Voorgesteld 7 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het voor de toekomst van onze kinderen essentieel is dat er voldoende leerkrachten zijn;
constaterende dat het lerarentekort een zorgwekkende omvang heeft;
constaterende dat het kabinet op de korte termijn extra geld beschikbaar stelt;
overwegende dat dit een stap in de goede richting is, maar dat er voor de komende jaren nieuwe structurele investeringen nodig zijn omdat het lerarentekort een structureel probleem is;
spreekt uit om in de volgende regeringsperiode vervolgstappen te zetten om de loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs te dichten en voldoende extra middelen beschikbaar te stellen voor het bestrijden van de werkdruk in het funderend onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld
Van Meenen
Bisschop