Voorgesteld 12 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat er ongeveer 3000 geïndiceerde topsporttalentleerlingen zijn die om diverse redenen, zoals reisafstand, gebrek aan beschikbaar onderwijsniveau of mindere onderwijskwaliteit op de topsporttalentschool, geen gebruik kunnen of willen maken van de faciliteiten die een topsporttalentschool kan bieden behorende bij de beleidsregel LOOT.
overwegende dat het niet uit moet maken waar je woont of welk schooladvies je hebt om een zo optimaal mogelijke combinatie onderwijs en topsport te kunnen doen,
van mening, dat elk geïndiceerd topsporttalent dezelfde kans moet kunnen krijgen om het beste uit zichzelf te kunnen halen,
tevens van mening dat een goede combinatie onderwijs en topsport voor een topsporttalent alleen mogelijk is op scholen waar de school zich committeert aan de benodigde ondersteuning en begeleiding.
verzoekt de regering, geïndiceerde toptalenten op reguliere scholen meer ondersteuning te bieden door de faciliteiten behorende bij de beleidsregel LOOT open te stellen voor die reguliere scholen waar individuele geïndiceerde topsporttalenten onder toezicht van de stichting LOOT samen met de betreffende bereidwillige school een contract kunnen afsluiten, waardoor zowel school als topsporttalent samen werken aan een zo optimaal mogelijke ondersteuning in de combinatie onderwijs en topsport.
verzoekt tevens de stichting LOOT te vragen om als expertisecentrum op te treden voor die scholen waar individuele geïndiceerde topsporttalenten een contract mee afsluiten.
en gaat over tot de orde van de dag.
Rudmer Heerema