Gepubliceerd: 26 november 2019
Indiener(s): Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35350-XII-2.html
ID: 35350-XII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2019‒2020

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2019 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel.

Ondergrenzen confrom RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Deze verdiepingsslag is als volgt opgebouwd:

  • 1. In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2019 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Tweede suppletoire begroting.

  • 2. In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen, die op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijzing van de begroting 2019 (Kamerstukken II 2018-2019, 35 210 XII, nr 1). Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.

  • 3. In de artikelsgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen) zijn in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid de mutaties in de Tweede suppletoire begroting 2019 uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de, aan uw Kamer voorgelegde, Ontwerpbegroting 2020 (Kamerstukken II 2019-2020, 35 300 XII, nr 2) toegelicht. De begrotingsmutaties van de najaarsnota worden toegelicht op basis van bovengenoemde staffel en/of beleidsmatig relevant.

  • 4. In de paragraaf agentschappen (zie paragraaf 5) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

2 Het beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de Miljoenennota 2020. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 2.2 (de beleidsartikelen) en 2.3 (de niet-beleidsartikelen).

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2019

Ontvangsten 2019

Stand vastgestelde begroting 2019

 

9.552.760

19.378

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

9.628.349

43.626

Stand na Incidentele Suppletoire Begroting

 

9.635.899

43.626

Mutaties Miljoenennota 2020

 

‒ 1.551.837

11.431

    

Belangrijkste suppletoire mutaties

   

1. Interdepartementale overboekingen

   

- Waarvan uit het Infrastructuurfonds

26

‒ 26.915

 

- Waarvan uit het Deltafonds

26

671

 

- Waarvan uit de Hoofdstuk XII

div

12.032

 

2. Eindejaarsmarge

div

‒ 5.000

 

3. Buisleidingen

14

‒ 1.669

‒ 1.669

4. Diversen

div

‒ 78

‒ 78

Stand 2e suppletoire begroting 2019

 

8.063.103

53.310

Toelichting

1. Interdepartementale overboekingen

  • Voor het Infrastructuurfonds betreffen dit met name overboekingen naar het provinciefonds, gemeentefonds dan wel het BTW compensatiefonds. Zoals middelen voor: snelfietsroutes (€ 3 miljoen), Blankenburgverbinding (€ 3 miljoen), geluidsmaatregelen (€ 5 miljoen), Rotterdamsebaan (€ 13 miljoen) en slimme/ duurzame mobiliteit (€ 6 miljoen). Daarnaast ontvangt RWS € 2,5 miljoen van EZK ten behoeve van de informatieplicht enenergiebesparingsplicht uit de Wet milieubeheer. Rijkswaterstaat heeft hiervoor een ondersteuningsfaciliteit opgezet om uitvoering te geven aan deze opgave.

  • Op het Deltafonds betreft dit met name een bijdrage van EZK voor adviseringskosten EEZ zones (€ 0,4 miljoen) en een bijdrage van LNV voor KRM monitoring (€ 0,2 miljoen).

  • Op Hoofdstuk XII wordt dit met name veroorzaakt door een overboeking vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken (€ 15,0 miljoen). In het Klimaatakkoord is afgesproken dat het Rijk voor de periode 2019 tot en met 2021 middelen beschikbaar stelt (€ 150 miljoen). Deze middelen zijn aanvullend op de reeds gereserveerde middelen in de Klimaatenvelop. Daarvan is in totaal € 15 miljoen bestemd voor regionale samenwerkingsverbanden zoals beschreven in de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) om gemeenten te ondersteunen bij de plaatsing van laadinfrastructuur en de afspraken uit de NAL uit te kunnen voeren. Omdat het ministerie van IenW beleidsverantwoordelijk is, worden de middelen via deze begroting naar de gemeenten overgemaakt. Tevens wordt € 2 miljoen overgemaakt naar het Gemeentefonds ten behoeve van de procesondersteuning voor Ruimtelijke Adaptatie maatregelen. Ook vindt er een bijdrage van € 1 miljoen plaats aan Bonaire voor de financiering van de herstelwerkzaamheden aan de irrigatieleiding van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI).

2. Eindejaarsmarge Op het programma «Asbest eraf, duurzaam erop» is met name als gevolg van de besluitvorming in de Eerste Kamer omtrent het niet doorgaan van het wettelijke verbod op asbestdaken een vertraging opgetreden van € 5 miljoen. Deze middelen worden dit jaar ingeleverd en volgend jaar opgevraagd middels de eindejaarsmarge om dan uitvoering te geven aan dit programma

3. Deasldering Buisleidingen In 2019 wordt 1,7 miljoen euro minder ontvangen voor ontvangsten Buisleidingenstraat. Omdat de opbrengsten uit hoofde van de Stichting buisleidingen sinds jaar en dag onzeker zijn, is daartoe een reservering getroffen binnen de Investeringsruimte Hoofdwegennet. Dit tekort wordt gedekt uit de reservering binnen de Investeringsruimte Hoofdwegennet op het Infrastructuurfonds.

3 De beleidsartikelen

In de tabellen budgettaire gevolgen van beleid zijn de mutaties in de Tweede suppletoire begroting 2019 uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de, aan uw Kamer voorgelegde, Ontwerpbegroting 2020 (Kamerstukken II 2019-2020, 35 300 XII, nr. 2) toegelicht. De najaarsnotamutaties worden onder de tabellen op het niveau van het artikelonderdeel toegelicht. Dit rekening houdend met de normering zoals eerder met uw Kamer is gedeeld.

3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 11 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

30.755

44.213

‒ 664

‒ 786

42.763

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

45.362

54.519

‒ 844

‒ 907

52.768

Waarvan juridisch verplicht

 

76%

  

95%

11.01 Algemeen waterbeleid

33.424

41.739

‒ 494

‒ 536

40.709

11.01.01 Opdrachten

5.720

10.443

‒ 4.998

‒ 961

4.484

- Intensivering Ruimtelijke Adaptie

 

5.570

‒ 4.911

‒ 600

59

- Overige Opdrachten

5.720

4.873

‒ 87

‒ 361

4.425

11.01.02 Subsidies

12.792

16.231

420

45

16.696

- Incidentele subsidie WKB

1130

1130

420

17

1.567

- Blue Deal (HGIS)

0

1200

  

1.200

- Partners voor Water 4 (HGIS)

11.602

13.841

  

13.841

- Overige Subsidies

60

60

 

28

88

11.01.03 Bijdragen aan agentschappen

14.862

15.015

476

397

15.888

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

14.440

14.193

424

 

14.617

- Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI

422

822

52

397

1.271

11.01.04 Bijdrage aan medeoverheden

50

50

3.608

‒ 17

3.641

11.02 Waterveiligheid

2.992

3.380

‒ 50

‒ 170

3.160

11.02.01 Opdrachten

2.992

3.380

‒ 50

‒ 170

3.160

11.03 Grote oppervlaktewateren

2.408

1.715

 

‒ 115

1.600

11.03.01 Opdrachten

2.408

1.715

 

‒ 115

1.600

11.04 Waterkwaliteit

6.538

7.685

‒ 300

‒ 86

7.299

11.04.01 Opdrachten

3.823

5.282

‒ 300

‒ 140

4.842

11.04.02 Subsidies

400

400

  

400

11.04.04 Bijdrage aan medeoverheden

500

500

  

500

11.04.05 Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.815

1.503

 

54

1.557

Ontvangsten

 

12.465

  

12.465

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie is met name gerelateerd aan de hieronder toegelichte kasmutaties.

Uitgaven

11.01 Algemeen Waterbeleid

Intensivering ruimtelijke adaptatie

De verlaging van het kasbudget van € 0,5 miljoen wordt met name veroorzaakt door een bijdrage van IenW van € 2 miljoen aan het Gemeentefonds voor procesondersteuning Ruimtelijke Adaptatie. Met deze bijdrage ondersteunt IenW decentrale overheden bij het realiseren van een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting. Daarentegen wordt het kasbudget verhoogd door een overheveling van € 1,4 miljoen vanuit het Deltafonds naar hoofdstuk XII artikel 11 ten behoeve van Intensivering Ruimtelijke Adaptatie voor de uitwerking van de onderdelen procesondersteuning uitvoering stresstesten en de risicodialogen.

