Kamerstuk 35300-XVII-14

Amendement van de leden Diks en Van den Hul over structureel extra middelen voor het voorkomen van meisjesbesnijdenis

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2020

Gepubliceerd: 26 november 2019
Indiener(s): Isabelle Diks (GL), Kirsten van den Hul (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35300-XVII-14.html
ID: 35300-XVII-14

32,7 %
67,3 %

VVD

GL

PvdD

DENK

Van Haga

50PLUS

D66

CDA

SGP

PvdA

PVV

SP

Van Kooten-Arissen

CU

FVD


Nr. 14 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIKS EN VAN DEN HUL

Ontvangen 26 november 2019

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 3 Sociale vooruitgang worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 2.000 (x € 1.000).

II

In artikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 2.000 (x € 1.000).

Toelichting

Vorig jaar nam de Tweede Kamer met brede meerderheid het amendement Diks c.s. (35 000 XVII, nr. 23) aan om de uitgaven in 2019 aan het voorkomen van meisjesbesnijdenis te verhogen met een bedrag van € 2 miljoen. Die verhoging is incidenteel doorgevoerd in de begroting van 2019, maar niet structureel gemaakt. Wereldwijd zijn ruim 200 miljoen meisjes en vrouwen slachtoffer van besnijdenis, ook wel Female Genital Mutilation/Cutting (FGM/C) genoemd. Ondanks vooruitgang in sommige landen lopen met de huidige trends nog eens 68 miljoen meisjes het risico om besneden te worden voor 2030. De praktijk leert dat het tegengaan van meisjesbesnijdenis en het versterken van de rechten en de positie van jonge vrouwen tijd kost, en dus om een structurele aanpak en investering vraagt. Daarom zijn de indieners van mening dat Nederland haar verhoogde inzet moet continueren, om bij te dragen aan de internationale inspanningen om meisjesbesnijdenis zo snel mogelijk wereldwijd te stoppen. Daartoe verhoogt dit amendement de uitgaven aan het voorkomen van meisjesbesnijdenis voor de komende jaren structureel met een bedrag van € 2 miljoen.

Het effectief tegengaan van meisjesbesnijdenis vraagt om een context-specifieke aanpak. De additionele middelen moeten daarom worden ingezet om aan te sluiten bij bestaande initiatieven en alternatieven van maatschappelijke organisaties die diep geworteld zijn in lokale gemeenschappen. De dekking hiervoor wordt gevonden in de niet-juridisch verplichte middelen van artikel 4.

Diks Van Den Hul