Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2019
In februari 2019 informeerde ik u over de te treffen maatregelen voor de aanpak van tachograaffraude.1 Aanleiding voor de maatregelen was een signaalrapportage van de ILT, waarin de inspectie wijst op de risico’s van moeilijk te detecteren en aan te pakken fraude met tachografen. Sinds februari is op verschillende punten goede voortgang geboekt. Zowel op nationaal als Europees niveau zijn stappen gezet om tachograaffraude effectiever aan te pakken. Middels deze kamerbrief informeer ik u over de voortgang door een overzicht te geven van de stand van zaken met betrekking tot de eerder aangekondigde maatregelen.
Fraude met tachografen is niet alleen een Nederlands probleem maar speelt op Europees niveau. Ook beperkt manipulatie van tachografen zich niet tot een of enkele generaties tachografen. Al sinds de introductie van de tachograaf wordt gepoogd deze te manipuleren. Manipulatie van een tachograaf stelt de gebruiker in staat zich niet te houden aan rij- en rusttijden. Manipulatie van tachografen kan daarmee leiden tot slechtere arbeidsomstandigheden voor chauffeurs, een afname van verkeersveiligheid en een verstoring van het gelijk speelveld.
Op nationaal niveau zijn inmiddels de nodige stappen gezet om tachograaffraude effectiever aan te pakken. Zo heb ik in samenwerking met de Minister van SZW de mogelijkheden onderzocht om het sanctieregime in relatie tot tachografen te verscherpen om zo manipulatie voor een bedrijf minder aantrekkelijk te maken. Een uitkomst hiervan is de verhoging van de maximaal op te leggen boete bij transportinspecties, van € 4.400 naar ruim € 10.000. Deze verhoging treedt uiterlijk voor het einde van 2019 in werking. Ik werk op dit moment samen met mijn ambtsgenoot van SZW aan een wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (wegvervoer) 20162 waarin de boete is vastgelegd.
Een andere belangrijke stap is de Regeling tachografen3, die per 15 juni 2019 van kracht is geworden. Deze regeling maakt het mogelijk de bevoegdheidspas van monteurs in te trekken of te schorsen wanneer er een overtreding geconstateerd wordt. Dit betekent dat deze monteurs hun beroep niet meer kunnen uitoefenen. Verder worden middels deze regeling de (fraudegevoelige) mobiele werkplaatsen uitgefaseerd. Per 1 januari 2025 vervalt de erkenning voor mobiele werkplaatsen, waarmee deze na 1 januari 2025 niet meer zijn toegestaan.
Ik verken nog de juridische mogelijkheden om inbeslagname van een gemanipuleerde tachograaf mogelijk te maken. Daarnaast bekijkt de ILT of het wenselijk is haar bevoegdheid in te zetten om de bestuurderskaart van chauffeurs in te nemen bijvoorbeeld in geval van recidive.
Met het oog op effectievere handhaving wordt blijvend geïnvesteerd in training en uitrusting van inspecteurs. Zo worden er in ECR-verband4 regelmatig masterclasses georganiseerd voor Europese inspectiediensten. Deze trainingen vinden tweemaal per jaar plaats. Verder werkt de ILT voor de training van inspecteurs samen met verschillende onderwijsinstellingen, bijvoorbeeld in de vorm van onderzoek naar de mogelijkheden om steeds geavanceerdere manipulatie te kunnen herkennen bij weginspecties.
Aanvullend op de bovengenoemde maatregelen zie ik enkele belangrijke kansen voor effectievere handhaving in zowel gecoördineerde samenwerking in de keten als in procesverstoring. Voor samenwerking in de keten wordt gedacht aan verzekerings- en leasemaatschappijen en fabrikanten van tachografen. In het kader hiervan heeft de ILT in Europees verband deelgenomen aan gesprekken met de twee grootste tachograaffabrikanten, VDO en Stoneridge. In deze gesprekken zijn de mogelijkheden van effectievere handhaving verkend.
Procesverstoring draait om verstorende acties die als doel hebben de activiteiten van manipulerende vervoerders te ontregelen. Een voorbeeld van een dergelijke actie is het voor een bepaalde tijd vastzetten van een voertuig met lading wanneer bij een inspectie tachograaffraude wordt geconstateerd. Ook kan er gedacht worden aan het openbaar maken van een lijst met (zware) overtreders. Het potentiële effect van dergelijke verstorende acties is groot, omdat het de samenwerking met manipulerende vervoerders voor opdrachtgevers minder aantrekkelijk maakt. Bovengenoemde voorbeelden worden op dit moment onderzocht op de (juridische) haalbaarheid.
Ook verken ik beleidsmatige en technische koppelkansen met andere wegvervoerdossiers, om zo de doeltreffendheid van controles te verbeteren. Een voorbeeld hiervan is het mogelijk koppelen van verkregen tachograafgegevens aan informatie over de positie van vrachtwagens (zoals informatie uit weeglussen). Verschillen tussen tachograafgegevens en overige informatiebronnen kunnen aanleiding vormen voor nader risicogericht onderzoek. Onderdeel van de verkenning vormen onder andere de technische en juridische haalbaarheid.
Handhaving op tachograaffraude beperkt zich niet tot de gebruikers van gemanipuleerde apparatuur, maar omvat ook de dienstverleners die dergelijke apparatuur aanbieden. Ik acht het daarom van belang dat ook deze dienstverleners worden aangepakt. Middels de eerdergenoemde Regeling tachografen is het nu mogelijk de monteurs aan te pakken die betrokken zijn bij de installatie van gemanipuleerde tachografen. Verder doet de Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van de ILT op dit moment strafrechtelijk onderzoek naar vermoedelijke Nederlandse dienstverleners van een internationale criminele organisatie. In het onderzoek heeft de Officier van Justitie een maatregel opgelegd die ervoor zorgt dat het bedrijf alle apparatuur vervangt en opnieuw kalibreert. Ook loopt er een Belgisch strafrechtelijk onderzoek naar softwaremanipulatie. De IOD wisselt daarover informatie uit met de Belgische autoriteit.
De Europese schaal van tachograaffraude maakt dat dit probleem ook op Europees niveau aandacht heeft. Ik zal mij op Europees niveau hard maken voor de aanpak ervan. Nederland is op verschillende manieren al actief betrokken bij een Europese aanpak van tachograaffraude. Het voorzitterschap van de ECR en TISPOL5 tachograaffraude werkgroep ligt in handen van Nederland en door deze werkgroep worden eerdergenoemde masterclasses georganiseerd en initiatieven genomen in de richting van de Europese Commissie.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga