Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 2 december 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de overheid projecten financiert die gericht zijn op preventie en voorlichting over genitale verminking;
voorts constaterende dat deugdelijke cijfers ontbreken, omdat er vrijwel geen registratie is van (verdenking van) genitale verminking;
overwegende dat een verklaring kan zijn de weerzin van professionals om «verdachte gevallen» te melden;
van mening dat het uitbannen van genitale verminking gebaat is bij het melden van verdenkingen bij politie of bij Veilig Thuis, zodat de preventie nog effectiever kan worden;
verzoekt de regering te onderzoeken wat nodig is om het aantal meldingen van verdenkingen van genitale verminking te verhogen en daarbij de mogelijkheid van een meldplicht te betrekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Jasper van Dijk
Becker