Vastgesteld 12 maart 2020
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de brief van 21 januari 2020 inzake het jaarplan 2020 Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied (Kamerstuk 35 300 X, nr. 55).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 9 maart 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Aukje de Vries
De griffier van de commissie, De Lange
1
In hoeverre is de Kustwacht verantwoordelijk voor de naleving van de aan migranten toegekende mensenrechten en waar eindigt voor de Kustwacht deze verantwoordelijkheid? Bestaat er bijvoorbeeld een zorgplicht voor de Kustwacht om migranten die hebben aangegeven asiel te verzoeken ook daadwerkelijk in de gelegenheid te stellen een asielverzoek in te dienen bij de autoriteiten waaraan migranten worden overgedragen?
Staande gehouden migranten worden door de Kustwacht bij een van de drie steunpunten op Curaçao, Aruba en Sint Maarten ontscheept. Daar worden de migranten overgedragen aan de politieorganisatie van het desbetreffende Land. Het Land is vervolgens verantwoordelijk voor het vervolgproces.
2
Leveren de taken om mensen uit de Caribische wateren te redden enerzijds en het bestrijden van illegale migratie anderzijds een spanningsveld op? Is het, met andere woorden, denkbaar dat de Kustwacht keuzes moet maken tussen het redden van mensen en migratiebestrijding? Zo ja, hoe vaak is dat tot nu toe voorgekomen en welke instructies gelden daarvoor?
Nee. Wanneer de Kustwacht uitrukt voor een reddingsoperatie verkeren er mensen in nood of direct levensgevaar. Ieder noodgeval wordt door de Kustwacht gelijkwaardig behandeld. Vanuit internationale regelgeving is de Kustwacht verplicht om in zulke situaties in actie te komen. Bij reddingsacties is het voor de Kustwacht onmogelijk om voorafgaand aan de actie vast te stellen welke omstandigheden ertoe hebben geleid dat mensen in nood verkeren, of met welke intentie mensen op zee zijn gegaan. Geredde personen – onder wie zich ook migranten kunnen bevinden – worden bij een van de drie steunpunten op Curaçao, Aruba en Sint Maarten ontscheept. Daar worden de migranten overgedragen aan de politieorganisatie van het desbetreffende Land. Het Land is vervolgens verantwoordelijk voor het vervolgproces.
3
Is de Kustwacht verantwoordelijk voor het geven van informatie aan opgepikte migranten, met name waar het gaat om de procedures en rechten waarop zij aanspraak kunnen maken nadat zij zijn overgedragen aan Curaçao?
Nee. Staande gehouden migranten worden door de Kustwacht bij een van de drie steunpunten op Curaçao, Aruba en Sint Maarten ontscheept. Daar worden de migranten overgedragen aan de politieorganisatie van het desbetreffende Land. Het Land is vervolgens verantwoordelijk voor het vervolgproces.
4
Wat houdt de «Open Eyes» kustwachtoefening precies in?
Tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Venezuela bevinden zich aangrenzende verantwoordelijkheidsgebieden voor het coördineren van Search & Rescue (SAR). Open Eyes betreft een bilaterale Kustwachtoefening om deze SAR-coördinatie te beoefenen. Op werkniveau is de relatie met de Venezolaanse kustwacht goed. Men heeft interesse getoond voor een Open Eyes oefening in 2020. Het is de intentie van de Kustwacht om deze oefening in 2020 weer te organiseren, maar het is op dit moment echter nog niet duidelijk of de oefening ook daadwerkelijk gaat plaatsvinden.
5
Kunt u een overzicht geven van afgelopen en geplande «Open Eyes» kustwachtoefeningen met de Venezolaanse kustwacht?
Sinds 1997 bestaat er een bilaterale samenwerkingsovereenkomst met Venezuela op het gebied van Search & Rescue (SAR). In dat kader wordt jaarlijks een SAR-oefening gepland. De oefening heeft na 2010 plaatsgevonden in 2012, 2013, 2015 en 2017. In 2011, 2014, 2016, 2018 en 2019 stond de oefening wel op de planning, maar is deze vanuit Venezolaanse zijde afgezegd. Voor 2020 staat de oefening wederom op de planning. Het is op dit moment echter nog niet duidelijk of de oefening ook daadwerkelijk gaat plaatsvinden.
6
Kunt u een overzicht geven van de doelen van de oefeningen en middelen die bij afgelopen en geplande «Open Eyes» kustwachtoefeningen met de Venezolaanse kustwacht ingezet worden?
Voor het doel van de oefening zie het antwoord op vraag 4. Als de oefening in 2020 doorgaat is voorzien dat van beide Kustwachtorganisaties het Rescue Coordination Centre en een cutter aan de oefening deelnemen.
7
Kunt u aangeven op welke wijze mensenrechten bij afgelopen en geplande «Open Eyes» kustwachtoefeningen met de Venezolaanse kustwacht geborgd worden?
Het betreft hier een oefening en geen operatie. De oefening richt zich uitsluitend op de Search & Rescue (SAR) taak van de Kustwacht. Voor wat betreft de verantwoordelijkheid en taken van de Kustwacht bij operaties zie het antwoord op vragen 1, 2 en 3.
8
Wat is de werkwijze van de Kustwacht als mensen aangetroffen worden in a. territoriale wateren, b. economische zone en c. SAR zone?
Voor de Search & Rescue (SAR) taken is de Kustwacht 24/7 beschikbaar. Wanneer de Kustwacht uitrukt voor een reddingsoperatie verkeren er mensen in nood of direct levensgevaar. Ieder noodgeval wordt door de Kustwacht gelijkwaardig behandeld. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt in het type wateren waar het Koninkrijk een verantwoordelijkheid heeft. Vanuit internationale regelgeving is de Kustwacht verplicht om in zulke situaties in actie te komen. De Kustwacht coördineert vervolgens de reddingscapaciteit bij iedere melding, en met de varende en vliegende eenheden borgt de Kustwacht dat zo goed mogelijk gereageerd kan worden op maritieme noodsituaties.
9
Hoeveel mensen zijn in 2018 en 2019 door de Kustwacht onderschept? Kunt u een overzicht geven van aantallen per maand? Kunt u hierbij onderscheid maken per eiland?
Deze getallen staan opgenomen in de respectievelijke jaarverslagen van de Kustwacht. Het Jaarverslag 2019 moet nog worden goedgekeurd door de Rijksministerraad, waarna het aan de Kamer zal worden aangeboden.
In 2018 zijn er in totaal 238 illegalen onderschept: 44 door steunpunt Aruba, 186 door steunpunt Curaçao en 4 door het stationsschip Caribisch gebied (opererend onder commando van de Kustwacht). In 2019 zijn er in totaal 377 illegalen onderschept: 102 door steunpunt Aruba, 245 door steunpunt Curaçao, 18 door steunpunt Sint Maarten en 3 bij Bonaire. Onder illegalen worden personen verstaan die zich op illegale wijze toegang verschaffen tot de eilanden. Onder hen kunnen zich ook mensen bevinden die zich in het Koninkrijk willen vestigen.
10
Hoeveel meldingen van integriteitsschendingen waren er?
In 2019 zijn 67 meldingen van (vermoedelijke) integriteitsschendingen gedaan. Hiervan zijn er 46 afgehandeld. In acht gevallen is geconstateerd dat er geen integriteitsnorm is overschreden. Er zijn 21 meldingen nog niet afgehandeld, hiervan worden 3 meldingen als klacht behandeld.
11
Hoeveel meldingen van integriteitsschendingen zijn gedaan bij de externe vertrouwenspersoon?
In 2019 zijn er geen meldingen gedaan bij externe vertrouwenspersonen.
12
Hoe vaak is er sprake geweest van het plaatsen van operationele foto’s via smartphones op sociale media?
Exacte gegevens worden hier niet van bijgehouden.
13
Is er sprake van een verbod van het plaatsen van operationele foto’s op sociale media?
Nee. De Kustwacht werkt in 2020 aan een richtlijn voor de kustwachtmedewerkers omtrent het gebruik van smartphones tijdens operationele acties.
14
Wat staat er in de weg van de ontschotting van de databases? Is dat wetgeving? Zijn dat privacyoverwegingen?
Het betreft hier politie-informatie die wettelijk is gecompartimenteerd aangezien iedere opsporingsdienst een eigen grondslag kent om informatie in te winnen (doelbinding van de ingewonnen informatie).
15
Hoe verhouden Search and Rescue-activiteiten zich tot bestrijden van mensenhandel en mensensmokkel en illegale migratie op de eilanden? Heeft het een prioriteit boven het andere?
Zie het antwoord op vragen 1, 2 en 3.
16
Hoe ziet het minimum weerstandsniveau aan de grenzen eruit voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius?
In het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO) is in januari 2019 een baseline zee- en luchtgrenzen voor de versterking van de grensveiligheid in het Caribisch deel van het Koninkrijk vastgesteld. Ook is er een team aangesteld dat op basis van de aanbevelingen in 2020 een implementatieplan zal opleveren. Op dat moment wordt duidelijk hoe het minimum weerstandsniveau er in de praktijk uit komt te zien.
17
Als Nederland 69% van de totale kosten van de Kustwacht betaalt, waarom vult de Kustwacht dan de ketenpartners op Bonaire aan? Is het dan niet redelijker dat Bonaire, Saba en Sint Eustatius meer aandacht krijgen van de Kustwacht dan nu het geval is? Zo nee, waarom niet?
De Kustwacht is een Koninkrijksorganisatie. De prioriteiten en bezetting van de Kustwacht worden gezamenlijk door de Landen besproken en vastgesteld in het presidium van de Kustwachtcommissie, belast met de afstemming op hoofdlijnen van het beleid, het beheer en de middelen van de Kustwacht. Het staat eenieder vrij om daar voorstellen tot wijziging te doen. Dit is tot heden niet het geval geweest. De aanvulling voor Bonaire vanuit Steunpunt Curaçao betreft een gezamenlijk overeengekomen werkwijze. Zoals in het Jaarplan wordt beschreven zal de Kustwacht in het kader van de studie Formatie 2025 zoeken naar een structurele oplossing. Ook zal een botensteiger worden aangelegd die de Kustwacht in staat moet stellen vaker met een metal shark rond Bonaire te opereren.
18
Wat is de inhoud van het Memorandum of Understanding waaraan gerefereerd wordt op pagina 15?
Dit betreft het Memorandum of Understanding (MoU) getekend op 9 september 1997 tussen de ministers van Defensie van het Koninkrijk der Nederlanden en de republiek Venezuela omtrent gezamenlijke Search & Rescue (SAR) procedures, met als doel het bevorderen van de samenwerking en coördinatie op het gebied van maritieme en aeronautische SAR.
19
Hoe komt het dat de formatiebrief 2005 nog steeds niet is aangepast aan de huidige tijd, 15 jaar na dato? Welke problemen zijn hiervan de oorzaak?
Het uitblijven van een beslissing hieromtrent is jarenlang opgehouden door een patstelling met de vakbonden op Curaçao. Hierdoor kon de overheid op Curaçao de formatiebrief niet laten aanpassen. Inmiddels hebben de vakbonden op Curaçao ingestemd met de aanpassingen van de formatiebrief 2005 die begin 2013 zijn voorgesteld. Het is de verwachting dat vervolgens de overheid van Curaçao kan instemmen met de aanpassingen van de formatiebrief 2005. Hiermee wordt de weg vrijgemaakt om de formatie van de Kustwacht te actualiseren.
20
Waarom onderzoekt de Kustwacht de mogelijkheid tot het «tijdelijk gebruik van reservisten»? Waarom kunnen reservisten niet permanent een onderdeel zijn van de Kustwacht?
De Kustwacht beschikt permanent over de mogelijkheid om reservisten in te zetten. De Kustwacht streeft naar een volledige bezetting van de formatie, maar in tijden van krapte kunnen reservisten tijdelijk uitkomst bieden tot het moment dat er een vaste kracht is gevonden. In 2020 zijn er vijf functies geïdentificeerd waarbij gekeken wordt naar de tijdelijke inzet van reservisten.
21
Waarom kunnen er geen harde afspraken gemaakt worden voor de kleine groep aspiranten die de Opleiding Caribische Politie en Kustwacht (OCPK) moeten volgen?
Het is niet duidelijk wat hier precies met harde afspraken wordt bedoeld. Als het gaat om het structureel inbedden van de Kustwacht in de basis politieopleiding voor het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN) dan spelen meerdere factoren een rol. Zo heeft de Kustwacht geen officiële trekkingsrechten op deze opleiding en heeft de politieacademie geen structurele capaciteit die de Kustwacht zou kunnen inkopen. Daarnaast vereist de opleiding een stage op politiebureaus die zijn aangesloten bij de academie, terwijl deze politiebureaus op Bonaire en Sint Maarten niet voldoende capaciteit hebben om de stagiaires van de Kustwacht te begeleiden.
22
Waarom is er pas sprake van een «Formatie 2025»? Dat is dan 20 jaar na de formatiebrief 2005?
Zie het antwoord op vraag 19. De overheid van Curaçao zal naar verwachting in 2020 instemmen met de aanpassingen van de formatiebrief 2005. Als er in 2020/2021 kan worden aangevangen met het verwerven en bijscholen van Kustwachters, kan de Kustwacht eind 2024 op sterkte zijn om vanaf 2025 structureel invulling te geven aan 24/7 maritiem Intelligence Gestuurd Politieoptreden.
23
Is de Kustwacht niet aangesloten bij de ICT-ontwikkelingen vanuit het Justitie Vierpartijen Overleg (JVO)? Waarom wordt er gesproken over het «volgen en zoveel als mogelijk aansluiten met de beschikbare middelen»?
Recentelijk is in het Justitie Vierpartijen Overleg (JVO) besloten de Kustwacht als vast onderwerp te bespreken in het JVO. Sindsdien wordt de Kustwacht voor ieder overleg uitgenodigd en geïnformeerd over de te bespreken onderwerpen. Dit maakt het mogelijk voor de Kustwacht om in de toekomst beter aan te sluiten op innovaties binnen de gehele rechtshandhavingsketen, inclusief ICT-ontwikkelingen.
24
Als de vervanging van de cutters «afhankelijk is van de financiële bijdrage van de bij de kustwacht betrokken landen», zijn er problemen te verwachten ten aanzien van de financiële bijdrage van de betrokken landen? Welke landen zijn dat dan? Om hoeveel geld gaat het per land?
Ten tijde van het opstellen van het Jaarplan 2020 hadden nog niet alle Landen hun financiële bijdrage aan het Lange Termijn Plan (LTP) 2019–2028 toegezegd. Zoals echter in de aanbiedingsbrief bij het Jaarplan 2020 (Kamerstuk 35 300 X, nr. 55) is vermeld hebben Aruba en Sint Maarten toegezegd vanaf resp. 2022 en 2021 financiële middelen te begroten voor hun bijdrage aan het LTP. Curaçao heeft, anders dan in het Jaarplan wordt benoemd, recent het aanbod voor een «ingroeimodel» eveneens geaccepteerd. Daarmee zijn financieringsafspraken gemaakt voor alle investeringen zoals opgenomen in het LTP, inclusief de vervanging van de cutters. De financieringsafspraken met de Landen zullen worden uitgewerkt in bilaterale Bestuursakkoorden, waarna het LTP kan worden vastgesteld in de Rijksministerraad en aan uw Kamer kan worden aangeboden.
25
Wordt er gepatrouilleerd in internationale wateren? Welk rechtsregime geldt voor dergelijke SAR-activiteiten, waarbij samengewerkt wordt met Venezuela, Frankrijk, de Dominicaanse Republiek, Haïti, Jamaica en de Amerikaanse Kustwacht? Kan het, met andere woorden, gebeuren dat migranten die aangeven asiel te willen vragen worden overgedragen aan de Venezolaanse autoriteiten?
Op grond van het VN-verdrag inzake maritieme Search and Rescue (SAR) uit 1979 zijn de genoemde landen ieder verantwoordelijk voor coördinatie van Search & Rescue (SAR) in bepaalde delen van de Caribische Zee. Een reddingsactie kan voorts worden uitgevoerd met eigen middelen of met middelen van derden die op dat moment voorhanden zijn. De Kustwacht zal zelf geen personen overdragen aan Venezolaanse autoriteiten.
Daarnaast verplichten zowel het VN-verdrag inzake het recht van de zee (UNCLOS 1982) als het VN-verdrag inzake Safety of Life at Sea (SOLAS, 1974) alle schepen om andere schepen en/of mensen in nood op zee te assisteren. Zo komt het regelmatig voor dat een koopvaardijschip midden op de Caribische Zee (in het SAR-verantwoordelijkheidsgebied van het Koninkrijk der Nederlanden) door het Joint Rescue & Coordination Center van de Kustwacht wordt verzocht om hulp te verlenen aan een schip in nood. In een dergelijk geval voert de Kustwacht dus zelf geen reddingsactie uit, maar draagt de Kustwacht enkel een coördinatieverantwoordelijkheid. Het ontschepen van personen in de eerstvolgende veilige haven is vervolgens de verantwoordelijkheid van het koopvaardij schip in kwestie.