Voorgesteld 7 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de studierenteverhoging is gestrand in de Eerste Kamer vanwege gebrek aan politieke steun;
constaterende dat ruim 100.000 mensen een petitie hebben ondertekend tegen de studierenteverhoging;
constaterende dat de 226 miljoen euro die deze maatregel vanaf 2026 moest opleveren in de begroting is opgenomen als een toekomstige onderwijsbezuiniging;
overwegende dat de opbrengsten van de studierenteverhoging niet voor het onderwijs waren bestemd, maar voor de algemene middelen;
spreekt uit dat het noodzakelijk is in de volgende regeerperiode deze toekomstige bezuiniging niet ten koste te laten gaan van de onderwijsbegroting,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld
Van den Berge