Ontvangen 12 november 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel III, eerste lid, komt te luiden:
1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De voordracht voor het koninklijk besluit wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien binnen deze termijn door of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de inwerkingtreding van deze wet bij wet wordt geregeld, wordt geen voordracht gedaan.
Dit amendement regelt dat de Kamers grip houden op de inwerkingtreding van de afschaffing van de fiscale aftrek van de scholingsuitgaven. De Kamers krijgen het ontwerp van het koninklijk besluit voor de inwerkingtreding vier weken voor de voordracht ervan te zien en kunnen dan bij meerderheid of met dertig leden respectievelijk vijftien leden de wens te kennen geven dat inwerkingtreding bij wet wenselijk is. De wet kan dan niet eerder in werking treden dan nadat het wetsvoorstel houdende de inwerkingtreding beide Kamers heeft gepasseerd.
Omtzigt