Voorgesteld 7 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er sprake is van een alras toenemend lerarentekort;
constaterende dat er desondanks in 2018 in de sector p.o. ruim 4.200 leraren en in de sector vo bijna 1.300 leraren een bovenwettelijke werkloosheidsuitkering ontvangen;
voorts constaterende dat boven op de reguliere werkloosheidsuitkering de sociale partners uit de onderwijsbekostiging ruime bovenwettelijke vergoedingen zijn overeengekomen bij werkloosheid, met in 2018 een totale waarde van 134 miljoen euro in het p.o. en 45 miljoen euro in het vo;
overwegende dat er nu extra incidentele middelen voor onderwijs beschikbaar zijn gekomen en het belangrijk is dat dit geld zo veel mogelijk bij de leraar in de klas terechtkomt;
verzoekt de regering, concrete afspraken te maken met sociale partners over het significant versoberen van de bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen en alles in het werk te stellen om werkloze leraren weer aan het werk in de klas te helpen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Rog
Rudmer Heerema
Van Meenen
Bruins