Voorgesteld 7 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er ongeveer 3.000 geïndiceerde topsporttalentleerlingen zijn die om diverse redenen geen gebruik kunnen of willen maken van de faciliteiten die een topsporttalentschool kan bieden behorende bij de beleidsregel LOOT;
overwegende dat het niet uit moet maken waar je woont of welk schooladvies je hebt om een zo optimaal mogelijke combinatie onderwijs en topsport te kunnen doen;
van mening dat elk geïndiceerd topsporttalent dezelfde kans moet kunnen krijgen om het beste uit zichzelf te halen;
verzoekt de regering, de faciliteiten behorende bij de beleidsregel LOOT open te stellen voor die reguliere scholen waar individuele geïndiceerde topsporttalenten samen met de betreffende bereidwillige school onder toezicht van de stichting LOOT een contract kunnen afsluiten, waardoor zowel school als topsporttalent samenwerken aan een zo optimaal mogelijke ondersteuning in de combinatie onderwijs en topsport;
verzoekt de regering tevens, de stichting LOOT te vragen om als expertisecentrum op te treden voor die scholen waar individuele geïndiceerde topsporttalenten een contract mee afsluiten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Rudmer Heerema