Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2019
In uw brief verzoekt u mij om een schriftelijke reactie over het lot van de Afghaanse tolk F. In algemene zin heb ik u in brief (met Kamerstuk 35 000 X, nr. 145) dd. 2 juli 2019 geïnformeerd over de werkwijze die de overheid volgt ten aanzien van tolken die voor Nederland hebben gewerkt.
De beslissing over de asielprocedure van de betreffende persoon ligt primair bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Ik verwijs u daarom naar de beantwoording van de Kamervragen (2019Z18331) die door Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en mij, worden ondertekend en binnenkort aan u worden aangeboden.
De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten