Voorgesteld 17 oktober 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende de belangrijke economische, ecologische en militair-strategische kansen van een nieuw vliegveld in de Noordzee;
constaterende de in potentie grote oppervlakte die op termijn kan vrijvallen voor andere activiteiten, op de plaats waar nu Schiphol is gesitueerd;
constaterende dat een vliegveld op een nieuw aan te leggen eiland in de Noordzee ook interessante kansen kan bieden op het terrein van onder andere duurzame energie met nadruk op getijdenenergie, toerisme, militaire veiligheid en uiteraard ook de bescherming van de Nederlandse kust tegen storm en hoog water;
overwegende dat de technische, economische en geologische data die worden voortgebracht door een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek, een grote waarde vertegenwoordigen, afhankelijk van de verdere voortgang van het project;
overwegende dat er 300 miljard in Europese fondsen is blijven liggen en dat de Europese fondsen zeer geïnteresseerd zouden moeten zijn in cofinanciering van nieuwe investeringen op het gebied van infrastructuur, innovatie en waterbeheer;
overwegende dat de voorgaande twee overwegingen de uiteindelijke nettokosten van het onderzoek enorm zouden kunnen verlagen;
verzoekt de regering, een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar de mogelijkheden en de haalbaarheid van een nieuw vliegveld op een eiland in de Noordzee te starten, inclusief een optimale benutting van alle genoemde mogelijkheden op het gebied van duurzame energie, militaire veiligheid, toerisme alsmede een betere bescherming van de kust tegen hoog water;
verzoekt de regering tevens, bij de bekostiging van dit onderzoek in te zetten op de optimale benutting van subsidies en cofinancieringen van nationale en Europese instellingen en fondsen, om zo de kosten voor de Staat zo veel mogelijk te beperken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Brenk
Baudet