Voorgesteld 20 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat voor nieuwe biomassacentrales soms gekozen wordt voor een vermogen tot 14,9 MW, omdat boven de 15 MW een milieuvergunning verplicht is;
overwegende dat er groeiende verontrusting is over biomassacentrales, met name wanneer deze in of nabij woonwijken zijn gepland;
overwegende dat het wenselijk is dat er tijdig inspraakmogelijkheden zijn voor de omgeving bij de planning van nieuwe biomassacentrales, ongeacht het vermogen hiervan, en dat gemeenten een beter ruimtelijk sturingsinstrument in handen hebben;
verzoekt de regering, te onderzoeken of het effectief is om ook voor biomassa-installaties met een vermogen van minder dan 15 MW een milieuvergunning opnieuw verplicht te stellen, en de Tweede Kamer hierover in de zomer van 2020 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bruins
Dik-Faber
Sienot
Van Raan