Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
De voorliggende Tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Eerste suppletoire begroting 2019 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de HGIS.
In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.
Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.
In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2019. Zoals uit de hiernavolgende tabellen blijkt, nemen de uitgaven af met EUR 57,5 miljoen en nemen de ontvangsten toe met EUR 31,8 miljoen.
Uitgaven |
Totaal |
Wv. ODA |
---|---|---|
Stand uitgaven VJN 2019 |
6.287,8 |
4.675,6 |
Totaal mutaties |
– 57,5 |
31,5 |
Stand uitgaven NJN 2019 |
6.230,3 |
4.707,1 |
De HGIS Standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening
De afname van de uitgaven is het gevolg van meerdere mutaties. In de hiernavolgende tabel zijn deze nader uitgesplitst.
Totaal |
Wv. ODA |
|
---|---|---|
Bijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA) |
35,6 |
31,5 |
Overboekingen van en naar de HGIS |
1,4 |
|
Desalderingen op ontvangsten |
30,1 |
|
Kasschuif |
– 53,0 |
|
Toevoeging middelenafspraak huisvesting |
– 19,3 |
|
Verwachte onderuitputting |
– 52,3 |
|
TOTAAL |
– 57,5 |
31,5 |
Toelichting uitgaven:
– Op basis van de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product is de omvang van de HGIS bijgesteld. Hierdoor wordt het ODA-budget met EUR 31,5 miljoen verhoogd en wordt het non-ODA-budget met EUR 4,1 miljoen verhoogd.
– Er vindt een aantal overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo neemt het HGIS-budget hierdoor met EUR 1,4 miljoen toe. Het betreft een aantal overhevelingen tussen Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Buitenlandse Zaken en Defensie.
– Desalderingen op ontvangsten: Een deel van de meerontvangsten op de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Defensie wordt ingezet om de uitgaven van het HGIS-kader te verhogen (desaldering). Het gaat om hogere ontvangsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland (EUR 21,3 miljoen). Deze worden ingezet om herinvesteringen te doen binnen het huisvestingsdomein. Daarnaast stijgen de programma-ontvangsten op de BZ-begroting per saldo met EUR 3,9 miljoen hoofdzakelijk vanwege de extra consulaire ontvangsten. Deze worden ingezet om de hiermee gepaard gaande kosten op te vangen. Ten slotte nemen de ontvangsten bij Defensie toe vanwege een hogere bijdrage vanuit de VN voor de missie in Mali (MINUSMA).
– Kasschuif: De middelen die bij de Voorjaarsnota zijn toegevoegd aan de aanvullende post ten behoeve van de renovatie van het Vredespaleis (EUR 50 miljoen) worden doorgeschoven naar 2022, omdat deze naar verwachting niet eerder tot besteding komen. Ook de resterende EUR 3 miljoen van de middelen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bestemd voor de renovatie worden doorgeschoven naar 2022. Hierdoor neemt het budget voor de HGIS in 2019 af.
– Toevoeging middelenafspraak huisvesting: Het huisvestingsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is gericht op het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille. Om dit te bewerkstelligen is een middelenafspraak huisvesting gemaakt waarbij de opbrengst van de verkopen opnieuw kan worden ingezet in latere jaren. In dit kader wordt EUR 19,3 miljoen doorgeschoven naar volgend jaar. Het restant van de verkopen (EUR 2 miljoen) uit 2019 wordt dit jaar geherinvesteerd.
– Verwachte onderuitputting: Binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Justitie en Veiligheid en Buitenlandse Zaken.
Ontvangsten |
Totaal |
Wv. ODA |
---|---|---|
Stand ontvangsten VJN 2019 |
172,1 |
34,18 |
Totaal mutaties |
31,7 |
|
Stand ontvangsten NJN 2019 |
203,8 |
34,18 |
Toelichting ontvangsten:
De ontvangsten binnen de HGIS nemen met EUR 31,7 miljoen toe. Deze toename kent een aantal oorzaken.
– Op de begroting van Defensie worden extra ontvangsten verwacht van EUR 5 miljoen vanuit de VN voor vredesmissies waaraan Nederland een bijdrage levert. Deze middelen worden binnen het Budget Internationale Veiligheid (artikel 1) ingezet.
– Op de begroting van Buitenlandse Zaken worden per saldo de programma-ontvangsten verhoogd met EUR 6,9 miljoen als gevolg van een nabetaling van de KMAR voor visaleges 2013–2018 en een vergoeding van de IND voor consulaire dienstverlening.
– Op de begroting van Financiën nemen de geraamde ontvangsten voor de internationale financiële instellingen af met EUR 1,4 miljoen. Deze raming betreft een stelpost en op basis van de ontwikkeling in 2019 wordt deze nu bijgesteld.
– Ten slotte zijn er extra ontvangsten (EUR 21,9 miljoen) op de begroting van Buitenlandse Zaken vanwege de verkoop van onroerend goed in het buitenland. Hiervan wordt EUR 2 miljoen via een desaldering ingezet om extra huisvestingsuitgaven mee te financieren. Het restant wordt toegevoegd aan het huisvestingsbudgetbudget voor 2020, wat in het kader van de middelenafspraak huisvesting voor dit doel beschikbaar blijft.
Voor een verdere toelichting op de diverse uitgaven- en ontvangstenmutaties wordt verwezen naar de begrotingsartikelen op de respectievelijke suppletoire begrotingen.
Uitgaven
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 75,5 miljoen in 2019.
De meest in het oog lopende mutaties ten opzichte van de eerste suppletoire begroting worden hieronder toegelicht.
Artikel 2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
De uitgaven worden met EUR 32,5 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is vooral het gevolg van een verlaging van de Nederlandse contributie aan de VN voor crisisbeheersingsoperaties als gevolg van een daling van de werkelijke uitgaven. Daarnaast is het aantal aanvragen voor middelen vanuit het Stabiliteitsfonds lager dan geraamd.
Artikel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie
De Commissie heeft in april 2019 de eerste aanvullende begroting gepresenteerd met daarin het surplus voor de Europese begroting over 2018. Het surplus valt in totaal uit op EUR 1,8 miljard, wat voor Nederland incidenteel een lagere BNI-afdracht van EUR 88 miljoen in 2019 tot gevolg heeft. In tegenstelling tot de verwachting bij de ontwerpbegroting voor 2020, is de aanvullende Europese begroting met daarin het surplus toch voldoende tijdig in 2019 aangenomen door het EP, zodat deze alsnog in de Nederlandse afdrachten van 2019 meeloopt. Met deze mutatie wordt het effect op de begroting voor 2019 verwerkt, bij de Voorjaarsnota van 2020 wordt het effect hiervan voor 2020 verwerkt. Hiernaast zijn de uitgaven voor invoerrechten in 2019 met EUR 33,6 miljoen naar beneden bijgesteld.
Ontvangsten
De ontvangsten zijn gedurende 2019 per saldo EUR 21,4 miljoen hoger uitgevallen. Naast een aantal kleine mutaties zijn de drie grootste mutaties:
Artikel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie
De ontvangsten voor invoerrechten zijn in 2019 met EUR 6,7 miljoen naar beneden bijgesteld.
Artikel 4.1 en 4.2 Consulaire dienstverlening
De vergoedingen voor consulaire dienstverlening over voorgaande jaren (EUR 5,7 miljoen) zijn door de IND en de KMAR in 2019 betaald.
Artikel 7 Apparaat
De ontvangsten nemen toe met EUR 21,2 miljoen vanwege de verkoop van onroerend goed in Khartoem en Londen.
De mutaties worden bij onderdeel 5 nader toegelicht.
Artikel 1
Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
|||
(1) |
(2) |
(4)=(2+3) |
|||||
Verplichtingen |
105.487 |
123.155 |
3.280 |
3.701 |
130.136 |
||
Uitgaven: |
|||||||
Programma-uitgaven totaal |
123.487 |
128.581 |
1.700 |
– 1.048 |
129.233 |
||
waarvan juridisch verplicht |
69% |
100% |
|||||
1.1 |
Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak |
56.035 |
61.609 |
– 11.700 |
160 |
50.069 |
|
Subsidies |
|||||||
Internationaal recht |
12.035 |
16.265 |
– 11.700 |
1.500 |
6.065 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||
Verenigde Naties |
34.525 |
34.525 |
0 |
– 1.383 |
33.142 |
||
OESO |
6.175 |
7.219 |
0 |
3 |
7.222 |
||
Internationaal Strafhof |
3.300 |
3.600 |
0 |
3.600 |
|||
Lidmaatschap VNVR |
0 |
0 |
0 |
40 |
40 |
||
1.2 |
Bescherming en bevordering van mensenrechten |
63.402 |
63.402 |
1.000 |
2.700 |
67.102 |
|
Subsidies |
|||||||
Landenprogramma's mensenrechten |
34.252 |
34.252 |
0 |
0 |
34.252 |
||
Opdrachten |
|||||||
Landenprogramma's mensenrechten |
1.500 |
1.500 |
0 |
0 |
1.500 |
||
bijdragen (inter) nationale organisaties |
|||||||
Landenprogramma's mensenrechten |
20.000 |
20.000 |
0 |
0 |
20.000 |
||
Centrale mensenrechtenprogramma's |
7.650 |
7.650 |
1.000 |
2.000 |
10.650 |
||
Press Freedom Day 2020 |
700 |
700 |
|||||
1.3 |
Gastlandbeleid internationale organisaties |
4.050 |
3.570 |
12.400 |
– 3.908 |
12.062 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||
Speciaal Tribunaal Libanon |
1.900 |
1.919 |
0 |
40 |
1.959 |
||
Internationaal Strafhof |
1.150 |
1.101 |
0 |
22 |
1.123 |
||
Nederland Gastland |
900 |
450 |
2.000 |
30 |
2.480 |
||
Carnegiestichting |
4.400 |
4.400 |
|||||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
|||||||
Nederland Gastland |
100 |
100 |
0 |
0 |
100 |
||
Bijdragen aan agentschap |
|||||||
Vredespaleis |
6.000 |
– 4.000 |
2.000 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op dit artikel neemt per saldo met EUR 7 miljoen toe ten opzichte van de eerste suppletoire begroting. De stijging wordt veroorzaakt doordat er extra bijdrages worden gedaan aan het VN-secretariaat, analoog aan de uitgavenmutaties. Verder stijgt het budget als gevolg van het aangaan van verplichtingen die verband houden met het organiseren van de World Press Freedom Day 2020 in Nederland en twee bijdragen aan het kantoor van de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten (OHCHR).
Uitgaven
Artikel 1.1
Per saldo is sprake van een verlaging van EUR 11,5 miljoen. Deze daling wordt grotendeels veroorzaakt doordat het budget voor de renovatie van het Vredespaleis en de jaarlijkse bijdrage aan de Carnegiestichting wordt overgeheveld naar het beleidsartikel 1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties. Tevens daalt de bijdrage aan de Verenigde Naties. Hier staat tegenover dat er een bijdrage aan het trustfund van het VN-secretariaat voor het project The Future We Want, The UN We Need wordt gedaan en Nederland ook een bijdrage levert aan de uitbreiding van de database voor het opslaan en monitoren van de opvolging van meldingen van grensoverschrijdend gedrag binnen de VN.
Artikel 1.2
Het budget voor de bescherming en bevordering van mensenrechten stijgt met EUR 3,7 miljoen. Deze verhoging is het gevolg van de inzet van extra middelen voor het organiseren van de World Press Freedom Day 2020 in Nederland en twee bijdragen aan het kantoor van de VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten (OHCHR). Eén van de bijdragen betreft een aanvulling op een reeds bestaande overeenkomst inzake onderzoek naar mensenrechtenschendingen via accountability-mechanisms, terwijl de andere een intensivering in het kader van het LHBTI-beleid betreft.
Artikel 1.3
Het budget voor gastlandbeleid internationale organisaties neemt per saldo toe met EUR 8,5 miljoen. Enerzijds ontstaat de mutatie doordat het budget voor de renovatie van het Vredespaleis en de jaarlijkse bijdrage aan de Carnegiestichting wordt overgeheveld vanuit het beleidsartikel 1.1 Goed functionerende internationale instellingen. Hier staat tegenover dat een deel van het budget voor het grootschalig onderhoud van het Vredespaleis wordt doorgeschoven naar volgende jaren via de eindejaarsmarge. Het betreft hier een reservering van middelen voor alternatieve huisvesting van het Internationaal Gerechtshof en het Permanent Hof van Arbitrage.
Artikel 2
Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
|||
(1) |
(2) |
(4)=(2+3) |
|||||
Verplichtingen |
275.449 |
263.194 |
1.675 |
– 8.225 |
256.644 |
||
Uitgaven |
|||||||
Programma-uitgaven totaal |
291.000 |
292.831 |
– 2.860 |
– 28.120 |
261.851 |
||
waarvan juridisch verplicht |
78% |
100% |
|||||
2.1 |
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid |
11.015 |
12.605 |
600 |
439 |
13.644 |
|
Subsidies |
|||||||
Programma ondersteuning buitenlands beleid |
1.000 |
1.450 |
0 |
0 |
1.450 |
||
Atlantische Commissie |
500 |
500 |
0 |
– 25 |
475 |
||
Opdrachten |
|||||||
Programma ondersteuning buitenlands beleid |
500 |
500 |
0 |
0 |
500 |
||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
|||||||
NAVO |
7.200 |
7.200 |
0 |
420 |
7.620 |
||
Veiligheidsfonds |
500 |
1.640 |
600 |
0 |
2.240 |
||
WEU |
565 |
565 |
0 |
44 |
609 |
||
Programma ondersteuning buitenlands beleid |
250 |
250 |
0 |
0 |
250 |
||
Overige |
500 |
500 |
0 |
0 |
500 |
||
2.2 |
Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme |
14.351 |
14.302 |
0 |
1.345 |
15.647 |
|
Subsidies |
|||||||
Contra-terrorisme |
4.000 |
4.000 |
0 |
1.500 |
5.500 |
||
Anti-terrorisme instituut |
551 |
1.624 |
0 |
– 125 |
1.499 |
||
Opdrachten |
|||||||
Contra-terrorisme |
1.000 |
1.000 |
0 |
0 |
1.000 |
||
Cyber security |
4.700 |
4.148 |
0 |
– 200 |
3.948 |
||
Global Forum on Cyber Expertise |
400 |
330 |
0 |
170 |
500 |
||
Overige |
500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
|||||||
Contra-terrorisme |
3.200 |
3.200 |
0 |
0 |
3.200 |
||
2.3 |
Wapenbeheersing |
10.794 |
13.138 |
0 |
– 469 |
12.669 |
|
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
|||||||
IAEA |
7.317 |
7.317 |
0 |
– 317 |
7.000 |
||
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties |
1.557 |
3.901 |
0 |
68 |
3.969 |
||
CTBTO |
1.920 |
1.920 |
0 |
– 220 |
1.700 |
||
2.4 |
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband |
226.827 |
224.671 |
– 4.535 |
– 27.911 |
192.225 |
|
Subsidies |
|||||||
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds) |
31.000 |
31.000 |
0 |
– 5.161 |
25.839 |
||
Nederland Helsinki Comité |
28 |
28 |
0 |
0 |
28 |
||
Opdrachten |
|||||||
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds) |
15.000 |
15.000 |
0 |
0 |
15.000 |
||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
|||||||
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds) |
44.722 |
44.722 |
0 |
– 5.161 |
39.561 |
||
OVSE |
7.195 |
6.000 |
0 |
0 |
6.000 |
||
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties |
99.849 |
109.919 |
0 |
– 14.619 |
95.300 |
||
Training buitenlandse diplomaten |
2.500 |
2.500 |
0 |
– 250 |
2.250 |
||
Inzet hoog-risico posten |
20.000 |
4.743 |
0 |
0 |
4.743 |
||
Regionale Stabiliteit |
2.000 |
0 |
2.000 |
||||
Overige |
6.533 |
10.759 |
– 6.535 |
– 2.720 |
1.504 |
||
2.5 |
Bevordering van transitie in prioritaire gebieden |
28.013 |
28.115 |
1.075 |
– 1.524 |
27.666 |
|
Subsidies |
|||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA» |
11.822 |
12.447 |
1.075 |
– 1.469 |
12.053 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka» |
16.191 |
15.668 |
0 |
– 55 |
15.613 |
||
Ontvangsten |
1.242 |
1.242 |
0 |
– 1.015 |
227 |
||
2.10 |
Doorberekening Defensie diversen |
242 |
242 |
0 |
– 15 |
227 |
|
2.40 |
Restituties programma's |
1.000 |
1.000 |
0 |
– 1.000 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor het artikel veiligheid en stabiliteit neem per saldo met EUR 6,5 miljoen af in vergelijking met de eerste suppletoire begroting. Deze daling wordt in grote mate veroorzaakt door een verlaging van de Nederlandse contributie aan de VN voor crisisbeheersingsoperaties als gevolg van lagere werkelijke uitgaven op het aantal missies vanuit de VN. Daarnaast worden de verplichtingen van het Stabiliteitsfonds verlaagd vanwege minder aanvragen.
Uitgaven
Artikel 2.1
De uitgaven binnen het subartikel goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid stijgen per saldo met EUR 1 miljoen. Deze stijging is grotendeels te wijten aan een Nederlandse bijdrage aan het Peacekeeping Intelligence Framework van het United Nations Department of Peacekeeping Operations (UNDPKO), dat beoogt fact-based besluitvorming binnen VN-missies effectiever te maken. Daarnaast stijgt de Nederlandse bijdrage aan het civiele budget van de NAVO conform de verdragsverplichtingen.
Artikel 2.2
Het budget voor de bestrijding van internationale criminaliteit en terrorisme neemt per saldo met EUR 1,3 miljoen toe. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van een intensivering van de Nederlandse bijdrage aan de internationale bestrijding van terrorisme en de berechting van voormalig IS-strijders in derde landen. Tevens wordt er een eerste bijdrage gedaan aan het nieuwe, in Den Haag gevestigde, Global Forum on Cyber Expertise.
Artikel 2.4
De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorden in internationaal verband worden met EUR 32,5 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is met name het gevolg van het feit dat de Nederlandse contributie aan de VN voor crisisbeheersingsoperaties lager uitvalt dan geraamd. De uitgaven voor het Stabiliteitsfonds worden verlaagd, omdat er minder een beroep op het fonds werd gedaan dan oorspronkelijk voorzien. Dit betrof ODA-middelen, die terugvloeien naar de BHOS-begroting. De ruimte die ontstond is benut voor activiteiten op het gebied van contra-terrorisme, mensenrechten en internationale rechtsorde.
Ontvangsten
Het naar beneden bijstellen van de ontvangsten houdt verband met lager dan geraamde restituties op (af)lopende programma’s.
Artikel 3
Beleidsartikel 3 Europese samenwerking Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
|||
(1) |
(2) |
(4)=(2+3) |
|||||
Verplichtingen |
8.520.360 |
8.416.376 |
54.378 |
– 87.951 |
8.382.803 |
||
Uitgaven |
|||||||
Programma-uitgaven totaal |
8.745.255 |
8.641.271 |
54.378 |
– 98.676 |
8.596.973 |
||
waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|||||
3.1 |
Afdrachten aan de Europese Unie |
8.496.427 |
8.391.187 |
54.378 |
– 87.991 |
8.357.574 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||
BNI-afdracht |
4.647.575 |
4.542.335 |
87.991 |
– 87.991 |
4.542.335 |
||
BTW-afdracht |
556.114 |
556.114 |
0 |
0 |
556.114 |
||
Invoerrechten |
3.292.738 |
3.292.738 |
– 33.613 |
0 |
3.259.125 |
||
3.2 |
Europees ontwikkelingsfonds |
234.281 |
234.281 |
0 |
– 9.553 |
224.728 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||
Europees Ontwikkelingsfonds |
234.281 |
234.281 |
0 |
– 9.553 |
224.728 |
||
3.3 |
Een hechtere Europese waardengemeenschap |
9.720 |
9.720 |
0 |
483 |
10.203 |
|
Bijdragen (internationale organisaties |
|||||||
Raad van Europa |
9.720 |
9.720 |
0 |
483 |
10.203 |
||
3.4 |
Versterkte Nederlandse positie in de Unie |
4.827 |
6.083 |
0 |
– 1.615 |
4.468 |
|
Opdrachten |
|||||||
Programmatische ondersteuning |
500 |
1.081 |
0 |
– 1.060 |
21 |
||
CECP |
0 |
675 |
0 |
– 657 |
18 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||
Benelux bijdrage |
3.979 |
3.979 |
0 |
70 |
4.049 |
||
EIPA |
348 |
348 |
0 |
32 |
380 |
||
Ontvangsten |
383.929 |
52.558 |
– 6.723 |
0 |
45.835 |
||
3.10 |
Diverse ontvangsten EU |
383.679 |
52.308 |
– 6.723 |
0 |
45.585 |
|
Invoerrechten |
658.548 |
658.548 |
– 6.723 |
0 |
651.825 |
||
Overige ontvangsten EU |
– 274.869 |
– 606.240 |
0 |
0 |
– 606.240 |
||
3.30 |
Restitutie Raad van Europa |
250 |
250 |
0 |
0 |
250 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor 2019 voor het artikel Europese samenwerking neemt af met EUR 34 miljoen. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven is toegelicht.
Uitgaven
Het Europees hof heeft op 31 oktober 2019 een uitspraak gedaan in de zaak van de Europese Commissie tegen het Koninkrijk der Nederlanden inzake de financiële aansprakelijkheid van Nederland voor fouten gemaakt door haar landen en gebieden overzee (LGO). Deze uitspraak wordt op dit moment nader onderzocht. Indien dit nog in 2019 leidt tot budgettaire consequenties zult u hierover via de veegbrief voor het Kerstreces worden geïnformeerd.
Artikel 3.1
De Commissie heeft in april 2019 de eerste aanvullende begroting gepresenteerd met daarin het surplus voor de Europese begroting over 2018. Het surplus valt in totaal uit op EUR 1,8 miljard, wat voor Nederland incidenteel een lagere BNI-afdracht van EUR 88 miljoen in 2019 tot gevolg heeft. In tegenstelling tot de verwachting bij de ontwerpbegroting voor 2020, is de aanvullende Europese begroting met daarin het surplus toch voldoende tijdig in 2019 aangenomen door het EP, zodat deze alsnog in de Nederlandse afdrachten van 2019 meeloopt. Met deze mutatie wordt het effect op de begroting voor 2019 verwerkt, bij de Voorjaarsnota van 2020 wordt het effect hiervan voor 2020 verwerkt. Hiernaast zijn de uitgaven voor invoerrechten in 2019 met EUR 33,6 miljoen naar beneden bijgesteld.
Artikel 3.2
De Nederlandse afdrachten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2019 zijn met EUR 9,5 miljoen neerwaarts bijgesteld. De jaarlijkse vaststelling van het plafond in oktober door de Europese Commissie heeft ertoe geleid dat de bijdrage vanwege een verminderde liquiditeitsbehoefte lager uitviel dan eerder begroot.
Artikel 3.4
Door de onvoorspelbaarheid van de ontwikkelingen rondom de Brexit worden de toegewezen programmamiddelen op dit subartikel via de eindejaarsmarge overgeheveld naar 2020.
Ontvangsten
Geen toelichting.
Artikel 4
Beleidsartikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
2e suppletoire begroting |
|||||
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
|||
(1) |
(2) |
(4)=(2+3) |
|||||
Verplichtingen |
51.762 |
67.555 |
1.020 |
6.574 |
75.149 |
||
Uitgaven |
|||||||
Programma-uitgaven totaal |
50.306 |
69.198 |
1.020 |
1.712 |
71.930 |
||
waarvan juridisch verplicht |
80% |
100% |
|||||
4.1 |
Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland |
13.945 |
17.312 |
0 |
627 |
17.939 |
|
Subsidies |
|||||||
Gedetineerdenbegeleiding |
1.900 |
1.900 |
0 |
0 |
1.900 |
||
Opdrachten |
|||||||
Consulaire bijstand |
259 |
409 |
0 |
– 100 |
309 |
||
Gedetineerdenbegeleiding |
200 |
200 |
0 |
0 |
200 |
||
Reisdocumenten en verkiezingen |
4.320 |
2.900 |
0 |
0 |
2.900 |
||
Consulaire opleidingen |
400 |
400 |
0 |
– 300 |
100 |
||
Consulaire informatiesystemen |
6.866 |
7.003 |
0 |
4.027 |
11.030 |
||
Loket buitenland |
3.500 |
0 |
– 2.000 |
1.500 |
|||
Bijdrage aan agentschappen |
|||||||
Loket buitenland |
0 |
1.000 |
0 |
– 1.000 |
0 |
||
4.2 |
Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren |
9.049 |
20.791 |
– 172 |
480 |
21.099 |
|
Opdrachten |
|||||||
Visumverlening |
1.100 |
2.900 |
0 |
500 |
3.400 |
||
Ambtsberichtenonderzoek |
150 |
150 |
0 |
0 |
150 |
||
Legalisatie en verificatie |
80 |
80 |
0 |
– 20 |
60 |
||
Consulaire informatiesystemen |
6.856 |
14.586 |
0 |
0 |
14.586 |
||
Informatie Ondersteunend Beslissen |
0 |
1.875 |
0 |
0 |
1.875 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||
Asiel en migratie |
863 |
1.200 |
– 172 |
0 |
1.028 |
||
4.3 |
Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur |
7.706 |
8.706 |
1 192 |
– 25 |
9.873 |
|
Subsidies |
|||||||
Internationaal Cultuurbeleid |
7.706 |
8.706 |
1 192 |
– 25 |
9.873 |
||
4.4 |
Uitdragen Nederlandse waarden en belangen |
19.606 |
22.389 |
0 |
630 |
23.019 |
|
Subsidies |
|||||||
Instituut Clingendael |
800 |
800 |
0 |
44 |
844 |
||
Programma ondersteuning buitenlands beleid |
4.124 |
5.477 |
150 |
645 |
6.272 |
||
Opdrachten |
|||||||
Onderzoeksprogramma's |
1.620 |
1.620 |
0 |
972 |
2.592 |
||
Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale Organisaties |
3.000 |
3.000 |
0 |
0 |
3.000 |
||
waarvan kosten Koninklijk Huis o.a. Staatsbezoeken |
2.000 |
2.000 |
0 |
0 |
2.000 |
||
Adviesraad Internationale vraagstukken |
525 |
525 |
0 |
0 |
525 |
||
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's |
2.500 |
3.030 |
0 |
0 |
3.030 |
||
Verkeersnotificaties |
0 |
400 |
0 |
– 184 |
216 |
||
Chinastrategie |
0 |
250 |
0 |
– 150 |
100 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
|||||||
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's |
6.517 |
6.517 |
– 361 |
6.156 |
|||
Europese bewustwording |
520 |
770 |
– 150 |
– 336 |
284 |
||
Ontvangsten |
47.890 |
51.749 |
0 |
4.907 |
56.656 |
||
4.10 |
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland |
9.500 |
9.500 |
0 |
392 |
9.892 |
|
4.20 |
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen |
37.500 |
41.375 |
0 |
5.315 |
46.690 |
|
4.40 |
Doorberekening Defensie diversen |
890 |
874 |
0 |
– 800 |
74 |
|
4.41 |
Ontvangsten verkeersnotificaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
De verplichtingen voor artikel 4 nemen toe met EUR 7,6 miljoen, waarvan EUR 1,8 miljoen voor het jaarlijks af te sluiten contract met Clingendael en de overige verplichtingen zijn analoog aan de uitgaven zoals hieronder zijn toegelicht.
Uitgaven
Artikel 4.1
Het budget voor consulaire dienstverlening aan Nederlanders is met EUR 1,2 miljoen verhoogd om de noodzakelijke kosten voor digitalisering van de paspoortaanvragen en uitgifte te dekken. Deze uitgave stond gepland voor 2020, maar wordt versneld uitgevoerd. Daartegenover staat een verlaging van EUR 3 miljoen voor het Loket Buitenland, omdat de ontwikkeling van het digitale platform voor het Loket Buitenland door de rijksbrede samenwerking meer tijd vergt dan was voorzien.
Artikel 4.3
De uitgaven voor grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur stijgen per saldo met EUR 1,1 miljoen door onder andere een interdepartementale overheveling van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor designevents in Milaan, de bijdrage voor het digitaliseren van de Fagel bibliotheekcollectie in Dublin en bijdragen aan een diversiteit van cultuurprojecten wereldwijd.
Ontvangsten
De ontvangsten nemen per saldo toe met EUR 4,9 miljoen. Dit betreft de nabetaling van de KMAR voor visaleges 2013–2018, die door administratieve redenen nog niet had plaats gevonden, en de vergoeding van de IND voor consulaire dienstverlening met betrekking tot MVV’s en DNA-onderzoek.
Artikel 5
Niet-beleidsartikel 5 Geheim Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
||
(1) |
(2) |
(4)=(2+3) |
||||
Verplichtingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
3.003 |
3.003 |
|
5.10 |
Geheim |
0 |
0 |
0 |
3.003 |
3.003 |
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Geen toelichting.
Artikel 6
Niet-beleidsartikel 6 Nog onverdeeld Bedragen in EUR 1 000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
||
(1) |
(2) |
(4)=(2+3) |
||||
Verplichtingen |
25.868 |
1.379 |
3.891 |
– 5.270 |
0 |
|
Uitgaven |
||||||
Uitgaven totaal |
25.868 |
1.379 |
3.891 |
– 5.270 |
0 |
|
6.1 |
Nog onverdeeld (HGIS) |
25.868 |
1.379 |
3.891 |
– 5.270 |
0 |
Verplichtingen en uitgaven
Als gevolg van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product is het HGIS-budget afgelopen najaar gestegen met EUR 3,9 miljoen. Aan het eind van dit jaar valt dit bedrag vrij binnen de HGIS en wordt het via de eindejaarsmarge van de HGIS meegenomen naar 2020.
Artikel 7
Niet-beleidsartikel 7 Apparaat Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
2019 |
||
(1) |
(2) |
(4)=(2+3) |
||||
Verplichtingen |
763.776 |
818.895 |
– 2.748 |
– 2.550 |
813.597 |
|
Uitgaven |
740.740 |
815.895 |
252 |
– 2.550 |
813.597 |
|
7.1.1 |
Personeel |
510.711 |
531.972 |
279 |
– 34.012 |
498.239 |
Eigen personeel |
500.711 |
521.972 |
279 |
– 42.916 |
479.335 |
|
Inhuur extern |
10.000 |
10.000 |
0 |
75 |
10.075 |
|
overige personeel |
0 |
0 |
0 |
8.829 |
8.829 |
|
7.1.2 |
Materieel |
230.029 |
283.923 |
– 27 |
27.058 |
310.954 |
waarvan ICT |
45.000 |
62.813 |
0 |
330 |
63.143 |
|
waarvan bijdragen aan SSO's |
63.891 |
65.000 |
– 27 |
– 1.931 |
63.042 |
|
waarvan overige materieel |
121.138 |
156.110 |
0 |
28.659 |
184.769 |
|
7.2 |
Koersverschillen |
pm |
0 |
0 |
4.404 |
4.404 |
Ontvangsten |
26.450 |
46.450 |
0 |
21.226 |
67.676 |
|
7.10 |
Diverse ontvangsten |
26.450 |
46.450 |
0 |
21.226 |
67.676 |
7.11 |
Koersverschillen |
pm |
pm |
0 |
0 |
0 |
Verplichtingen
Voor de verantwoording van de verplichtingen voor apparaatsuitgaven geldt de bepaling uit de Comptabiliteitswet 2016 waarbij het jaar waarin de kasbetaling is gedaan, kan worden aangemerkt als het begrotingsjaar waarin de met de kasbetaling samenhangende verplichting is aangegaan of is ontstaan (art. 2.14, lid 3), de zgn. k=v methode. In de praktijk betekent dit dat de totale aangegane verplichtingen binnen dit artikel, voor één specifiek jaar overeenkomen met de totale kasuitgaven voor dit jaar. In dat kader wordt het verplichtingenbudget daarom verlaagd met EUR 5,3 miljoen en komt hiermee overeen met het kasbudget.
Uitgaven
Op het apparaatsartikel vindt een aantal mutaties plaats, waarbij het budget per saldo afneemt met EUR 2,6 miljoen.
7.1.1 Personeel:
– Conform het Regeerakkoord is onder meer geïntensiveerd op het terrein van ontwikkelingssamenwerking (OS). Een deel van deze middelen is ingezet voor de versterking van beleids- en beheerscapaciteit binnen het ministerie. Alle apparaatsmiddelen zijn opgenomen in de BZ-begroting. Omdat in 2019 nog niet alle vacatures zijn ingevuld valt dit budget vrij en wordt het alternatief ingezet op het terrein van OS. Een bedrag van EUR 10,6 miljoen wordt derhalve overgeheveld naar de BHOS-begroting.
– Een bedrag van EUR 1 miljoen wordt doorgeschoven naar 2020. Vanwege de vertraging rondom de Brexit-besluitvorming wordt een deel van de fte kosten voor de taskforce volgend jaar verwacht. Daarnaast wordt een deel van de gereserveerde middelen aan het Global Evaluation Initiative (kosten voor evaluaties) pas in 2020 betaald.
– Vanuit Economische Zaken en Klimaat wordt een bedrag van EUR 2,2 miljoen overgeheveld ter verrekening van loonkosten voor personeel van dit ministerie dat werkzaam is op Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.
– Binnen de apparaatsuitgaven vindt een aantal verschuivingen plaats. Een deel van de personeelsuitgaven wordt opgenomen onder materiële uitgaven. Het betreft kosten voor dienstreizen, representatie en honoraire consulaten. Bij het opstellen van de begroting zijn deze kosten onder de categorie personeel geboekt. In lijn met de begrotingsvoorschriften zijn deze uitgaven verschoven naar materieel. Ook is een deel van uitgaven geboekt onder overig personeel in plaats van eigen personeel. Deze wijziging volgt daarmee de begrotingsvoorschriften daar het algemene uitgaven voor personeel betreft.
7.1.2 Materieel:
– EUR 2 miljoen van de hoger dan geraamde inkomsten uit de verkoop van vastgoed in het buitenland wordt ingezet voor investeringen in huisvesting ter rationalisering van de vastgoedportefeuille (desaldering).
7.2 Koersverschillen:
– Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar echter een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Deze kosten worden verantwoord op dit apparaatsartikel.
Ontvangsten
De ontvangsten nemen toe met EUR 21,2 miljoen vanwege de verkoop van onroerend goed in Khartoem en Londen. Een deel van dit bedrag (EUR 2 miljoen) wordt dit jaar opnieuw geïnvesteerd. Het restant wordt toegevoegd aan de reservering conform de middelenafspraak huisvesting. Deze wordt ingezet om de huisvestingsportefeuille te moderniseren en te rationaliseren.