Ontvangen 5 november 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 10 na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. Een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend heeft ten minste één slijtlokaliteit met een vloeroppervlakte van ten minste 15 m2.
II
In artikel I, onderdeel N, wordt in het voorgestelde artikel 25a, derde lid, «Bij» vervangen door «Onverminderd artikel 10, lid 1a, kunnen bij» en vervalt «kunnen».
III
In artikel XA, onderdeel A, onder D, wordt in artikel 10 na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. Een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend heeft ten minste één slijtlokaliteit met een vloeroppervlakte van ten minste 15 m2.
IV
In artikel XA, onderdeel B, onder N, wordt in het voorgestelde artikel 25a, derde lid, «Bij» vervangen door «Onverminderd artikel 10, lid 1a, kunnen bij» en vervalt «kunnen».
De indiener wil met dit amendement regelen dat de vloeroppervlakte-eis voor slijterijen van ten minste 15m2 behouden blijft. Het voorstel om de vloeroppervlakte-eis voor slijterijen te laten vervallen is volgens de indiener onwenselijk, omdat hiermee het aantal inpandige slijterijen zal toenemen, bijvoorbeeld in supermarkten of avondwinkels. Een ongewenste ontwikkeling, aangezien een toename van het aantal verkooppunten voor alcohol bijdraagt aan een grotere blootstelling aan en beschikbaarheid van alcohol wat negatieve gevolgen heeft op de volksgezondheid. Voor gemeenten is het wel mogelijk om bij gemeentelijke verordening een hoger minimumvloeroppervlakte vast te stellen voor een slijtlokaliteit.
Van Gerven