Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2020
Het coronavirus heeft ook het Caribische deel van het Koninkrijk getroffen en dit heeft effecten op de eilanden. Er zijn stevige maatregelen van kracht. We beseffen dat de crisis ook op de eilanden op de kinderen, de docenten en alle betrokkenen bij de scholen en andere instellingen veel impact heeft. We volgen de situatie daar goed en zijn in overleg met de betrokken partijen om zo nodig aanvullende maatregelen te nemen en hen waar mogelijk te ondersteunen. In deze brief willen wij u informeren over de gevolgen van het coronavirus op de eilanden op de terreinen onderwijs, cultuur, media en wetenschap. Ook wordt kort ingegaan op een aantal sectoren die aan het onderwijs raken, zoals de kinderopvang en de jeugdzorg.
Wij zijn (stelsel-)verantwoordelijk voor het OCW-beleid in Bonaire, Saba en Sint Eustatius. In deze brief gaat het in de eerste plaats daarover. Curaçao, Aruba en Sint Maarten zijn verantwoordelijk voor hun eigen onderwijs, cultuur en wetenschap. In het kader van het Vierlandenoverleg Onderwijs en Cultuur houden wij ook over de actuele situatie met onze collega’s contact. Over en weer wordt informatie gedeeld over te nemen maatregelen binnen de eigen bevoegdheden. Waar nodig, worden de belangen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten door ons meegenomen. Hierna wordt steeds uitdrukkelijk aangegeven als het gestelde (ook) betrekking heeft op Curaçao, Aruba of Sint Maarten.
Onderwijs
Ook de scholen in de Caribische delen van het Koninkrijk ervaren de gevolgen van de maatregelen die moeten worden getroffen om het coronavirus het hoofd te bieden. Op alle zes de eilanden zijn de scholen gesloten door de lokale autoriteiten. De scholen proberen zo goed als mogelijk om toch door te gaan met het onderwijs.
Op Bonaire is gestart met noodopvang voor de kinderen van ouders in cruciale beroepen of vitale processen. Op Sint Eustatius en Saba wordt geïnventariseerd welke kinderen opgevangen moeten worden.
Voor het onderwijs in Caribisch Nederland wordt zoveel mogelijk de lijn gevolgd die wij in eerdere brieven uiteen hebben gezet voor Europees Nederland. Waar nodig en mogelijk worden oplossingen gezocht die beter passen bij de Caribische context. Wij staan hiertoe in nauw contact met de collega’s van OCW Caribisch Gebied op Bonaire en Sint Eustatius en via hen met de scholen aldaar om hen zoveel mogelijk te ondersteunen in deze tijd. Ook de PO-Raad en VO-raad ondersteunen de scholen hierbij, met name waar het gaat om leren op afstand.
Met de lokale autoriteiten wordt op basis van de vragen van de scholen gekeken waar specifieke ondersteuning nodig is. Het openbaar lichaam speelt op elk eiland een belangrijke rol in het bieden van ondersteuning aan kinderen, zeker kinderen in kwetsbare posities, in samenwerking met de scholen en de Expertisecentra Onderwijszorg. Ook Jeugdzorg en Gezinsvoogdij CN en in het verlengde daarvan de twee residentiële jeugdzorginstellingen op Bonaire zijn hierbij betrokken.
Afstandsonderwijs
Er zijn scholen die hun onderwijs digitaal aanbieden. Andere scholen kiezen er voor om het afstandsonderwijs op papier aan te bieden met (t)huiswerkpakketten die ouders of leerlingen op school kunnen ophalen. Op Bonaire wordt gebruik gemaakt van de (t)huiswerkpakketten die ook in Europees Nederland beschikbaar zijn. Voor Saba en Sint Eustatius wordt via contacten met experts, ook in Engelstalige landen, bezien welke Engelstalige (t)huiswerkpakketten de scholen daar zouden kunnen gebruiken.
Scholen geven aan dat zij hulp nodig hebben bij het goed uitvoeren van afstandsonderwijs. Er is behoefte aan informatie over bruikbare websites voor verdiepende stof, met name voor Nederlands (als vreemde taal), Wiskunde en Engels (voor de bovenwinden). Op alle drie eilanden zijn scholen op de hoogte van de websites lesopafstand.nl en ouders.lesopafstand.nl. Mochten ouders van de po-scholen op de Bovenwindse eilanden bepaalde informatie vertaald willen hebben van deze sites, dan beziet de PO-raad of zij dit kan regelen. Ook beschikken niet alle leerlingen thuis over een computer of internet en zijn niet alle leerlingen gewend om met een computer te werken. De schoolbesturen inventariseren welke extra ICT-middelen zij nodig hebben om het digitaal lesgeven mogelijk te maken.
Om thuisonderwijs/afstandsonderwijs meer structuur te geven, wordt ook gezocht naar regionaal geproduceerde onderwijsprogramma’s. Op Bonaire zou ook televisie voor sommige scholen een rol kunnen vervullen bij de verspreiding van huiswerk onder de schoolkinderen. Lokale televisieproviders en schoolbesturen zijn hierover met elkaar in gesprek. De providers geven de schoolbesturen ook voorlichting over de inzet van digitale voorzieningen.
Ondersteuning scholen
Het voorgaande laat zien dat de omschakeling naar afstandsonderwijs ook in Caribisch Nederland voortvarend ter hand genomen wordt, maar dat er eveneens nog de nodige obstakels moeten worden overwonnen. Daarbij willen we de scholen graag ondersteunen. Waar mogelijk staan wij de scholen bij om de continuïteit van het onderwijs zo goed mogelijk te borgen, onder meer door de handreikingen en servicedocumenten die wij ook in Europees Nederland hebben gedaan, beschikbaar te stellen. Er kan in Caribisch Nederland voorts ook gedacht worden aan het voorzien in de noodzakelijke behoefte aan laptops en tablets voor de leerlingen die hier nu nog geen beschikking over hebben, zoals dat in Europees Nederland door SIVON en andere organisaties heeft plaats gevonden. Uiteraard alleen voor zover dergelijke devices ook direct effectief kunnen worden gebruikt voor het afstandsonderwijs.
Voor deze en verdere ondersteuning hanteren wij als uitgangspunt hetzelfde beleid als in het Europees deel van Nederland. Dat betekent dat schoolbesturen in de eerste plaats gebruik mogen en moeten maken van de bekostigingsmiddelen die hun ter beschikking staan, met inbegrip van aangelegde reserves. In de tweede plaats dient daarna een beroep gedaan te worden op de Openbare lichamen voor verdere ondersteuning van alle betrokkenen. Indien ook dat onvoldoende soelaas biedt om de noodzakelijke maatregelen te treffen, zullen wij bezien op welke wijze wij in aanvulling daarop ondersteuning kunnen bieden.
Eindtoets Bonaire
Ook op Bonaire zal de eindtoets aan het einde van het primair onderwijs dit jaar geen doorgang vinden, aangezien dit dezelfde toets betreft als die in het Europees deel van Nederland zou worden afgenomen en de omstandigheden op Bonaire door de sluiting van de scholen inmiddels vergelijkbaar zijn. Voor meer informatie verwijzen wij naar de brief van 18 maart 20202.
Voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs
Voor de scholen voor voortgezet onderwijs in Caribisch Nederland die onderwijs verzorgen op grond van de WVO BES geldt dat er dit jaar geen centrale examens zullen worden afgenomen. In beginsel geldt hier hetzelfde beleid als in Europees Nederland waarbij diplomering op basis van de schoolexamens plaats zal hebben.
Ook voor de scholen voor voorgezet onderwijs in Curaçao, Aruba en Sint Maarten die met het Nederlandse voortgezet onderwijs vergelijkbaar onderwijs verzorgen, geldt dat zij geen gebruik kunnen maken van de Nederlandse centrale examens die zij regulier inzetten voor een deel van hun examinering. Met de overheden van Curaçao, Aruba en Sint Maarten wordt dan ook afgestemd hoe ook in het Caribisch deel van het Koninkrijk er voor gezorgd kan worden dat leerlingen hun diploma kunnen halen en kunnen instromen in het vervolgonderwijs van hun keuze. Met het oog op de gelijkstelling van de diploma’s van Curaçao, Aruba en Sint Maarten aan de Nederlandse equivalenten voor de instroom in het Nederlandse vervolgonderwijs wordt bezien hoe diplomering ook daar op basis van de schoolexamens plaats kan hebben. Voor meer informatie verwijzen wij naar de brief van 17 maart 20203.
Ook de Caribbean Examinations Council, een regionaal onderwijssamenwerkingsverband van de 20 Caricomlanden dat op Saba en Sint Eustatius en voor de meeste leerlingen op Sint Maarten de eindexamens levert, heeft een aangepast examineringproces aangekondigd en beziet de mogelijkheid van digitale afname van de examens. Met de Caribbean Examinations Council wordt nauw contact gehouden opdat ook deze leerlingen dit jaar examen kunnen doen en scholen de leerlingen goed kunnen voorbereiden.
Voor het middelbaar beroepsonderwijs geldt dat de examens zoveel mogelijk doorgang zullen vinden, waarbij de prioriteit ligt bij studenten die dit studiejaar hun diploma kunnen behalen. Er wordt op dit moment voor de gevallen waar dat nodig is gekeken naar alternatieven voor de examinering, bijvoorbeeld omdat de examinering op de leerwerkplek van de student niet door kan gaan.
Kwetsbare kinderen en jongeren
De zorg ligt niet uitsluitend bij de continuïteit van het leerproces, maar ook bij het monitoren van het welbevinden van de leerlingen, zeker in voor velen zware economische en wellicht moeilijke sociale omstandigheden van dit moment. Juist voor dat laatste probleem is het zaak dat de scholen contact houden met hun leerlingen. De scholen proberen dit zo goed mogelijk te doen, maar dat lost het gebrek aan structuur en begeleiding niet altijd op, zeker niet bij (kwetsbare) leerlingen die meer hulp nodig hebben.
Nu de leerlingen in Caribisch Nederland niet naar school gaan, moeten scholen, Expertisecentra Onderwijszorg en Openbare lichamen samen de kwetsbare kinderen in beeld houden en bereiken. De zorg bestaat ook in Caribisch Nederland dat leerlingen uit sociaaleconomisch zwakkere gezinnen minder meedoen aan afstandsonderwijs en daardoor een grotere leerachterstand kunnen oplopen. Voor de kwetsbare groepen wordt gepleit voor een apart programma op alle drie de eilanden om te kunnen voorzien in passende hulp en voorzieningen gedurende de crisisperiode. Net als in Europees Nederland staan wij er op dat schoolbesturen en Openbare lichamen hun verantwoordelijkheid nemen om ook in deze moeilijke omstandigheden er voor te zorgen dat elke leerling zo goed mogelijk onderwijs blijft krijgen. Voor de kwetsbare jongeren ligt daar in het bijzonder een taak om er voor te zorgen dat dit verwezenlijkt wordt. Wij benadrukken het belang van een aparte aanpak van deze groep jongeren. Hierin vervullen de Openbare lichamen uiteraard dé regierol. Wij zijn in gesprek met de Openbare lichamen en maken hierover indien nodig bestuurlijke afspraken.
Op alle drie de eilanden wordt een inventarisatie gemaakt welke kinderen tot de kwetsbare groepen behoren. De Expertisecentra Onderwijszorg en andere ketenpartners die met jeugdhulpverlening te maken hebben moeten hier nauw bij betrokken zijn. Als het beter is voor deze leerlingen, dan moeten zij opgevangen worden op school. Indien het niet lukt om leerlingen in beeld te houden, dan dient de leerplichtambtenaar in actie te komen. Voor meer informatie verwijzen wij naar de brief van 3 april 2020 die u onlangs van ons heeft ontvangen.
Voor kwetsbare jongeren in Caribisch Nederland is de school vaak een veilige haven, waar zij ook maaltijden aangeboden krijgen die zij thuis niet krijgen. Het zal niet voldoende zijn om enkel de ontbijtpakketten, die veel kinderen nu op school krijgen, te blijven verstrekken. Voor Bonaire geldt dat gezinnen die het financieel moeilijk hebben voor een intakegesprek naar de voedselbank kunnen. Het Openbaar lichaam Bonaire ondersteunt de Stichting Voeding op School die alternatieve manieren zoekt om voedingspakketten te verzorgen voor deze gezinnen.
Zoals is aangegeven in de brief van 25 maart jl.4 over de effecten van corona op de Caribische delen van het Koninkrijk worden vanuit het totaal beschikbare budget voor de noodmaatregelen extra middelen aan de Openbare lichamen beschikbaar gesteld om aanvullend vanuit het eilandelijk beleid een bijdrage te kunnen leveren aan de bestrijding van dergelijke sociale problematiek.
Kinderopvang
Ook voor kinderopvangorganisaties in Caribisch Nederland zijn de gevolgen van maatregelen die getroffen worden in het kader van het coronavirus groot. Daar waar relevant, is hier in een separate brief van 3 april aan uw Kamer over de voortgang van het programma BES(t) 4 kids aandacht aan besteed (Kamerstuk 32 322, nr. 411). Herhaald zij hier dat kinderopvangorganisaties in Caribisch Nederland, als zij aan de voorwaarden voldoen, een beroep kunnen doen op de algemene maatregelen die recentelijk zijn aangekondigd in de eerdergenoemde brief van 25 maart jl.
In het programma BES(t) 4 kids zullen de Openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de departementen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gezamenlijk bezien hoe knelpunten als gevolg van maatregelen in het kader van het coronavirus weggenomen kunnen worden. Ook worden de gevolgen van het coronavirus voor de voortgang van het programma in kaart gebracht.
Terugkeer studenten/stagiairs/staf naar Europees Nederland
In het Caribisch deel van het Koninkrijk verblijven permanent enkele honderden studenten, stagiairs en stafleden van Nederlandse instellingen voor beroeps- en hoger onderwijs. OCW heeft samen met de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten, de Rijksdienst Caribisch Nederland, de overheden van de zes eilanden en Nederlandse onderwijsinstellingen en hun koepels bevorderd dat allen die dat wilden in de afgelopen weken naar Europees Nederland hebben kunnen terugkeren. De inzet van bureau Wereldstage op Curaçao was voor de logistieke afhandeling hiervan onmisbaar.
Voorzorgsmaatregelen hoger onderwijs
In lijn met het beleid van de overheden op Curaçao en Bonaire heeft de University of Curaçao (UoC) voorzorgsmaatregelen getroffen in verband met het coronavirus. De vestigingen van de UoC op Curaçao en Bonaire («Lerarenopleiding Funderend Onderwijs Bonaire») zijn gesloten voor haar studenten en derden. Het personeel van de UoC werkt op afstand. De continuïteit van het onderwijsleerproces wordt zo veel als mogelijk geborgd. De UoC gaat na hoe de examens en practica die normaal niet online worden afgenomen, toch op afstand afgenomen kunnen worden, mocht deze bijzondere situatie zich in de komende maanden voortzetten. Samenwerking met en hulp van partners in het Koninkrijk is hierbij gewenst. De samenwerking in het Vierlandenoverleg Onderwijs en Cultuur, met name die rond de afspraken over Opleiden in de school, wordt hiervoor benut.
Ook de hoger onderwijsinstellingen op Aruba en Sint Maarten, zoals het Instituto Pedagogico Arubano (IPA), University of Aruba (UA), University of St. Martin (USM), hebben voorzorgsmaatregelen (zoals onder andere afstandsonderwijs) getroffen en zijn gesloten.
Studiefinanciering
DUO helpt debiteuren met een studieschuld op grond van de Wet studiefinanciering 2000 in het Caribisch deel van het Koninkrijk om te voorkomen dat ze in financiële problemen komen door de coronamaatregelen. Debiteuren op alle zes de eilanden die hun studieschuld niet kunnen afbetalen kunnen draagkrachtmeting aanvragen. De draagkrachtmeting is gebaseerd op het inkomensjaar 2018, maar als het jaarinkomen van de debiteur en zijn of haar eventuele partner in 2020 sterk daalt (meer dan 15% ten opzichte van het inkomensjaar 2018), kan hij of zij DUO vragen om uit te gaan van het verwachte geschatte inkomen in 2020. Ook kan gebruik worden gemaakt van de aflossingsvrije periode, die maximaal vijf jaar duurt. Tijdens de aflosvrije periode hoeven ze hun studieschuld niet af te lossen.
Debiteuren die al gebruik maken van deze mogelijkheden en alsnog in de problemen dreigen te komen, kunnen contact opnemen met DUO. DUO zoekt dan samen met hen naar een oplossing.
DUO zou dit voorjaar weer aanwezig zijn op Curaçao, Aruba en Bonaire om in gesprekken met debiteuren met betalingsproblemen een oplossing voor de problemen te vinden. Deze gesprekken worden verschoven naar later dit jaar.
Voor studenten uit Caribisch Nederland die in de eigen regio studeren bestaat een ander studiefinancieringsstelsel op grond van de Wet studiefinanciering BES. Ze kunnen de maximale lening aanvragen. Ook onder dit stelsel kunnen debiteuren gebruik maken van de mogelijkheid om de aflossingsvrije periode, die maximaal vijf jaar duurt, in te zetten. Debiteuren die hun aflosvrije periodes reeds verbruikt hebben en in de problemen dreigen te komen met de aflossing van hun studieschuld, kunnen contact opnemen met RCN-Studiefinanciering. RCN-Studiefinanciering zoekt dan samen met hen naar een oplossing en betracht maximale coulance.
Cultuur
De Openbare lichamen inventariseren wat de huidige crisis voor de kunst- en cultuursector in Caribisch Nederland betekent. Met de Openbare lichamen wordt besproken welke maatregelen door hen kunnen worden genomen, mede in het licht van de algemene maatregelen die het kabinet getroffen heeft voor Caribisch Nederland (zie de al genoemde brief van het kabinet van 25 maart jl.). Wij zullen bezien waar er aansluiting mogelijk is op de in Europees Nederland specifiek voor de cultuursector getroffen maatregelen (zie de brief van 27 maart jl.5) of waar een specifieke benadering voor Caribisch Nederland noodzakelijk is. Dit geldt ook voor het onderzoek of en welke maatregelen eventueel additioneel nodig zijn op zowel de korte als de (middel)lange termijn.
Coulancemaatregelen rijkscultuurfondsen
Een aantal instellingen in het Caribisch deel van het Koninkrijk Nederland heeft een projectsubsidie lopen bij een van de zes rijkscultuurfondsen. De coulancemaatregelen die deze fondsen hanteren (zie de brief van 27 maart jl.) zijn ook op hen van toepassing.
Bibliotheken en musea
De bibliotheken op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn gesloten voor het publiek. Het digitale aanbod e-books en luisterboeken blijft voor de inwoners van Caribisch Nederland toegankelijk en die collectie wordt de komende tijd uitgebreid.
De Koninklijke Bibliotheek (KB) zal de bibliotheken op Curaçao, Aruba en Sint Maarten versneld aansluiten op de digitale bibliotheek.
Ook in Caribisch Nederland hebben de musea te maken met een terugloop van bezoekers. Een aantal musea heeft zich al gemeld bij de Openbare lichamen om te bespreken welke maatregelen nodig zijn.
Media
Wij achten het van belang dat ook in uitzonderlijke omstandigheden als de onderhavige de media hun werk zo goed mogelijk kunnen doen.
Het is immers juist in een moeilijke periode als deze van belang dat burgers goed geïnformeerd worden over ontwikkelingen in hun omgeving. De (lokale) media spelen een belangrijke rol in het informeren van de inwoners over de ontwikkelingen rondom COVID-19. Naast radio, televisie en kranten, wordt ook gebruik gemaakt van online media – zoals Facebook, e-mail en websites – om informatie te verspreiden.
Wetenschap
Op dit moment loopt er vanuit de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een call for proposals voor het opzetten en duurzaam verankeren van twee onderzoeksprogramma’s in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Na een voorselectie op basis van vooraanmeldingen werden de zeven meest kansrijke kandidaten uitgenodigd om uiterlijk 16 april a.s. een uitgewerkte aanvraag in te dienen. Bij deze call is de vorming van brede consortia van essentieel belang. Door de huidige situatie is dit proces verstoord geraakt en kan de genoemde deadline niet gehaald worden. NWO is op dit moment bezig om voor deze call – net als voor veel andere subsidieprogramma’s- nader te bepalen hoe het aanvraagproces tijdens de Corona-crisis het beste kan worden afgerond.
Ook het lopend onderzoek op de Caribische Eilanden ondervindt veel hinder van de Corona-crisis en zal later dan in eerste instantie verwacht klaar zijn. Andere aspecten van het NWO programma Caribisch Onderzoek zoals de ontwikkeling van een kennisagenda op basis van de online enquête die vorige zomer op de zes eilanden gehouden werd, kan redelijk ongehinderd doorgaan.
Het Caribbean Netherlands Science Institute (CNSI) op Sint Eustatius is vooralsnog open. Er verblijven nog vier studenten die hun stage doen op het CNSI. Zij die naar huis moesten of wilden, zijn naar het Europees deel van Nederland teruggekeerd.
Tot slot
We beseffen dat de crisis ook op de eilanden op de kinderen, de scholen en andere instellingen veel impact heeft. We blijven de situatie daar goed volgen en zullen in overleg blijven met de betrokken partijen om zo nodig aanvullende maatregelen te nemen en hen waar mogelijk te ondersteunen. Wij vertrouwen op de medewerking van alle betrokkenen om samen tot passende oplossingen te kunnen komen en hebben grote waardering voor de extra inzet die velen in deze moeilijke tijden leveren.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob