Ontvangen 5 oktober 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Aan artikel I worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:
S
Aan artikel 6:6:10 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Bij toepassing van het eerste lid, onder f, of het tweede lid wordt het slachtoffer, bedoeld in artikel 51e, tweede lid, in de gelegenheid gesteld een verklaring af te leggen. De verklaring ziet uitsluitend op de voorwaarden die direct de belangen van het slachtoffer raken. De verklaring kan ook worden afgelegd door de personen, bedoeld in artikel 51e, derde, vierde, zevende en achtste lid.
T
Aan artikel 6:6:19, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Het slachtoffer, bedoeld in artikel 51e, tweede lid, wordt in de gelegenheid gesteld een verklaring af te leggen. De verklaring ziet uitsluitend op de voorwaarden die direct de belangen van het slachtoffer raken. De verklaring kan ook worden afgelegd door de personen, bedoeld in artikel 51e, derde, vierde, zevende en achtste lid.
U
Aan artikel 6:6:32, vijfde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Het slachtoffer, bedoeld in artikel 51e, tweede lid, wordt in de gelegenheid gesteld een verklaring af te leggen. De verklaring ziet uitsluitend op de voorwaarden die direct de belangen van het slachtoffer raken. De verklaring kan ook worden afgelegd door de personen, bedoeld in artikel 51e, derde, vierde, zevende en achtste lid.
Op dit moment heeft het slachtoffer geen enkel recht bij een zitting die kan leiden tot wijziging of opheffing van bijzondere voorwaarden die zijn gesteld bij de voorwaardelijke beëindiging van een tbs met dwangverpleging of pij-maatregel. Bij tussentijdse zittingen, bijvoorbeeld op verzoek van de veroordeelde of het openbaar ministerie, waarbij een rechter dient te oordelen of de gestelde bijzondere voorwaarden in stand blijven of worden gewijzigd, wordt het slachtoffer bijvoorbeeld niet op de hoogte gesteld van een zitting en heeft hij/zij ook geen spreekrecht. Sommige bijzondere voorwaarden, zoals een contact- en locatieverbod, worden juist opgelegd ter bescherming van het slachtoffer, maar bij een wijzigingsverzoek vanuit de veroordeelde is het slachtoffer niet op de hoogte en is er ook geen spreekrecht voor het slachtoffer.
Het komt nu nog in de praktijk voor dat de rechter een beschermingsmaatregel van het slachtoffer opheft zonder dat het slachtoffer hiervan op de hoogte wordt gebracht. Dat komt niet overeen met het bepaalde in artikel 10, zesde lid, van het Besluit slachtoffers van strafbare feiten, waarin onder meer is bepaald dat de individuele beoordeling gedurende de tenuitvoerlegging zo nodig wordt aangepast aan de actuele situatie.
Dit amendement zorgt ervoor dat slachtoffers in bovengenoemde zaken ook bij een tussentijdse zitting gebruik mogen maken van het spreekrecht, indien de voorwaarden direct de belangen van het slachtoffer raken.
Van Wijngaarden Van Toorenburg