Overige opdrachten

De verlaging van het kasbudget wordt met name veroorzaakt door een bijdrage aan het KNMI van € 0,2 miljoen voor het onderzoek zeespiegelstijging en door de aangegane samenwerking van IenW met het Green Climate Fund (GCF) voor Water en klimaatadaptatieprojecten (€ 0,2 miljoen).

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 13 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

26.820

31.869

366

950

33.185

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

 

41.436

40.660

‒ 5.734

‒ 872

34.054

Waarvan juridisch verplicht

 

100%

  

100%

13.04 Ruimtegebruik bodem

36.723

35.947

‒ 5.606

153

30.494

13.04.01 Opdrachten

16.416

16.745

‒ 3.433

‒ 1.709

11.603

13.04.02 Subsidies

13.480

14.924

‒ 2.522

2.449

14.851

-Bedrijvenregeling

8.657

7.501

‒ 2.522

3.449

8.428

-Subsidie Caribisch Nederland

4.823

7.423

 

‒ 1.000

6.423

13.04.03 Bijdragen aan agentschappen

3.566

3.691

104

 

3.795

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

3.566

3.691

104

 

3.795

13.04.04 Bijdragen aan medeoverheden

3.261

587

245

‒ 587

245

- Waarvan bijdrage aan Caribisch Nederland

 

144

245

‒ 144

245

- Meerjarenprogramma Bodem

3.261

443

 

‒ 443

 

13.05 Eenvoudig Beter

4.713

4.713

‒ 128

‒ 1.025

3.560

13.05.01 Opdrachten

2.353

2.353

‒ 128

‒ 1.025

1.200

13.05.03 Bijdragen aan agentschappen

2.360

2.360

  

2.360

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

2.360

2.360

  

2.360

Ontvangsten

 

4.450

4.450

 

‒ 1.229

3.221

Toelichting

Verplichtingen

De wijzigingen bij de Tweede suppletoire begroting 2019 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Uitgaven

13.04 Ruimtegebruik bodem

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget van € 1,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door de bijdrage van de Provincie Zuid-Holland van € 1,5 miljoen voor de bodemsaneringsopgave van het EMK Stormpolderdijk-terrein te Krimpen a/d IJssel die in 2020 wordt ontvangen in plaats van 2019. Er is een langere voorbereidingstijd benodigd om de aanpak van de uit te voeren bodemsanering vast te stellen en af te stemmen met de betrokken partijen.

Subsidies

De verhoging van het kasbudget subsidies van € 2,4 miljoen wordt veroorzaakt door een aanvulling van het budget van € 3,4 miljoen om een aanvraag van stichting Bodembeheer Nederland inzake aanvullende bodemsaneringsmiddelen te kunnen accorderen. Deze budgetschuif wordt gefaciliteerd via het Meerjarenprogramma Bodem. Daarentegen wordt het budget verlaagd met € 1 miljoen door een overboeking binnen het artikelonderdeel van Subsidies Caribisch Nederland naar Meerjarenprogramma Bodem. De door IenW beschikbaar gestelde middelen worden niet via een subsidie betaald, maar door middel van een budgetoverheveling naar het Ministerie van BZK beschikbaar gesteld aan Bonaire.

13.05 Eenvoudig Beter

Opdrachten

De verlaging van het kasbudget op het artikelonderdeel Eenvoudig Beter wordt veroorzaakt door een bijdrage van € 1 miljoen vanuit artikel 13 naar artikel 20 voor werkzaamheden in het kader van de Omgevingswet. De werkzaamheden betreffen de ontwikkeling van Informatie Producten Geluid in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en het verzamelen en beheren van gegevens voor het Register Externe Veiligheidsrisico’s.

3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Stand na Incidentele suppletoire begroting (ISB) (3)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)= (3+4)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

76.987

98.022

100.572

15.692

19.387

135.651

Waarvan garantieverplichtingen

      

Uitgaven

93.317

112.610

115.160

‒ 13.393

15.578

117.345

Waarvan juridisch verplicht

 

43%

   

83%

14.01 Netwerk

76.797

96.090

98.640

‒ 13.368

14.026

99.298

14.01.01 Opdrachten

24.301

26.949

29.499

7.404

‒ 2.764

34.139

- Beter Benutten

7.402

11.052

11.052

1.013

986

13.051

- Overige Opdrachten

16.899

15.897

18.447

6.391

‒ 3.750

21.088

- Klimaatakkoord

      

14.01.02 Subsidies

42.816

39.604

39.604

‒ 24.910

1.033

15.727

- Subsidie Duurzame Mobiliteit

42.166

38.854

38.854

‒ 24.910

353

14.297

- Overige Subsidies

650

750

750

 

680

1.430

14.01.03 Bijdragen aan agentschappen

9.680

14.135

14.135

4.138

673

18.946

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

7.558

4.724

4.724

3.345

 

11.025

- Bijdrage aan agentschap Nea

2.122

3.122

3.122

281

190

3.593

- Bijdrage aan agentschap RVO

 

3.333

3.333

512

483

4.328

14.01.04 Bijdragen aan medeoverheden

 

15.202

15.202

 

15.084

30.286

- Bijdrage aan medeoverheden

    

15.000

15.000

- Waarvan bijdrage aan Caribisch Nederland

 

15.202

15.202

 

84

15.286

14.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties

 

200

200

  

200

14.02 Veiligheid

16.520

16.520

16.520

‒ 25

1.552

17.130

14.02.01 Opdrachten

6.606

6.534

6.534

‒ 25

‒ 1.299

5.210

14.02.02 Subsidies

8.370

8.370

8.370

  

8.370

- VVN

3.736

3.736

3.736

  

3.736

- SWOV

3.869

3.869

3.869

  

3.869

- Overige subsidies

765

765

765

  

765

14.02.03 Bijdragen aan agentschappen

597

669

669

  

669

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

597

669

669

  

669

14.02.05 Bijdragen aan internationale organisaties

30

30

30

  

30

14.02.06 Bijdragen aan ZBO's/RWT's

917

917

917

 

2.851

2.851

- Waarvan bijdrage aan CBR

    

1.360

1.360

- Waarvan bijdrage aan RDW

    

1.491

1.491

Ontvangsten

 

6.782

7.004

7.004

527

‒ 1.669

5.862

Toelichting

Verplichtingen

De ophoging van het verplichtingenbudget met € 15,6 miljoen bij de Tweede suppletoire begroting 2019 wordt met name veroorzaakt door een overboeking vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken (€ 15,0 miljoen). In het Klimaatakkoord is afgesproken dat het Rijk voor de periode 2019 tot en met 2021 middelen beschikbaar stelt (€ 150 miljoen). Deze middelen zijn aanvullend op de reeds gereserveerde middelen in de Klimaatenvelop. Daarvan is in totaal € 15 miljoen bestemd voor regionale samenwerkingsverbanden zoals beschreven in de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) om gemeenten te ondersteunen bij de plaatsing van laadinfrastructuur en de afspraken uit de NAL uit te kunnen voeren. Omdat het ministerie van IenW beleidsverantwoordelijk is, worden de middelen via deze begroting naar de gemeenten overgemaakt.

Uitgaven

14.01 Netwerk

Overige opdrachten

De verlaging van de overige opdrachten van € 3,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door een budgetoverheveling naar het artikelonderdeel subsidies voor extra bijdragen aan het CBR en de RDW (€ 2,9 miljoen; zie toelichting bij 14.02.06). Daarnaast vindt uitbreiding plaats van de bestaande opdrachten voor Duurzame Mobiliteit en is een nieuwe opdracht Programme Support Action Fuel Price Comparison verstrekt aan de RVO (totaal € 0,5 miljoen). Ten slotte worden middelen ingezet voor versterking van de inzet op de activiteit Anders Reizen (€ 0,2 miljoen) en vindt een overheveling plaats naar het ministerie van LNV als bijdrage aan het Programma Aanpak Stikstof (PAS; € 0,4 miljoen).

Subsidies Duurzame Mobiliteit

Vanuit het subsidiebudget Duurzame Mobiliteit wordt budget overgeheveld naar opdrachten Duurzame Mobiliteit (€ 0,3 miljoen), dit betreft een overboeking naar opdrachten Duurzame Mobiliteit ter dekking van uitgaven op het gebied van elektrische voertuigen in de stadsdistributie.

Overige subsidies

Ten behoeve van subsidies aan Wandelnet en Fietsplatform worden middelen (€ 0,7 miljoen) overgeheveld uit de investeringsruimte spoor op het Infrastructuurfonds.

14.02 Veiligheid

14.02.06 Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Gewijzigde regelgeving en het besluit tot het tijdelijk administratief verlengen van rijbewijzen voor senioren, resulteert in additionele bijdragen aan de RDW (€ 1,5 miljoen) en het CBR (€ 1,4 miljoen). Deze extra bijdragen worden gedekt vanuit het opdrachtenbudget Smart Mobility (€ 1,8 miljoen), Wegverkeersbeleid (€ 0,2 miljoen) en Verkeersveiligheid (€ 0,9 miljoen).

14.02.05 Bijdragen aan medeoverheden

De ophoging van de bijdragen aan medeoverheden met € 15,1 miljoen wordt met name veroorzaakt door een overboeking vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken (€ 15 miljoen). In het Klimaatakkoord is afgesproken dat het Rijk voor de periode 2019 tot en met 2021 middelen beschikbaar stelt (€ 150 miljoen). Deze middelen zijn aanvullend op de reeds gereserveerde middelen in de Klimaatenvelop. Daarvan is in totaal € 15 miljoen bestemd voor regionale samenwerkingsverbanden zoals beschreven in de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) om gemeenten te ondersteunen bij de plaatsing van laadinfrastructuur en de afspraken uit de NAL uit te kunnen voeren. Omdat het ministerie van IenW beleidsverantwoordelijk is, worden de middelen via deze begroting naar de gemeenten overgemaakt.

Ontvangsten

De ontvangsten vanuit de Stichting Buisleidingstraat zijn lager dan geraamd. Om deze lagere ontvangsten op te vangen wordt de reservering die hiervoor op het Infrastructuurfonds staat aangesproken (€ 1,7 miljoen).

3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

11.497

32.631

‒ 410

296

32.517

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

13.157

33.785

‒ 410

‒ 2.804

30.571

Waarvan juridisch verplicht

 

32%

  

89%

16.01 OV en Spoor

13.157

33.785

‒ 410

‒ 2.804

30.571

16.01.01 Opdrachten

5.818

7.051

‒ 410

‒ 1.800

4.841

16.01.02 Subsidies

4.013

23.014

 

‒ 1.098

21.916

- Overige subsidies

1.113

5.714

 

350

4.495

- Subsidieregeling Spoorgoederenvervoer

 

14.400

 

121

14.521

‒ 3e spoor Duitsland

2.900

2.900

 

‒ 1.569

1.331

16.01.03 Bijdrage aan agentschappen

939

964

  

964

- Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI

45

45

  

45

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

894

919

  

919

16.01.04 Bijdrage aan medeoverheden

2.287

2.656

 

121

2.777

- CLU Betuweroute en HSL

2.287

2.656

 

121

2.777

16.01.05 Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

100

100

 

‒ 27

73

Ontvangsten

 

750

  

750

Toelichting

Verplichtingen

De wijzigingen van het verplichtingenbudget bij de Tweede suppletoire begroting voor dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Binnen het totale verplichtingenbudget is voor het jaar 2019 een bedrag van € 1.861.000 aan subsidieverplichtingen opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie voor de beleidsondersteuning en voor het in stand houden van het ov-loket voor de periode 2019 tot en met 2021 aan de Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (ROVER). Doel van deze subsidies is het ondersteunen van reizigers en een loket te organiseren waar zij terecht kunnen. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

Uitgaven

16.01 OV en Spoor

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget ( ‒ € 1,8 miljoen) wordt voornamelijk veroorzaakt door een overdracht van middelen aan de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De ACM voert voor IenW opdrachten uit op het gebied van spoor ( ‒ € 1,6 miljoen).

Subsidies

Ten behoeve van de subsidieregeling Derde Spoor Duitsland worden middelen (€ 1,6 miljoen) overgeheveld naar het Infrastructuurfonds doordat er minder aanspraak op de regeling wordt gemaakt dan verwacht.

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art.17 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

40.424

51.149

‒ 24.049

12.245

39.345

Waarvan garantieverplichtingen

23.000

23.000

‒ 23.000

  

Uitgaven

27.329

31.122

‒ 836

‒ 667

29.619

Waarvan juridisch verplicht

 

45%

  

75%

17.01 Luchtvaart

27.329

31.122

‒ 836

‒ 667

29.619

17.01.01 Opdrachten

19.957

17.544

‒ 878

‒ 3.888

12.778

- Opdrachten Geluidsisolatie Schiphol

5.228

5.228

‒ 3.613

 

1.615

- Opdrachten Caribisch Nederland

7.790

4.878

200

‒ 3.126

1.952

- Overige opdrachten

6.939

7.438

2.535

‒ 762

9.211

17.01.02 Subsidies

4.142

4.052

 

98

4.150

- Leefbaarheidsfonds

1.000

1.000

  

1.000

- Subsidie tarieven Bonaire

650

650

  

650

- Overige subsidies

2.492

2.402

 

98

2.500

17.01.03 Bijdrage aan agentschappen

1.654

3.937

 

712

4.649

- Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI

14

14

  

14

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

430

213

  

213

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS t.b.v. Caribisch Nederland

1.210

3.710

 

712

4.422

17.01.04 Bijdrage aan medeoverheden

 

3.955

 

2.447

6.402

- Bijdrage Caribisch Nederland

 

3.955

 

2.447

6.402

17.01.05 Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.476

1.476

 

‒ 25

1.451

- Waarvan bijdrage aan ICAO

1.311

1.311

 

‒ 25

1.286

- Overige bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

165

165

  

165

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

100

158

42

‒ 11

189

Ontvangsten

1.365

1.225

300

‒ 38

1.487

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget is per saldo met € 12,2 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van:

  • een ophoging van het verplichtingenbudget met € 9 miljoen. Bij 1e suppletoire begroting 2020 worden de verplichingen met hetzelfde bedrag verlaagd. De verplichtingen zijn nu nodig om verplichtingen aan te kunnen gaan voor de bijzondere uitkering in 2019 en 2020 aan Sint Eustatius voor erosiebestrijding.

  • een herschikking van het verplichtingenbudget tussen artikel 18, 97, 98 ten behoeve van artikel 17 (€ 2,7 miljoen).

  • een correctie op de verplichtingen voor de opdrachten Geluidsisolatie Schiphol (€ 1,7 miljoen).

  • een overboeking naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de toezichtskosten op de luchtvaartsector door de Autoriteit Consument en Markt ( € 0,6 miljoen).

Uitgaven

17.01 Luchtvaart

Opdrachten

De per saldo verlaging van het opdrachtenbudget met € 3,8 miljoen is met name het gevolg van de overboeking van € 2,5 miljoen naar het instrument Bijdrage aan medeoverheden voor de uitvoering van projecten voor de aanpak van erosie op Sint-Eustatius. Ook is er € 0,6 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de toezichtskosten op de luchtvaartsector door de Autoriteit Consument en Markt.

Bijdrage aan medeoverheden

Voor de uitvoering van projecten voor de aanpak van erosie op Sint-Eustatius, is € 2,5 miljoen overgeboekt van het instrument Opdrachten naar het instrument Bijdrage aan medeoverheden.

3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art.18 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

6.070

30.934

7.628

‒ 2.739

35.823

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

38.555

38.777

19.928

‒ 839

57.866

Waarvan juridisch verplicht

 

59%

  

53%

18.01 Scheepvaart en havens

38.555

38.777

19.928

‒ 839

57.866

18.01.01 Opdrachten

31.763

30.531

‒ 2.071

‒ 7.031

21.429

- Topsector Logistiek

17.590

16.690

217

‒ 907

16.000

- Opdrachten Caribisch Nederland

12.400

12.400

‒ 5.144

‒ 5.134

2.122

- Overige opdrachten

1.773

1.441

2.856

‒ 990

3.307

18.01.02 Subsidies

4.172

5.224

 

551

5.775

- Topsector Logistiek

4.104

4.104

 

116

4.220

- Subsidie Innovatie duurzame binnenvaart

0

1.052

 

389

1.441

- Overige subsidies

68

68

 

46

114

18.01.03 Bijdrage aan agentschappen

988

988

539

21

1.548

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

988

988

489

21

1.498

- Overige bijdrage aan agentschap

  

50

 

50

18.01.04 Bijdrage aan medeoverheden

 

452

21.460

5.620

27.532

- Bijdrage Caribisch Nederland

 

452

21.460

5.620

27.532

18.01.05 Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.632

1.582

  

1.582

Ontvangsten

  

862

‒ 405

457

Toelichting

Verplichtingen

De verlaging van het verplichtingenbudget met € 2,7 miljoen is met name het gevolg van een herschikking van verplichtingen op artikel 18, 97 en 98 ten behoeve van artikel 17 (€ 1,8 miljoen) en de terugboeking van de Opdrachten Topsector Logistiek naar artikel 15 Hoofvaarwegennet op het Infrastructuurfonds (€ 0,8 miljoen).

Uitgaven

18.01 Scheepvaart en havens

Opdrachten

De per saldo verlaging van het opdrachtenbudget met € 7 miljoen wordt met name veroorzaakt door een overboeking van € 5,6 miljoen naar het instrument Bijdrage aan medeoverheden voor de renovatie van de zeehaven op Sint Eustatius. Tevens wordt er € 0,8 miljoen van de Opdrachten voor de Topsector Logistiek teruggeboekt naar artikel 15 Hoofvaarwegennet op het het Infrastructuurfonds.

Bijdrage aan medeoverheden

Vanuit het instrument Opdrachten is € 5,6 miljoen overgeboekt voor de bijdrage aan Sint Eustatius ten behoeve van de renovatie van de zeehaven.

3.7 Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art.19 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

44.302

50.634

690

4.296

55.620

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

46.164

53.261

690

3.346

57.297

Waarvan juridisch verplicht

 

86%

  

93%

19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

46.164

53.261

690

3.346

57.297

19.02.01 Opdrachten

6.234

6.757

‒ 487

‒ 156

6.114

19.02.02 Subsidies

967

1.274

‒ 700

‒ 119

455

- Interreg

967

1.244

‒ 700

‒ 144

400

- Overige subsidies

 

30

 

25

55

19.02.03 Bijdrage aan agentschappen

36.569

40.368

1.877

4.071

46.316

- Waarvan bijdrage aan RIVM

27.274

31.167

360

2.660

34.187

- Waarvan bijdrage aan RVO

9.090

8.886

1.495

1.336

11.717

- Waarvan bijdrage aan RWS

205

315

22

 

337

- Waarvan bijdragen aan KNMI

   

75

75

19.02.05 Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

2.394

4.862

 

‒ 450

4.412

Ontvangsten

 

3.500

2.784

649

6.933

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget is per saldo met € 4,3 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van opdrachtverlening aan de agentschappen RIVM en RVO voor o.a. de Omgevingswet, de Demonstratieregeling Energie- en klimaatinnovaties (DEI), het Versnellingshuis Circulaire Economie en overige opdrachten. Zie voor een nadere toelichting hieronder.

Uitgaven

19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

Bijdrage aan agentschappen

Het budget voor de bijdrage aan de agentschappen is per saldo met € 4,1 miljoen opgehoogd. Opdrachten aan RIVM en RVO worden op artikelonderdeel 19.02.03 geclusterd verantwoord.

In het kader van het uitvoeren van werkzaamheden door RIVM voor de Informatieproducten Geluid in verband met de Omgevingswet is € 1,4 miljoen overgeboekt vanuit artikel 20 naar artikel 19. Daarnaast is nog € 0,4 miljoen vanuit artikel 20 en € 0,1 miljoen vanuit artikel 21 overgeboekt naar artikel 19 voor overige opdrachten. Ook wordt er € 0,4 miljoen vanuit artikel 17 overgeboekt naar artikel 19. Tot slot wordt er € 0,2 miljoen overgeboekt vanuit het Deltafonds en € 0,1 miljoen vanuit artikel 13 naar artikel 19 in het kader van opdrachtverlening aan het RIVM.

Voor het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van de Demonstratieregeling Energie- en klimaatinnovaties (DEI) en Circulaire economie heeft RVO € 0,6 miljoen ontvangen vanuit artikel 21. Tevens ontvangt IenW € 0,6 miljoen van RVO vanuit een lagere realisatie van het voorgeschoten uitgavenbudget over 2018. Tot slot zijn vanuit artikel 21 middelen naar artikel 19 overgeboekt voor verscheidene opdrachten (€ 0,2 miljoen).

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 20 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

24.825

23.606

94

17.804

41.504

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

27.603

26.684

94

9.739

36.517

Waarvan juridisch verplicht

 

100%

  

100%

20.01 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder

27.603

26.684

94

9.739

36.517

20.01.01 Opdrachten

3.107

4.110

193

223

4.383

- Geluid en luchtsanering

3.107

3.912

221

223

4.526

- Overige opdrachten

 

198

‒ 28

 

170

20.01.03 Bijdrage aan agentschappen

1.530

1.471

‒ 99

90

1.462

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

1.530

1.471

‒ 99

 

1.372

- Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI

   

90

90

20.01.04 Bijdrage aan medeoverheden

22.552

20.428

 

9.746

30.174

- NSL

   

9.746

9.746

- Wegverkeerlawaai

22.552

20.428

  

20.428

20.01.07 Bekostiging

414

675

 

‒ 320

355

Ontvangsten

  

247

646

893

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget is per saldo met € 17,7 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van:

  • Een overboeking van artikel 12 van het Infrastructuurfonds naar artikel 20 van begrotingshoofdstuk XII ten behoeve van de afwikkeling van het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit 2018 (€ 9,1 miljoen).

  • een ophoging van het verplichtingenbudget met € 8,1miljoen. Bij 1e suppletoire begroting 2020 worden de verplichingen in totaal met hetzelfde bedrag verlaagd over de jaren 2020, 2021 en 2022. De verplichtingen zijn nu benodigd om de meerjarige verplichting te kunnen aangaan voor de uitvoering van rijkstaken op het gebied van de sanering van verkeerslawaai zoals opgenomen in de wet Geluidshinder. De taken worden uitgevoerd door het Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV). De kasbetalingen volgen in latere jaren.

Uitgaven

20.01 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

Bijdrage aan medeoverheden

De totale bijdrage aan medeoverheden is per saldo met € 9,7 miljoen toegenomen. Dit betreft met name een overboeking van € 9,1 miljoen van artikel 12 van het Infrastructuurfonds naar artikel 20 van begrotingshoofdstuk XII ten behoeve van de afwikkeling van het Nationale Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit 2018 (NSL 2018).

Hiernaast wordt het budget opgehoogd met een teruggave van provincies in het kader van de afronding van genoemd programma (€ 0,6 miljoen). Uit de eindafrekening blijkt dat de werkelijke kosten lager zijn uitgevallen dan de in voorgaande jaren verstrekte voorschotten. De ontvangen middelen worden ingezet om de afwikkeling van de laatste toekenningen mede te financieren.

Daarnaast is er per saldo € 1,6 miljoen overgeheveld vanuit diverse artikelen naar artikel 20 in het kader van de Omgevingswet. Het gaat om de ontwikkeling van de Informatieproducten Geluid in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). € 1,4 miljoen van de totale € 1,6 miljoen is vervolgens doorgeboekt naar artikel 19, omdat de opdracht voor de werkzaamheden aan de Informatieproducten Geluid verleend is aan het RIVM en opdrachten aan het RIVM op artikel 19 worden verantwoord.

3.9 Artikel 21 Duurzaamheid

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 21 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Stand na Incidentele suppletoire begroting (ISB) (3)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)= (2+3+4)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

50.173

35.383

40.383

‒ 3.172

37.975

75.186

Waarvan garantieverplichtingen

     

99%

Uitgaven

49.962

34.951

39.951

‒ 3.200

‒ 3.911

32.840

Waarvan juridisch verplicht

 

78%

    

21.04 Duurzaamheidsinstrumentarium

1.188

168

   

168

21.04.01 Opdrachten

1.188

168

   

168

21.05 Duurzame productketens

42.936

33.902

36.902

‒ 3.585

‒ 2.861

30.456

21.05.01 Opdrachten

21.003

16.110

16.110

‒ 4.967

‒ 2.203

8.940

- Uitvoering duurzame productketens

10.119

7.098

7.098

‒ 1.390

‒ 2.387

3.321

- Overige opdrachten

10.884

9.012

9.012

‒ 3.577

184

5.619

21.05.02 Subsidies

14.216

6.962

9.962

3.080

‒ 970

12.072

- Subsidies duurzame productketens

657

2.506

5.506

4.005

‒ 794

8.717

- Chemische recycling kunststoffen

10.000

4.456

4.456

‒ 925

‒ 176

3.355

21.05.03 Bijdrage aan agentschappen

7.247

6.801

6.801

686

374

7.861

- Waarvan bijdrage aan RWS

7.247

6.801

6.801

686

374

7.861

21.05.04 Bijdrage aan medeoverheden

 

3.559

3.559

‒ 2.384

‒ 62

1.113

- Caribisch Nederland afvalbeheer

 

3.559

3.559

‒ 2.384

‒ 62

1.113

21.05.06 Bijdrage aan ZBO's/RWT's

470

470

470

  

470

21.06 Natuurlijk kapitaal

5.838

881

2.881

385

‒ 1.050

2.216

21.06.01 Opdrachten

5.838

881

2.881

385

‒ 1.050

2.216

21.06.02 Subsidies

      

Ontvangsten

    

142

142

Toelichting

Verplichtingen

Dit betreft met name een ophoging van het verplichtingenbudget met € 37,9 miljoen. De verplichtingen worden bij 1e suppletoire begroting 2020 met hezelfde bedrag verlaagd. De verplichtingen zijn nu benodigd voor de Demonstratieregeling Energie en Klimaatinnovatie (DEI+ voor Circulaire Economie) die van 1 augustus 2019 tot en met 22 september 2020 wordt opengesteld en wordt uitgevoerd door RVO (€ 42,5 miljoen). Het gaat hier om Urgenda-middelen die beschikbaar zijn gesteld door het kabinet om door middel van versnelling en opschaling de transitie naar een circulaire economie te ondersteunen en daarmee de uitstoot van CO2 te reduceren. Specifiek gaat het om de stimulering van Recycling en biobased kunststoffen en textiel en stimulering van CO2-reducerende maatregelen Circulaire Economie.

Uitgaven

21.05 Duurzame productketens

Opdrachten Duurzame productketens

De begrote uitgaven op dit artikelonderdeel zijn per saldo met € 2,2 miljoen afgenomen. Dit is met name het gevolg van overboekingen naar het Planbureau voor de Leefomgeving voor uitvoering van het werkprogramma Monitoring en Sturing ten behoeve van de transitieagenda Circulaire Economie 2019-2023 (€ 1,8 miljoen) en twee beschouwingen met betrekking tot biomassa, zoals aangekondigd in het Klimaatakkoord (€ 0,3 miljoen).

21.06 Natuurlijk kapitaal

Opdrachten Natuurlijk kapitaal

De per saldo verlaging van het opdrachtenbudget van € 1,05 miljoen is met name het gevolg van een overboeking van artikel 21 (Hoofdstuk XII) naar artikel 12 (Infrastructuurfonds) ten behoeve van een tweejarige opdracht (€ 1,0 miljoen) aan RWS voor het nemen van CO2-reducerende maatregelen via circulaire initiatieven in de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW). Het betreft de inzet van Urgenda-middelen en het benodigde budget wordt overgeboekt naar het artikel op het Infrastructuurfonds waar de uitgaven door RWS worden verantwoord.

3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 22 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

29.349

25.430

4.331

‒ 4.305

25.456

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

33.802

32.150

3.472

‒ 4.556

31.066

Waarvan juridisch verplicht

 

87%

  

100%

22.01 Veiligheid chemische stoffen

7.345

6.719

192

‒ 60

6.851

22.01.01 Opdrachten

4.773

3.678

117

‒ 60

3.735

22.01.02 Subsidies

235

265

0

 

265

22.01.03 Bijdrage aan agentschappen

2.337

2.776

75

 

2.851

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

2.337

2.556

75

 

2.631

- Overige bijdragen aan agentschappen

 

220

  

220

22.02 Veiligheid biotechnologie

2.770

2.920

 

300

3.220

22.02.01 Opdrachten

2.770

2.920

 

300

3.220

22.03 Veiligheid bedrijven en transport

23.687

22.511

3.280

‒ 4.796

20.995

22.03.01 Opdrachten

4.251

5.497

3.354

‒ 5.396

3.455

- Omgevingsveiligheid

1.979

1.106

 

‒ 161

945

- Overige opdrachten

2.272

4.391

3.354

‒ 5.235

2.510

22.03.02 Subsidies

14.869

11.745

 

50

11.795

- Asbest

10.783

8.800

  

8.800

- Overige subsidies

4.086

2.945

 

50

2.995

22.03.03 Bijdrage aan agentschappen

1.521

2.007

‒ 74

 

1.933

- Waarvan bijdrage aan RWS

1.521

2.007

‒ 74

 

1.933

22.03.04 Bijdrage aan medeoverheden

 

101

  

101

22.03.09 Inkomensoverdrachten

3.046

3.161

 

550

3.711

- Mesothelioom en asbestose

3.046

3.161

 

550

3.711

Ontvangsten

250

250

  

250

Toelichting

Verplichtingen

De verlaging van het verplichtingenbudget van per saldo € 4,3 miljoen is met name het gevolg van:

  • Een verlaging van de verplichtingen (€ 5,0 miljoen) omtrent het programma 'Asbest eraf, duurzaam erop'. Door het verwerpen van het verbod op asbestdaken is er een overschot op het verplichtingenbudget ontstaan. Een toelichting staat onder '22.03.01 Opdrachten'.

  • Een ophoging van de verplichtingen met € 0,3 miljoen. Bij 1e suppletoire begroting 2020 worden de verplichtingen met hetzelfde bedrag verlaagd. De verplichtingen zijn nu benodigd voor een tweejarige opdracht (€ 0,3 miljoen) op het terrein van het verbetertraject LAVS (Landelijk Asbest Volg Systeem). De opdracht wordt door Rijkswaterstaat verstrekt.

Uitgaven

22.03 Veiligheid bedrijven en transport

Opdrachten

De per saldo verlaging van het opdrachtenbudget van € 5,4 miljoen is met name het gevolg van de besluitvorming in de Eerste Kamer omtrent het niet doorgaan van het wettelijke verbod op asbestdaken. Hierdoor is er voor 2019 een vertraging (€ 5,0 miljoen) ontstaan op het programma 'Asbest eraf, duurzaam erop'. Deze middelen worden dit jaar ingeleverd en volgend jaar opgevraagd middels de eindejaarsmarge om dan uitvoering te geven aan dit programma.

3.11 Artikel 23 Meteorologie, seismologie en Aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

53.728

53.728

2.276

257

56.261

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

52.786

52.786

2.276

257

55.319

Waarvan juridisch verplicht

 

100%

  

100%

23.01 Meteorologie en seismologie

31.151

31.151

2.276

257

33.684

Bijdrage aan het agentschap KNMI

30.211

30.211

2.276

257

32.744

- Meteorologie

29.259

29.259

1.955

257

31.471

- Seismologie

952

952

321

 

1.273

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

940

940

  

940

- Contributie WMO (HGIS)

     

23.02 Aardobservatie

21.635

21.635

  

21.635

Bijdrage aan het agentschap KNMI

21.635

21.635

  

21.635

- Aardobservatie

     

Ontvangsten

     
Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties.

Uitgaven

23.01 Meteorologie en seismologie

De hogere uitgaven van € 257.000 bij de tweede suppletoire wet zijn bestemd voor:

  • Het KNMI gaat een samenwerkingsdag op het gebied van Datalabs organiseren. Het departement draagt bij aan de organisatie van deze dag (€ 30.000).

  • Het KNMI ontvangt een compensatie voor het in dienst hebben van arbeidsbeperkten (€ 105.000).

  • De broeikasgas- en luchtkwaliteitsmetingen van de Zendmast Cabauw zijn niet in de basistaak van het KNMI opgenomen. EZK en IenW hebben afgesproken beide 50% van de kosten voor hun rekening te nemen. Het KNMI ontvangt van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat een bijdrage voor broeikasgasmetingen (€ 122.000).

3.12 Artikel 24 Handhaving en Toezicht

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 24 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

108.072

118.072

13.426

3.300

134.798

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

108.072

118.072

13.426

3.300

134.798

Waarvan juridisch verplicht 100%

 

100%

  

100%

24.01 Handhaving en toezicht

108.072

118.072

13.426

3.300

134.798

24.01.03 Bijdrage aan het agentschap ILT

108.072

118.072

13.426

3.300

134.798

Ontvangsten

     
Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties.

Uitgaven

24.01 Handhaving en toezicht

Bijdrage aan agentschap

De ILT ontvangt vanuit het moederdepartement IenW voor de handhaving van de afsluitdijk in 2019 bij de 2e suppletoire begroting een aanvullende bijdrage van € 2,7 miljoen. Daarnaast ontvangt ILT o.a. middelen voor inhuur op het drones-dossier (€ 0,1 miljoen) en om toezicht te gaan houden op bijzondere bromfietsen (€ 30.000). Verder wordt de ILT gecompenseerd voor het in dienst hebben van arbeidsbeperkten (€ 0,4 miljoen).

3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 25 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

898.544

898.466

44.937

3.114

946.517

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

899.965

932.721

22.888

 

955.609

Waarvan juridisch verplicht

 

100%

  

100%

25.01 Brede doeluitkering

899.965

932.721

22.888

 

955.609

Ontvangsten

     
Toelichting

Verplichtingen

De hogere verplichtingen zijn het resultaat van een overheveling vanuit het Infrastructuurfonds (€ 3,1 miljoen) in het kader van de motie Hoogland (Kamerstukken II 2015-2016, 34 300, nr. 31), Snelfietsroutes (€ 2,6 miljoen) en de kosten voor de planstudie vervoerregio Amsterdam t.b.v. Guisweg (€ 0,5 miljoen).

3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 26 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

7.795.954

7.466.828

‒ 1.423.252

‒ 37.253

6.006.323

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

7.795.954

7.466.828

‒ 1.420.252

‒ 37.178

6.009.398

Waarvan juridisch verplicht

     

26.01 Bijdrage Infrastructuurfonds

6.921.916

6.597.281

‒ 1.432.005

‒ 33.243

5.132.033

26.02 Bijdrage Deltafonds

874.038

869.547

11.753

‒ 3.935

877.365

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Toelichting

Voor een specificatie van de mutaties wordt verwezen naar de Tweede suppletoire begrotingen 2019 van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

4 De niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 97 Algemeen Departement

Budgettaire gevolgen van beleid art. 97 (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

50.214

71.376

62.363

5.753

139.492

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

62.073

91.226

2.551

5.264

99.041

97.01 Algemeen departement

57.073

86.226

2.551

5.264

94.041

Opdrachten

28.815

57.968

58

5.264

63.290

- Regeringsvliegtuig

6.737

35.052

 

3.150

38.202

- DCC

7.069

7.119

434

409

7.962

- Onderzoeken PBL

2.345

3.405

525

2.389

6.319

- Overige

12.664

12.392

‒ 901

‒ 684

10.807

Subsidies

1.255

1.255

‒ 223

 

1.032

- Overige

1.255

1.255

‒ 223

 

1.032

Bijdrage aan agentschappen

21.765

21.765

2.716

 

24.481

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

2.632

2.632

74

 

2.706

- Waarvan bijdrage aan agentschap ILT

12.476

12.476

242

 

12.718

- Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI

213

213

2.370

 

2.583

- Overige

6.444

6.444

30

 

6.474

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

5.238

5.238

  

5.238

- StAB

5.238

5.238

  

5.238

97.02 Sanering Thermphos

5.000

5.000

  

5.000

Subsidies

5.000

5.000

  

5.000

- Sanering Thermphos

5.000

5.000

  

5.000

Ontvangsten

1.101

1.901

 

148

2.049

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties. Het verschil wordt overwegend veroorzaakt doordat er meerjarige verplichtingen zijn aangegaan in 2019 waarvan de kasuitgaven in latere jaren zijn voorzien.

Uitgaven

Opdrachten

De hogere uitgaven zijn overwegend het gevolg van hogere exploitatiekosten en noodzakelijke aangeschafte reserveonderdelen in 2019 voor het nieuwe Regeringsvliegtuig. Daarnaast zijn er door PBL opdrachten aanvaard voor o.a. het Werkprogramma Circulaire Economie, Beschouwingen m.b.t. Biomassa en het meerjarige programma Regio Portefeuille LNV (2019-2020).

4.2 Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid art. 98 (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

293.059

299.707

23.092

‒ 4.048

318.751

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

299.115

312.463

22.917

‒ 6.385

328.995

98.01 Personele uitgaven

223.422

233.923

13.734

546

248.203

Personele uitgaven

223.422

233.923

13.734

546

248.203

- Waarvan eigen personeel

193.622

200.637

8.975

‒ 296

209.316

- Waarvan inhuur externen

21.241

24.727

6.358

1.254

32.339

- Waarvan overige personele uitgaven

8.559

8.559

‒ 1.599

‒ 412

6.548

98.02 Materiële uitgaven

75.693

78.540

9.183

‒ 6.931

80.792

Materiële uitgaven

75.693

78.540

9.183

‒ 6.931

80.792

- Waarvan ICT

20.383

23.874

1.578

‒ 2.281

23.171

- Waarvan bijdrage SSO's

34.527

34.737

6.507

3.541

44.785

- Waarvan overige materiële uitgaven

20.783

19.929

1.098

‒ 8.191

12.836

Ontvangsten

5.430

12.081

6.711

9

18.801

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties. Het verschil met de uitgaven wordt overwegend veroorzaakt doordat er meerjarige verplichtingen reeds zijn aangegaan in 2019 waarvan de kasuitgaven in latere jaren zijn voorzien.

Uitgaven

98.01 Personele uitgaven

Hogere Personele uitgaven zijn met name het gevolg van inzet van externe inhuur op vacatureruimte en in plaats van uitbesteding. Daarnaast is er minder aan post-actieve werknemers uitgekeerd dan het vooraf geraamde bedrag.

98.02 Materiële uitgaven

De lagere uitgaven voor ICT wordt overwegend veroorzaakt door uitbesteding van een deel van de kantoorautomatisering aan rijksbrede SSO’s en vertraging van de update van het bedrijfsvoeringssysteem HPRM.

De lagere overige materiële uitgaven zijn met name het gevolg van de overboeking van budget naar de agentschappen RWS, KNMI en ILT voor compensatie van gemaakte kosten in het kader van de Participatiewet. Daarnaast was een aantal herschikkingen noodzakelijk als gevolg van verrekening van interne dienstverlening (naar bijdrage SSO).

Tot slot zijn als gevolg van het later ter beschikking komen van nieuwe huisvesting, de uitputtingen op diverse Materiële uitgaven (huisvesting, facilitair) lager dan voorzien.

4.3 Artikel 99 Nog Onverdeeld

Budgettaire gevolgen van beleid art. 99 (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3)

Mutaties Miljoennota (t+1)

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

 

‒ 15.973

195.753

‒ 195.429

‒ 324

0

Waarvan garantieverplichtingen

     

Uitgaven

‒ 15.992

195.734

‒ 195.410

‒ 324

0

Waarvan juridisch verplicht

     

99.01 Nog onverdeeld

‒ 15.992

195.734

‒ 195.410

‒ 324

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Toelichting

De wijzigingen bij Tweede suppletoire binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

5 Agentschappen

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften worden hieronder de exploitatie en kasstroomoverzichten opgenomen van agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

5.1 Rijkswaterstaat

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat. Suppletoire begroting 2019 (Tweede suppletoire begroting)(Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd

Baten

    

Omzet moederdepartement

2.238.924

2.364

219.106

2.460.394

Omzet nog uit te voeren werkzaamheden

0

164.603

‒ 104.677

59.926

Omzet overige departementen

31.251

24.213

13.977

69.441

Omzet derden

184.657

27.401

‒ 9.081

202.977

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

1.383

1.383

Bijzondere baten

3.000

0

‒ 1.300

1.700

Totaal baten

2.457.832

218.581

119.408

2.795.821

     

Lasten

    

Apparaatskosten

1.060.001

37.467

40.425

1.137.893

- Personele kosten

818.108

37.467

43.994

899.569

Waarvan eigen personeel

752.691

38.967

30.311

821.969

Waarvan inhuur externen

63.917

0

13.683

77.600

Waarvan overige personele kosten

1.500

‒ 1.500

0

0

- Materiële kosten

241.893

0

‒ 3.569

238.324

Waarvan apparaat ICT

30.000

0

3.466

33.466

Waarvan bijdrage aan SSO's

56.000

0

18.390

74.390

Waarvan overige materiële kosten

155.893

0

‒ 25.425

130.468

Onderhoud

1.342.978

192.396

58.304

1.593.678

Rentelasten

5.878

‒ 5.075

‒ 23

780

Afschrijvingskosten

39.975

‒ 15.207

‒ 1.518

23.250

- Materieel

38.500

‒ 14.435

‒ 1.518

22.547

Waarvan apparaat ICT

6.000

‒ 1.432

‒ 791

3.777

Waarvan overige materiele afschrijvingskosten

32.500

‒ 13.003

‒ 727

18.770

- Immaterieel

1.475

‒ 772

0

703

Overige lasten

0

0

1863

1863

- Dotaties voorzieningen

0

0

1.363

1.363

- Bijzondere lasten

0

0

500

500

Totaal lasten

2.448.832

209.581

99.051

2.757.464

     

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

9.000

9.000

20.357

38.357

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

9.000

‒ 655

8.345

Saldo van baten en lasten

9.000

0

21.012

30.012

Dotatie aan reserve Rijksrederij

9.000

0

0

9.000

Te verdelen resultaat

0

0

21.012

21.012

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De hogere omzet moederdepartement wordt met name veroorzaakt door de uitkering van de loon- en prijsbijstelling 2019 (€ 53,8 miljoen), een vergoeding voor de gemaakte kosten t/m 2019 van de Landelijke Tunnelregisseur (€ 37,3 miljoen), dekking voor de invoering van het AIRBIM-systeem (in totaal € 40 miljoen, waarvan € 22,7 miljoen in 2019 en € 17,3 miljoen in 2020), een vergoeding voor de gemaakte kosten bij de uitvoering van het project Beveiligd Werken RWS (€ 16,9 miljoen), een vergoeding voor het niet volledig kunnen verhalen van schade bij schadevaren en -rijden (€ 14,8 miljoen), de toekenning van middelen voor de uitvoering van de opdracht Duurzaam voor Elkaar (€ 14,2 miljoen per jaar in de periode 2019-2021), een overboeking vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat t.b.v. het Maritiem Informatievoorziening Servicepunt (€12,4 miljoen), de terugboeking van de middelen voor het nog uit te voeren onderhoud herstel betonschade objecten Afsluitdijk en steenbekleding IJsselmeerzijde van het projectbudget van de Afsluitdijk naar het budget voor Beheer en Onderhoud (€ 7,6 miljoen structureel), de toekenning van middelen voor de tweede tranche van de korte termijn fileaanpak (in totaal € 45,5 miljoen, waarvan € 6,4 miljoen in 2019 en € 39,1 mln. in de periode 2020-2022 ), een vergoeding voor de gemaakte kosten in 2018 met betrekking tot de droogtemaatregelen (€ 5,2 miljoen) en een vergoeding van de gemaakte kosten in 2017 voor generieke ICT-toepassingen (Basis ICT) (€ 3,9 mln.)

Omzet nog uit te voeren werkzaamheden

Een deel van de kosten Beheer en Onderhoud wordt dit jaar gefinancierd vanuit de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW). De balanspost NUTW zal dit jaar naar verwachting afnemen met € 59,8 miljoen van € 524,2 miljoen ultimo 2018 naar € 464,4 miljoen ultimo 2019.

Omzet overige departementen

De vergoedingen voor het door RWS ter beschikking stellen van kennis, expertise en materieel in het kader van Werken voor en met Partners waren in de eerste suppletoire begroting volledig geraamd onder de omzet derden. Nu blijkt dat € 10,0 miljoen van deze verwachte opbrengsten betrekking heeft op overige departementen. Daarnaast wordt de hogere omzet overige departementen veroorzaakt door diverse opdrachten voor verschillende ministeries (€ 2,0 miljoen) en een aanvullende vergoeding van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de capaciteit die RWS levert in het kader van de Omgevingswet en de bijbehorende externe productkosten (€ 1,9 miljoen)

Omzet derden

De lagere omzet derden wordt met name veroorzaakt door de bovengenoemde verschuiving van de opbrengsten in het kader van Werken voor en met Partners van omzet derden naar omzet overige departementen.

Vrijval voorzieningen

Naar verwachting wordt gedurende 2019 voor een deel van de Van Werk Naar Werk (VWNW) kandidaten een passende maatregel getroffen. Dit leidt tot een vrijval uit de Reorganisatievoorziening (onderdeel loonkosten VWNW-kandidaten).

Bijzondere baten

De geraamde bijzondere baten betreffen voornamelijk verwachte boekwinst op de verkoop van vaste activa. Deze verwachte boekwinst is naar beneden bijgesteld.

Lasten

Personele kosten

De hogere personele kosten zijn met name het gevolg van de ABP pensioenpremiestijging per 1 januari 2019 van 1,4%, de CAO loonstijging per 1 juli 2019 van 2% en de eenmalige bruto uitkering van € 450 per FTE. Daarnaast worden de hogere personele kosten veroorzaakt door het aantrekken van capaciteit voor de toegenomen productieopgave van RWS, waaronder de tweede tranche van de korte termijn fileaanpak en de opdracht Duurzaam voor Elkaar.

Onderhoud

De prognose van Beheer en Onderhoud is met name verhoogd als gevolg van de prijsstijgingen in de markt en de opdracht Duurzaam voor Elkaar.

Overige lasten

In 2019 wordt een dotatie aan de Reorganisatievoorziening (onderdeel lopende maatwerkafspraken) verwacht. De post bijzondere lasten bestaat met name uit de verwachte boekwaarde op verschrootte vaste activa.

Agentschapsdeel Vpb-lasten

Er bestaat een mogelijke belastingplicht voor RWS als winst wordt behaald voor activiteiten waarbij een bijdrage wordt ontvangen van een partij buiten de ‘Staat der Nederlanden’, welke bedoeld is voor activiteiten die niet tot de wettelijke taak van RWS horen en waarbij in concurrentie wordt getreden met andere belastingplichtigen. Op basis van de voorlopige aanslag Vpb-aangifte 2019 is het bedrag naar beneden bijgesteld.

Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2019

303.413

468.825

0

772.238

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

2.457.832

53.978

222.702

2.734.512

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 2.408.857

‒ 233.788

‒ 98.051

‒ 2.740.696

2.

Totaal operationele kasstroom

48.975

‒ 179.810

124.651

‒ 6.184

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 108.110

82.663

5.848

‒ 19.599

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

873

873

3.

Totaal investeringkasstroom

‒ 108.110

82.663

6.721

‒ 18.726

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

‒ 1.043

0

‒ 1.043

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

8.600

0

0

8.600

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 19.686

1.415

876

‒ 17.395

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

71.381

‒ 46.781

‒ 6.696

17.904

4.

Totaal financieringskasstroom

60.295

‒ 46.409

‒ 5.820

8.066

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4)

304.573

325.269

125.552

755.394

Toelichting

Operationele kasstroom

De ontvangsten binnen de operationele kasstroom zijn met name gestegen als gevolg van de verhoogde omzet moederdepartement. Zie de toelichting onder het exploitatieoverzicht.

De uitgaven binnen de operationele kasstroom zijn minder gestegen dan de ontvangsten binnen de operationele kasstroom. Dit sluit aan bij de verwachting dat de balanspost NUTW dit jaar minder afneemt dan bij de 1e suppletoire begroting verwacht en de verwachting dat het te verdelen resultaat dit jaar positief is.

Investeringskasstroom

De lagere investeringen worden met name veroorzaakt door het doorschuiven van de verbouwingen van een drietal steunpunten naar latere jaren. Daarnaast schuift een deel van de investeringen in gladheidsmaterieel door naar 2020 (€ 2,5 miljoen). Tegenover deze lagere investeringen staan hogere investeringen op het gebied van ICT (€ 1,2 miljoen). De boekwaarde van de desinvesteringen betreft met name de restwaarde van de auto’s die door Leaseplan worden overgenomen.

Financieringskasstroom

Het beroep op de leenfaciliteit is naar beneden bijgesteld als gevolg van de hierboven genoemde lagere investeringen. Bij het bepalen van de verwachte aflossingen op de leningen is verondersteld dat leningen gemiddeld halverwege het jaar worden aangegaan. Nu blijkt dat een deel de leningen pas later in het jaar worden aangegaan, waardoor een deel van de aflossing verschuift naar volgend jaar.

5.2 Inspectie Leefomgeving en Transport

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap ILT. Suppletoire begroting 2019 (Tweede suppletoire begroting)(Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd

Baten

    

Omzet moederdepartement

120.548

10.000

16.968

147.516

Omzet overige departementen

875

0

‒ 543

332

Omzet derden

24.156

0

100

24.256

Rentebaten

50

0

‒ 50

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

145.629

10.000

16.475

172.104

     

Lasten

    

Apparaatskosten

144.861

10.000

16.562

171.423

- Personele kosten

108.413

10.000

466

118.879

Waarvan eigen personeel

103.753

10.000

‒ 3.389

110.364

Waarvan inhuur externen

4.460

0

3.855

8.315

Waarvan overige personele kosten

200

0

0

200

- Materiële kosten

36.448

0

16.096

52.544

Waarvan apparaat ICT

200

0

0

200

Waarvan bijdrage aan SSO's

17.290

0

4.440

21.730

Waarvan overige materiële kosten

18.958

0

11.656

30.614

Rentelasten

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

668

0

‒ 87

581

- Materieel

668

0

‒ 87

581

Waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

Waarvan overige materiele afschrijvingskosten

668

0

‒ 87

581

- Immaterieel

0

0

0

0

Overige lasten

100

0

0

100

- Dotaties voorzieningen

100

0

0

100

- Bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

145.629

10.000

16.475

172.104

     

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De ILT ontvangt vanuit het moederdepartement o.a. een bijdrage voor de kosten van het ICT-beheer bij de Shared Serviceorganisatie DICTU en kosten van ILT specifieke werkplekken ( € 4,5 miljoen). Voor het programma Boordcomputer Taxi is een bedrag ontvangen ( € 7,5 miljoen) en voor het programma Afsluitdijk ( € 2,7 miljoen). Daarnaast ontvangt ILT een bijdrage voor de beheerskosten van de applicatie Inspectieview Milieu ( € 1,1 miljoen)/ Tevens heeft de ILT nog een aantal kleinere bijdragen ontvangen voor; hoogwaterveiligheid, 4e spoorwegpakket en zwavel ( € 1,5 miljoen). Voor E-labels heeft een overheveling plaatsgevonden vanuit BZK vanuit omzet overige departementen naar de agentschapsbijdrage ( € 0,5 miljoen). Ten slotte is de loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan dit artikel ( € 2,3 miljoen) en draagt de ILT bij aan de IenW-brede minregel ( ‒ € 3,3 miljoen).

Omzet derden

Deze actualisatie betreft de aanpassing van de verwachte opbrengsten van derden uit vergunningsverlening, Autoriteit Woningcorporaties en DVO ANVS op basis van de realisatie 2018.

Lasten

Personele kosten

De mutatie betreft, naast loon- en prijsbijstelling, de personele uitgaven samenhangend met de eerdergenoemde dossiers.

Materiele kosten

Dit betreft voornamelijk de bijdrage voor de kosten van DICTU en werkplekken (€ 4,5 miljoen) en de materiële uitgaven samenhangend met de eerdergenoemde dossiers Boordcomputer taxi, Afsluitdijk en inspectieview (€ 11,5 miljoen).

Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2019

20.083

14.638

0

34.721

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

145.629

10.000

16.475

172.104

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 148.861

‒ 6.000

‒ 16.475

‒ 171.336

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 3.232

4.000

0

768

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 200

0

0

‒ 200

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

0

3.

Totaal investeringkasstroom

‒ 200

0

0

‒ 200

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

0

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

0

0

0

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4)

16.651

18.638

0

35.289

Toelichting

Ten opzichte van de 1e suppletoire begroting zijn er geen majeure wijzigingen in het kasstroomoverzicht die toegelicht moeten worden.

5.3 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap KNMI. Suppletoire begroting 2019 (Tweede suppletoire begroting)(Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd

Baten

    

Omzet moederdepartement

55.303

400

3.035

58.738

Omzet overige departementen

2.930

0

‒ 795

2.135

Omzet derden

24.809

0

‒ 1.268

23.541

Rentebaten

0

0

12

12

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

83.042

400

984

84.426

     

Lasten

    

Apparaatskosten

57.969

400

2.231

60.600

- Personele kosten

32.141

150

3.709

36.000

Waarvan eigen personeel

31.345

150

855

32.350

Waarvan inhuur externen

744

0

2.756

3.500

Waarvan overige personele kosten

52

0

98

150

- Materiële kosten

25.828

250

‒ 1.478

24.600

Waarvan apparaat ICT

11.546

0

717

12.263

Waarvan bijdrage aan SSO's

4.075

0

311

4.386

Waarvan overige materiële kosten

10.207

250

‒ 2.506

7.951

Rentelasten

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

3.438

0

‒ 538

2.900

- Materieel

3.038

0

‒ 460

2.578

Waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

Waarvan overige materiële afschrijvingskosten

3.038

0

‒ 460

2.578

- Immaterieel

400

0

‒ 78

322

Overige Lasten

21635

0

‒ 709

20926

- Dotaties voorzieningen

0

0

0

0

- Aardobservatie

21.635

0

‒ 709

20.926

- Bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

83.042

400

984

84.426

     

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet IenW stijgt onder andere door de bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voor het programma Space Weather en het toevoegen van middelen voor I-strategie en loon- en prijsbijstelling.

Omzet overige departementen

Op dit onderdeel vindt lagere realisatie plaats doordat de bijdrage van EZK wordt overgeheveld van omzet overige departementen naar omzet IenW.

Omzet derden

Doordat het werven van personeel minder voorspoedig is verlopen dan verwacht zijn er minder projecten uitgevoerd. Hierdoor is de omzet derden lager uitgevallen dan begroot. Verder wordt de lagere omzet derden verklaard door een lagere declaratie van materiële kosten voor diverse subsidieprojecten.

Lasten

Personele kosten

De personele kosten stijgen met € 3,7 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door hogere kosten voor eigen personeel naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe CAO. Een ander deel wordt verklaard door de hogere inhuur met name voor het opvangen van openstaande vacatures en voor de uitvoering van de projecten IT-Migratie en I-Strategie.

Materiële kosten

De lagere materiële kosten van € 1,5 miljoen worden voornamelijk veroorzaakt door lagere kosten bij de volgende projecten: Cams 84 (€ 0,6 miljoen , OMI (€ 0,4 miljoen), Sesar (€ 0,3 miljoen) en Ruisdael project (€ 0,2 miljoen).

Afschrijvingskosten

De lagere kosten worden veroorzaakt door achterblijvende investeringen, met name voor het project Ruisdael (€ 0,5 miljoen lagere afschrijvingskosten).

Overige kosten

De contributie in het kader van Aardobservatie (aan EUMETSAT) is lager dan begroot (€ 0,7 miljoen), doordat deze gedurende het jaar lager is vastgesteld dan eerder voorzien.

Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2019

2.830

10.282

0

13.112

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

3.438

0

393

3.831

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 1.973

‒ 5.434

2.068

‒ 5.339

2.

Totaal operationele kasstroom

1.465

‒ 5.434

2.461

‒ 1.508

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 2.373

‒ 3.237

0

‒ 5.610

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

0

3.

Totaal investeringkasstroom

‒ 2.373

‒ 3.237

0

‒ 5.610

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

300

0

0

300

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 2.029

340

0

‒ 1.689

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

2.373

3.237

0

5.610

4.

Totaal financieringskasstroom

644

3.577

0

4.221

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4)

2.566

5.188

2.461

10.215

Toelichting

Operationele kasstroom

Het totaal aan ontvangsten valt per saldo circa € 0,4 miljoen hoger uit door enerzijds hogere ontvangsten voor het programma Space Weather (€ 0,9 miljoen) en lagere afschrijvingskosten dan verwacht (circa € 0,5 miljoen). De uitgaven operationele kasstroom zijn verlaagd doordat de contributie uitgaven EUMETSAT € 2 miljoen lager zijn uitgevallen dan in eerste instantie begroot.