Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven en omzetting hiervan in een niet-fiscale uitgavenregeling een effectievere en doelmatigere inzet van budgettaire middelen mogelijk maakt;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.139 vervalt onderdeel c onder verlettering van onderdeel d tot c.
B
In artikel 6.1, tweede lid, vervalt onderdeel f.
C
Afdeling 6.7 vervalt.
D
Artikel 10a.16 vervalt.
E
Na artikel 10a.20 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.139, onderdeel c, zoals dat luidde op 31 december 2020, blijft van toepassing met betrekking tot hetgeen wordt ontvangen als teruggave van of nagekomen betaling ter zake van scholingsuitgaven die op grond van afdeling 6.7, zoals die afdeling op 31 december 2020 luidde, in aanmerking zijn genomen.
In artikel I, onderdeel E, wordt «31 december 2020» telkens vervangen door de datum van de dag die direct voorafgaat aan het ingevolge artikel III bij koninklijk besluit bepaalde tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,