Ontvangen 13 november 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel XIV, onderdeel C wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1 wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «wordt» vervangen door «worden». Voorts wordt «door «; en », een onderdeel» vervangen door «door een puntkomma, twee onderdelen».
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van het voorgestelde artikel 1.11, eerste lid, onderdeel o, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
p. de bouw van huurwoningen als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 2⁰, die niet zijn gelegen in een gemeente als genoemd in bijlage 2 bij deze wet: € 12.500 per gebouwde huurwoning.
2. Onderdeel 2, onder b, wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «door «; en» wordt een onderdeel» vervangen door «door een puntkomma worden twee onderdelen».
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van het voorgestelde artikel 1.11, tweede lid, onderdeel j, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
k. met betrekking tot investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel p, die zijn gerealiseerd op of na 1 januari 2020.
3. Onderdeel 3 wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «wordt» vervangen door «worden». Voorts wordt «door «; en», een onderdeel» vervangen door «door een puntkomma, twee onderdelen».
b. Onder vervanging van «; en» aan het slot van het voorgestelde artikel 1.11, derde lid, onderdeel o, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
p. de bouw van huurwoningen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel p, ten minste € 31.250 per gebouwde huurwoning bedragen.
4. Aan onderdeel 4 wordt een zin toegevoegd, luidende: Voorts wordt aan het vijfde lid toegevoegd «, en kunnen gemeenten waarmee Onze Minister afspraken heeft gemaakt over de bouw van huurwoningen worden toegevoegd aan bijlage 2».
II
In artikel XIV, onderdeel D, tweede onderdeel, wordt in het voorgestelde artikel 1.12, vierde lid, onderdeel a, «onderdeel j» vervangen door «onderdelen j of k».
III
In de bijlage worden in de alfabetische rangschikking ingevoegd: Arnhem, Breda, Deventer, Emmen, Enschede, Hoorn, Leeuwarden, Maastricht, Nijmegen, Tilburg, Venlo en Weert.
Dit amendement regelt dat de heffingsvermindering verhuurderheffing voor belastingplichtigen in alle regio’s toegankelijk wordt. Indieners constateren dat de bouw van voldoende woningen uiterst belangrijk is, doch dat de ambities om 75.000 woningen per jaar te bouwen zwaar onder druk staan.
De regering wil met een extra financiële impuls de bouw van woningen aanjagen.
Het woningtekort kan daarmee aangepakt worden. Indieners willen de groep gemeenten die bij de bouw van nieuwe woningen een heffingsvermindering van de verhuurdersheffing kunnen aanvragen, niet beperken tot de schaarstegebieden. Met dit amendement willen zij bereiken dat in meer gemeenten die heffingsvermindering gevraagd kan worden. Daartoe wordt het toepassingsgebied van de voorgestelde heffingsvermindering van € 25.000 uitgebreid met de regio’s waar in de toekomst woondeals mee worden gesloten en de gemeenten uit de top 50 van gemeenten waar tot 2020 de hoogste, absolute woningtekorten verwacht worden en die niet onder de eerste twee genoemde groepen vallen. Het betreft de gemeenten Arnhem, Breda, Deventer, Emmen, Enschede, Hoorn, Leeuwarden, Maastricht, Nijmegen, Tilburg, Venlo en Weert. Tevens wordt geregeld dat voor alle overige gemeenten een heffingsvermindering van € 12.500 per nieuwbouwwoning komt te gelden.
Ronnes Dik-Faber Koerhuis Van Eijs Smeulders