Kamerstuk 35321-9

Amendement van het lid Van Gerven over strengere eisen voor verhittingsapparaten en hulpstukken

Dossier: Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet ter uitbreiding van het rookverbod


Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN

Ontvangen 20 februari 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan het opschrift wordt toegevoegd: , alsmede om een regeling te treffen voor apparaten die bestemd zijn voor het consumeren van tabaksproducten via een proces van verhitting, en voor hulpstukken bij elektronische dampwaar.

II

Aan de beweegreden wordt voor de puntkomma toegevoegd: , alsmede om een regeling te treffen voor apparaten die bestemd zijn voor het consumeren van tabaksproducten via een proces van verhitting, en voor hulpstukken bij elektronische dampwaar.

III

In artikel I wordt na «de Tabaks- en rookwarenwet» ingevoegd «wordt onder vervanging van de puntkomma door een komma in het begrip «aanverwant product» de volgende zinsnede toegevoegd «enig apparaat dat bestemd is voor het consumeren van tabaksproducten via een proces van verhitting, alsmede hulpstukken bij elektronische dampwaar;», en».

Toelichting

De indiener wil met dit amendement regelen dat zogenaamde verhittingsapparaten die gebruikt worden voor het verhitten van tabak, en hulpstukken bij elektronische dampwaar, zoveel mogelijk op één lijn gesteld worden met tabaksproducten. Het amendement regelt daarmee dat ook deze apparaten en hulpstukken als aanverwant product onder de Tabaks- en rookwarenwet gaan vallen, waarmee daarvoor ook onder andere het reclameverbod en de leeftijdsgrens zullen gaan gelden. Hiermee wordt bijgedragen aan de bescherming van de gezondheid van opgroeiende kinderen en (mee)rokers.

Van Gerven