Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2019
Bij brief van 11 september jl. heeft uw vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gereageerd op mijn brief van 4 juli jl. over de stand van zaken ten aanzien van de herziening van de LNV-begroting (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 96). In deze brief spreekt de commissie teleurstelling uit over het moment waarop de Kamer over de stand van zaken is geïnformeerd en daarnaast wordt mij verzocht om de indeling van de begroting nader te bezien met inachtneming van de voorstellen die zijn ingebracht door de rapporteurs bij het jaarverslag over 2017. Tevens wordt verzocht om in de nieuwe begroting specifieke en meetbare doelstellingen op te nemen en te rapporteren over doelbereiking, conform de motie van het lid Weverling (Kamerstuk 34 725 XIII, nr. 10).
Ik realiseer mij terdege dat sinds het indienen van de motie-Weverling in het voorjaar van 2017 veel tijd is verstreken. Ik had uw Kamer hier bij deze begroting graag beter in willen bedienen. En ik wil er geen misverstand over laten bestaan dat ik met u de ambitie deel om de informatievoorziening in de LNV-begroting te verbeteren. De begroting 2020 bevat daarom enkele nieuwe indicatoren en dit zal in de begroting 2021 worden uitgebreid. Hiervoor zal ik komende tijd nadrukkelijk de afstemming zoeken met uw Kamer.
Onderstaand ga ik dieper in op de door uw vaste commissie voor LNV aangedragen punten.
Tijdpad
De heroprichting van het Ministerie van LNV, en de uitwerking van mijn LNV-visie «Waardevol en verbonden», vormden een vertragende, maar noodzakelijke tussenstap in het verbeteren van de informatievoorziening in de begroting. De LNV-visie, maar ook het Klimaatakkoord, grijpen direct aan op de beleidsdoelen en het meetbaar maken daarvan. Het is hierdoor niet realistisch gebleken om al in de begroting 2020 te komen tot een afgerond geheel van nieuwe indicatoren en kengetallen.
Niettemin beschouw ik de ontwerpbegroting 2020 als een eerste opmaat naar een begroting die helder inzichtelijk maakt waaraan we de beschikbare middelen gaan uitgeven en waarbij we achteraf, bij de verantwoording, het goede gesprek kunnen voeren over de resultaten en uitkomsten van het beleid. Zo introduceert deze begroting al een aantal nieuwe indicatoren op het gebied van voedselverspilling, de mate van duurzame bevissing en fauna in natuurgebieden op land en in agrarisch gebied.
De LNV-begroting 2021 zal een verdere verdieping kennen als het gaat om het meten van de voortgang van beleidsdoelen. Dit kondigde ik ook aan in mijn brief van 4 juli jl. Daarbij zullen ook de aanbevelingen die voortkomen uit de lopende beleidsdoorlichting van het agrobeleid (begrotingsartikel 11) zo goed mogelijk worden meegenomen1. Zoals aangekondigd wordt het eindrapport en de beleidsreactie hierbij voor het eind van dit jaar aan uw Kamer verzonden.
Artikelindeling
De vaste commissie voor LNV stelt een andere indeling van de begrotingsartikel 11 voor: landbouw, tuinbouw, visserij, natuur, voedsel, regio. Ik heb dit voorstel niet overgenomen en wel om de volgende redenen.
Het opdelen van artikel 11 in een aantal kleinere artikelen leidt tot een inhoudelijke fragmentatie van (beleids)informatie en daarbij is het in veel gevallen niet mogelijk om tot een logische afbakening van onderwerpen tussen artikelen te komen. U kunt bij fragmentatie denken aan de versnippering van de bijdragen aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), of de uitgaven aan kennis en innovatie over heel de begroting. Wat betreft de afbakening wijs ik op, bijvoorbeeld, de uitgaven aan agrarisch ondernemerschap of plantaardige productie. Deze budgetten opsplitsen tussen een artikel landbouw en een artikel tuinbouw is niet op een logisch navolgbare manier te doen.
Een opdeling van artikel 11 zoals voorgesteld door de Kamer resulteert voorts in een aantal (zeer) kleine beleidsartikelen en versnippering van (samenhangende) budgetten. Zo zal een artikel Visserij slechts ca € 40 miljoen omvatten.
De rijksbreed voorgeschreven systematiek van Verantwoord begroten (VB) stelt bij het opstellen van de begroting de taken en verantwoordelijkheden van Ministers centraal en niet de beleidsdoelen. Vanuit deze optiek is gekozen voor de huidige opzet. Indachtig de VB-systematiek ligt het voor de hand om de beleidsartikelen vanuit de gehele ketenverantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld de voedselvoorziening te definiëren, dus van de koe in de wei tot aan het pak melk thuis op tafel.
Meetbare doelstellingen
Verder benadrukt uw commissie het belang van concrete en meetbare doelstellingen in relatie tot het kunnen bepalen van de mate van doelbereiking. Ook op dit punt ben ik – net als bij de artikelindeling – in de begrotingspresentatie gebonden aan de uitgangspunten van Verantwoord Begroten, waarbij in de begrotingspresentatie niet meer wordt gewerkt met afzonderlijke operationele doelen, maar met een algemene doelstelling per artikel. Niettemin spreekt het voor zich dat ik er aan hecht om de beleidsdoelen die voortvloeien uit de LNV-visie (waaronder de transitie naar kringlooplandbouw) en het Klimaatakkoord (Landbouw en Landgebruik) meetbaar te maken.
Komend jaar zal op basis van de beleidstheorie in kaart worden gebracht hoe doelbereiking op de betreffende onderwerpen gemeten kan worden. Dit leidt tot een raamwerk van LNV-beleidsdoelen en daaraan gekoppelde indicatoren en kengetallen. Dit raamwerk is ondersteunend en richtinggevend aan de huidige en nog (nieuw) te ontwikkelen monitoringssystemen zoals het Nationaal Strategisch Plan (NSP), de Biodiversiteitsmonitor, de Landschapsmonitor, de Voortgangsmonitor Klimaat Landbouw en Landgebruik en de Kringlooplandbouwmonitor. De uitkomsten van dit raamwerk zijn voedend aan een compacte en robuuste set van (nieuwe) indicatoren die worden opgenomen in de LNV-begroting 2021.
Op deze manier kunnen we rapporteren over de mate van doelbereik en borgen we samenhang binnen het brede en complexe LNV-domein. Zo houden we én de begroting compact én stellen we de leden van uw Kamer in de gelegenheid om kennis te nemen van de meer gedetailleerde monitoringsinformatie in reguliere Kamerpublicaties die betrekking hebben op de specifieke beleidsdomeinen van LNV.
Ten slotte, ik ga graag het gesprek aan met uw vaste commissie voor LNV. De inzichten van uw leden ten aanzien van meetbare doelstellingen en bijbehorende indicatoren helpen mij bij het doorontwikkelen van de LNV-begroting naar een begroting waarin ik helder en duidelijk kan verantwoorden hoe we de beschikbare middelen besteden en welke resultaten we daar mee boeken.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten