kasstroom |
– 346.179 |
– 36.953 |
– 383.132 |
|
Totaal operationele kasstroom |
19.753 |
– 12.091 |
7.662 |
|
–/– totaal investeringen |
– 15.315 |
9.215 |
– 6.100 |
|
+/+totaal boekwaarde desinvesteringen |
3.408 |
0 |
3.408 |
|
Totaal investeringskasstroom |
– 11.907 |
9.215 |
– 2.692 |
|
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
|
+/+ eenmalige storting door moederdepartement |
0 |
0 |
0 |
|
–/– aflossingen op leningen |
– 16.446 |
1.727 |
– 14.719 |
|
+/+ beroep op leenfaciliteit |
15.315 |
– 9.215 |
6.100 |
|
Totaal financieringskasstroom |
– 1.131 |
– 7.488 |
– 8.619 |
|
Rekening courant RHB 31 december (incl. deposito) (=1+2+3+4) |
73.545 |
– 10.364 |
63.182 |
De totale kasstroom is € 10,4 mln. lager. Het verschil kan als volgt worden gespecificeerd:
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom 2019 is € 12,1 mln. lager. Dit bestaat uit de som van het saldo van baten en lasten (€ 8,1 mln. lager) en afschrijvingskosten (€ 4,0 mln. lager)
Investeringskasstroom
De investeringskasstroom 2019 is € 9,2 mln. minder hoog dan begroot, omdat de ontwikkeling van Inspect is gestopt en een herbezinningsperiode is ingelast.
Financieringskasstroom
De totale financieringskasstroom 2019 is € 7,5 mln. lager dan begroot. Dit komt vooral omdat het beroep op de leenfaciliteit € –9,2 mln. minder groot was. Door de daling van de investeringen, hoeft immers ook minder te worden geleend. De uitgaven in verband met aflossingen op leningen vallen € 1,7 mln. lager uit, omdat in 2018 uiteindelijk minder is geleend dan begroot.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
2019 Vastgestelde begroting |
2019 Stand 2e suppletoire begroting |
|
---|---|---|
Gemiddelde kostprijs (€/uur) |
104,29 |
104,29 |
Tarieven |
||
Index 2012 = € 94,07 = 100 |
110,86 |
110,86 |
Omzet per productgroep (in € mln.) |
||
Handhaven |
188,4 |
204,2 |
Keuren certificering op afstand |
6,6 |
7,0 |
Keuren import |
11,8 |
12,5 |
Keuren export, slachthuizen en overige activiteiten |
57,7 |
61,1 |
FTE |
||
Aantal FTE (excl. Externe inhuur)1 |
2.159 |
2.447 |
Verhouding FTE direct/indirect (exclusief externe inhuur) |
1.689/470 |
1914/533 |
Salariskosten per fte |
79.399 |
79.399 |
Saldo van baten en lasten |
||
Saldo van baten en lasten als % van de totale baten |
0% |
– 2% |
Kwaliteit |
||
Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten en meldingen |
90% |
90% |
Tijdig betaalde facturen (< 30 dagen) |
95% |
95% |
De gerealiseerde gemiddelde bezetting is niet alleen exclusief herplaatsingskandidaten, maar ook exclusief VanWerkNaarWerk-kandidaten.
(Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Stand vastgestelde begroting 2019 |
Stand 1esuppletoire begroting 2019 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2019 |
Stand 2e suppletoire begroting 2019 |
||
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||
01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen |
|||||
Verplichtingen |
34.585 |
57.702 |
2.571 |
100 |
60.373 |
Uitgaven |
34.585 |
57.702 |
2.571 |
100 |
60.373 |
waarvan juridisch verplicht |
70% |
||||
Beginsaldo |
23.117 |
– 23.117 |
0 |
||
Programma-uitgaven |
|||||
Opdrachten |
|
|
|||
1. Bewaking van dierziekten |
19.686 |
19.686 |
161 |
19.847 |
|
2. Bestrijding van dierziekten |
12.139 |
12.139 |
– 1.134 |
11.005 |
|
3. Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen |
|||||
4.Overig |
2.760 |
2.760 |
0 |
0 |
2.760 |
5.DGF-saldo |
0 |
17.928 |
1.073 |
19.001 |
|
6.Crisisreserve |
0 |
7.760 |
7.760 |
||
Ontvangsten |
34.585 |
57.702 |
2.571 |
100 |
60.373 |
Ontvangsten van LNV |
4.387 |
27.504 |
– 23.117 |
100 |
4.487 |
Overige ontvangsten (zoals EU en sector) |
30.198 |
30.198 |
– 30.198 |
0 |
|
Ontvangsten van sector |
0 |
21.099 |
21.099 |
||
Bijdrage sector crisisreserve |
0 |
7.760 |
7.760 |
||
Ontvangsten van EU |
0 |
3.910 |
3.910 |
||
Ontvangsten Saldo DGF |
0 |
23.117 |
23.117 |
Toelichting op de uitgaven
Beginsaldo
Bij eerste suppletoire begroting is het eindsaldo van het fonds van vorig jaar toegevoegd aan het budget voor 2019. Dit is in lijn met de afspraken ten aanzien van de fondssystematiek. Om de presentatie van de cijfers duidelijker en transparanter te maken is bij Ontwerpbegroting 2020 een nieuwe indeling van de budgettaire tabel geïntroduceerd. Daarin wordt een nieuwe post DGF-saldo onder het instrument Opdrachten opgenomen. De afgelopen voorjaar toegevoegde middelen (€ 23,1 mln.) worden nu overgeheveld naar deze nieuwe post.
Opdrachten
DGF-saldo
Aan deze nieuwe post worden de bij eerste suppletoire begroting aan het fonds toegevoegde middelen opgenomen (€ 23,1 mln.). Aanvullend wordt de in de Ontwerpbegroting 2020 opgenomen bijstelling van de raming van het eindsaldo 2019 verwerkt (€ –5,2 mln.) alsook de actualisatie van de raming bij Najaarsnota (€ 1 mln.). De raming van het eindsaldo van het DGF voor 2019 komt hiermee uit op € 19 mln.
Crisisreserve
In het convenant met de sector voor de periode 2015–2019 zijn afspraken gemaakt over de opbouw van een crisisreserve via door de sector betaalde heffingen ten behoeve van uitbraken van dierziekten. Deze reserve vormt een aanvulling op het fondssaldo. Het DGF-saldo bestaat uit middelen die in beginsel eveneens beschikbaar zijn in geval er sprake is van een dierziektecrisis. Met de opbouw van de crisisreserve is in 2019 begonnen (€ 7,8 mln.). Indien er in 2019 geen aanspraak wordt gedaan op de crisisreserve zullen de in 2019 gereserveerde middelen bij eerste suppletoire begroting 2020 naar 2020 worden overgeheveld.
Toelichting op de ontvangsten
Net als aan de uitgavenkant van de budgettaire tabel zijn er ook aan de ontvangstenkant wijzigingen in de presentatie doorgevoerd in de Ontwerpbegroting 2020. Dit heeft diverse herschikkingen tot gevolg die hierna worden toegelicht.
Ontvangsten van LNV
Bij eerste suppletoire begroting is het eindsaldo van het fonds toegevoegd aan de begroting van het fonds voor 2019. Deze middelen zijn als ontvangst geboekt op deze post en worden nu overgeheveld naar de nieuwe post Ontvangsten saldo DGF (€ –23,1 mln.).
Overige ontvangsten (zoals EU en sector)
De middelen op deze post worden overgeheveld naar de nieuwe posten Ontvangsten van EU (€ 3,9 mln.) en Ontvangsten van sector (21 mln.). Daarnaast wordt deze post verlaagd met € 5,1 mln. in verband met de bijstelling van de raming van het eindsaldo van het DGF.
Ontvangsten van sector
Op deze nieuwe post worden de ontvangsten vanuit de sector opgenomen (€ 21 mln.)
Bijdrage sector crisisreserve
Er zijn afspraken met de sector gemaakt over de opbouw van een crisisreserve. Zie hiervoor de toelichting bij dezelfde post aan de uitgavenkant van het fonds (€ 7,8 mln.)
Ontvangsten van EU
Op deze nieuwe post worden de ontvangsten vanuit de EU opgenomen (€ 3,9 mln.)
Ontvangsten saldo DGF
Op deze nieuwe post wordt in het vervolg de ontvangst geboekt als gevolg van het toevoegen van het eindsaldo van het DGF van het vorige jaar aan het huidige begrotingsjaar. De in het voorjaar 2019 ontvangen € 23,1 mln. wordt nu naar deze post overgeheveld.