Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2019
De leden Ronnes, Dik-Faber, Koerhuis, Van Eijs en Smeulders hebben deze ochtend een nader gewijzigd amendement met Kamerstuk 35 302, nr. 62 ingediend ter vervanging van amendement met Kamerstuk 35 302, nr. 36. Dit amendement heeft betrekking op de gebiedsafbakening van de gemeenten die in aanmerking komen voor de heffingsvermindering voor nieuwbouw. Door de late indiening van dit amendement is in de brief met appreciaties van amendementen bij het Belastingplan hier geen oordeel over uitgesproken. Middels deze brief wil ik het oordeel van het kabinet kenbaar maken.
Het gewijzigd amendement voorziet in een wijziging van de gemeenten waar vanuit aanspraak kan worden gemaakt op een heffingsvermindering van een bedrag van € 25.000. Het kabinet vindt dat deze toevoeging niet past in de overwegingen bij deze wetswijziging zoals blijkt uit de memorie van toelichting van de wet. Daarnaast past deze ook niet in de aanvullende argumentatie zoals opgenomen in de toelichting bij het amendement. Hierin wordt namelijk een duidelijke afbakening voorgesteld, waartoe de toegevoegde gemeente niet behoort. Het oordeel van het Kabinet is daarom om dit amendement te ontraden.
De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer