Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2020
Inleiding
Deze brief gaat in op mijn toezeggingen naar aanleiding van het algemeen overleg Personeel van 18 juni 2020. Ik heb toen, mede naar aanleiding van vragen van lid Karabulut (SP), toegezegd u nader te informeren over de opzet en de voortgang van het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s als gevolg van blootstelling aan chroom-6 op de defensielocaties anders dan de Prepositioned Organizational Materiel Storage (POMS)-locaties door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Daarnaast informeer ik uw Kamer in deze brief over de stand van zaken per 15 juni van het aantal ontvangen meldingen, aanvragen tegemoetkomingen en aanvragen uitkeringen en claims in relatie tot chroom-6. Tenslotte ga ik in op enkele overige zaken gerelateerd aan gevaarlijke stoffen en chroom-6.
Status van het onderzoek chroom-6 op andere locaties van Defensie (dan POMS)
In navolging van het onderzoek naar chroom-6 en hexamethyleen di-isocyanaat (HDI) uit Chemical Agent Resistant Coating (CARC) op de POMS-locaties bij Defensie, is een historisch onderzoek gestart gericht op het werken met chroom-6 op de andere locaties van Defensie. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de ervaring, kennis en resultaten uit het eerdere onderzoek op de POMS-locaties. Dit maakt een gerichtere aanpak mogelijk, die niet minder zorgvuldig is dan het POMS-onderzoek en waarbij voldoende rekening gehouden kan worden met de specifieke werkzaamheden en (arbeids)omstandigheden op de andere defensielocaties. Door te werken met een breed opengestelde online onderzoeksvragenlijst voor iedere (oud-)medewerker, gebaseerd op vergelijkbare vragen als die in het POMS-onderzoek werden gesteld, kan gericht informatie worden verzameld en sneller tot resultaten worden gekomen. De resultaten van het onderzoek dienen ertoe duidelijkheid te geven aan (oud-) medewerkers van Defensie over mogelijke blootstelling aan chroom-6 in hun werksituatie en de eventuele gezondheidsrisico’s die dat met zich meebracht. Tevens zullen de resultaten worden gebruikt om een inhoudelijke basis te bieden voor een eventuele uitbreiding van de Uitkeringsregeling chroom-6 Defensie voor niet-POMS-medewerkers.
Zoveel mogelijk huidige en oud-medewerkers is om informatie gevraagd. Hiertoe is een oproep gedaan om deel te nemen aan het onderzoek in nieuwsbrieven op de websites en door middel van een advertentie in alle regionale huis-aan-huisbladen. Ook hebben de Centrales voor Overheidspersoneel uitgebreid aandacht besteed aan dit onderzoek en ze hebben hun leden opgeroepen deel te nemen door de vragenlijst in te vullen. Daarnaast zijn enkele belangenbehartigers actief op de vragenlijst gewezen, met het verzoek hun cliënten hiervan in kennis te stellen. Medewerkers en oud-medewerkers van Defensie, werkzaam in de periode vanaf 1970 tot 2015, konden de onderzoeksvragenlijst van het RIVM via het Informatiepunt chroom-6 bij het Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) online invullen. De vragenlijst stond open vanaf 17 februari tot 5 juni 2020.
In de vragenlijst worden vragen gesteld over (1) functie (met omschrijving), onderdeel, locatie en periode, (2) type werkzaamheden met mogelijke blootstelling aan chroom-6 (incl. frequentie en duur), (3) werkomstandigheden (beschermende maatregelen tegen blootstelling) en (4) ziekten en aandoeningen. Ook was ruimte om aanvullende opmerkingen te maken of extra informatie te geven. Vooraf is getest of de vragenlijsten begrijpelijk en toegankelijk waren. De vragen zijn zoveel als mogelijk ingericht om eenvoudig en gebruiksvriendelijk te kunnen invullen. Als er vragen waren over het invullen van de vragenlijst, kon men hulp krijgen via Informatiepunt chroom-6.
De resultaten zijn in gepseudonimiseerde vorm begin juni 2020 door het CAOP overgedragen aan het RIVM. Momenteel werkt het RIVM aan de analyse van de onderzoeksgegevens. De Paritaire Commissie wordt op de reguliere wijze op de hoogte gehouden van de voortgang hiervan. Door de aanpak met een online vragenlijst is de doorlooptijd van het onderzoek niet beïnvloed door de maatregelen in de strijd tegen de verspreiding van het COVID-19 virus. Streven is om eind 2020 het onderzoek te hebben voltooid en de resultaten aan te kunnen bieden aan de Paritaire Commissie.
Meer dan 1500 respondenten hebben de vragenlijst ingevuld, voor één of meerdere functies. Er zijn gegevens aangeleverd voor meer dan 2700 functies, verdeeld over veel locaties.
Hierbij is de globale verdeling van de functies over de Defensieonderdelen als volgt:
– Koninklijke Luchtmacht (CLSK) 34%
– Koninklijke Landmacht (CLAS) 47%
– Koninklijke Marine (CZSK) 12%
– Defensie Materieel Organisatie (DMO) 6%
– Koninklijke Marechaussee (KMar) 1%
Op basis van de aantallen respondenten en de verdeling over de perioden, onderdelen en locaties, is het streven te komen tot een, met het POMS-onderzoek vergelijkbare, kwalitatieve uitspraak over de mate van blootstelling aan chroom-6 in het verleden bij Defensie en de gezondheidsrisico’s die dat met zich meebracht. Bij een eerste screening van de data door het RIVM is gebleken dat er voor veel functies waardevolle en bruikbare informatie is geleverd. Meer dan de helft van de respondenten gaf aan zelf werkzaamheden te hebben uitgevoerd waarbij men mogelijk werd blootgesteld aan chroom-6. Vooralsnog is het niet noodzakelijk om aanvullende gesprekken te voeren.
Meldingen, aanvragen uitkeringen, bezwaarschriften en claims (per 15 juni 2020)
In mijn brief van 28 februari jongstleden (Kamerstuk 35 300 X, nr. 60) heb ik uw Kamer geïnformeerd over het aantal registraties bij het CAOP, de stand van zaken in de uitvoering van de Coulanceregeling en Uitkeringsregeling en de behandeling van individuele claims. Het aantal registraties en aanvragen is ten opzichte van deze rapportage slechts beperkt gewijzigd; de eerder geconstateerde trend heeft zich de afgelopen periode sinds de voorgaande rapportage voortgezet. Onderstaand geef ik de belangrijkste aantallen.
Bij het CAOP zijn ongeveer 2900 personen geregistreerd. Ongeveer één derde hiervan zijn (oud-) medewerkers van de POMS-locaties.
Door 904 (oud-) medewerkers van Defensie is een beroep gedaan op de Coulanceregeling. Hiervan zijn 421 aanvragen toegekend. In totaal is ca € 2.9 miljoen netto aan tegemoetkomingen toegekend.
Door 320 (oud-)POMS-medewerkers en nabestaanden is een beroep gedaan op de Uitkeringsregeling. In totaal is 200 maal een uitkering toegekend waarbij in totaal ca. € 1.8 miljoen netto is betaald.
Het Dienstencentrum Juridische Dienstverlening heeft momenteel ongeveer 160 letselschadeclaims actief in behandeling waarvan bij 55 bekend is dat de medewerker op één van de POMS-locaties heeft gewerkt en deze (of de nabestaande) een uitkering heeft ontvangen op grond van de Uitkeringsregeling.
Overig over gevaarlijke stoffen en chroom-6
Zoals eerder gemeld in mijn brief van 28 februari 2020 (Kamerstuk 35 300 X, nr. 60) onderzoekt de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid als onderdeel van hun landelijk programma «Bedrijven met gevaarlijke stoffen» ook eenheden van Defensie en in het bijzonder de onderhoudsorganisaties in Leusden, Woensdrecht en Den Helder. In april jl. hebben herinspecties plaatsgevonden. Kleinere overtredingen zijn opgeheven of er zijn afspraken gemaakt over de aanpak. Aan het voldoen van de gestelde eisen door de inspectie voor met name de registratie en de risicobeoordelingen van de gevaarlijke stoffen wordt momenteel invulling gegeven. Dit sluit aan bij de betreffende maatregel voor alle eenheden in het plan van aanpak «Beheersing chroom-6 bij Defensie», waarbij Defensie zich eerst richt op de meest gevaarlijke stoffen. Door de maatregelen vanwege COVID-19 is het uitvoeren van de blootstellingsbeoordelingen echter vertraagd. Of dit invloed heeft op de voortgang van de maatregelen in het plan van aanpak wordt nauwlettend gevolgd. Hierover zal ik u nader informeren met de volgende periodieke voortgangsrapportage over het plan van aanpak, die net als de brieven van de Inspectie worden gepubliceerd op de website www.defensie.nl zoals eerder gemeld.
Op 24 april jl. is op de website www.defensie.nl een bericht gepubliceerd over een melding van vliegmotorenfabrikant Pratt & Whitney, net als andere meldingen over chroom-6 die op de website van Defensie worden geplaatst. De fabrikant van gasturbinemotoren voor de Nederlandse F-16»s gaf een wereldwijde waarschuwing uit over de aanwezigheid van een chroom-6-houdend residu op de motoren. Op dit moment is de verklaring hiervoor dat dit residu ontstaat tijdens de verbranding van bepaalde componenten bij hoge temperaturen. De situatie wordt nog verder onderzocht door Defensie in samenwerking met verschillende betrokken fabrikanten en kennisinstituten. Op grond van eerdere onderzoeken en aanvullende analyse ten aanzien van vergelijkbare situaties is niet te verwachten dat het personeel door dit residu extra risico loopt. De eerder stilgelegde werkzaamheden kunnen daarom, met inachtneming van de geldende veiligheidsmaatregelen, op verantwoorde wijze worden uitgevoerd.
De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser