Kamerstuk 35337-9

Amendement van het lid Van Gerven over een minimale vloeroppervlakte voor een horecalokaliteit in de wet behouden

Dossier: Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet


Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN

Ontvangen 1 oktober 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 10 na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, heeft ten minste één horecalokaliteit met een vloeroppervlakte van ten minste 35 m2. De burgemeester kan besluiten af te wijken van de eerste zin, indien er sprake is van een lokaliteit die is gevestigd in een rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.

II

In artikel I, onderdeel N, onder 3, vervalt «of horecalokaliteit».

III

In artikel XA, onderdeel N, vervalt in artikel 25, derde lid, «of horecalokaliteit».

Toelichting

De indiener wil met dit amendement regelen dat de eis uit het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet, dat een horecalokaliteit een vloeroppervlakte moet hebben van ten minste 35 m2, in de wet wordt behouden. De indiener wil hiermee voorkomen dat het vervallen van de vloeroppervlakte-eis leidt tot een toename van het aantal (kleine) verkooppunten van alcoholhoudende dranken en daarmee leidt tot een toename van de verkrijgbaarheid van alcohol. Volgens de indiener gaat dit voorstel in tegen de geest van het Nationaal Preventieakkoord dat uitdrukkelijk meldt dat er een positief verband is tussen de toename van de beschikbaarheid van alcohol en de daaraan gerelateerde schade. Een studie van Berenschot uit 2019 gaf ook aan dat een toename van het aantal verstrekkingspunten positieve invloed heeft op de economie en negatieve effecten op volksgezondheid, verkeersveiligheid en openbare orde.1 Ook is het voorstel in strijd met beleidsadviezen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).2

De in dit amendement voorgestelde eis van 35m2 is identiek aan de huidige wettelijke eis en geldt uitdrukkelijk per inrichting voor één horecalokaliteit. In de vigerende regelgeving is opgenomen dat de burgemeester een ontheffing van die eis kán verlenen als het gaat om een rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet. Dit amendement bepaalt eveneens dat deze uitzondering geldt voor alle rijksmonumenten als bedoeld in de Erfgoedwet.

Ook worden de artikelen I, onderdeel N, en XA, onderdeel B, van het wetsvoorstel aangepast. Omdat door dit amendement de landelijke minimum vloeroppervlakte-eis voor één horecalokaliteit 35 m2 blijft, is het niet logisch gemeenteraden het recht te geven om lokaal middels een verordening andere minimum vloeroppervlakte-eisen te stellen. Dat is anders voor slijtlokaliteiten. Die kennen in de toekomst geen landelijke minimum vloeroppervlakte-eis meer. Dan kunnen lokale regels zinvol zijn.

Van Gerven