Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 18 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in andere landen voortvarend vorm wordt gegeven aan de implementatie van de nieuwe Europese Richtlijn audiovisuele mediadiensten;
constaterende dat het kabinet vooralsnog kiest voor een minimumimplementatie van deze richtlijn;
overwegende dat het van belang is dat de Nederlandse overheid het stimuleringsklimaat ijkt aan dat van andere Europese landen;
verzoekt de regering, om bij de implementatie van de Europese richtlijn expliciet ook een percentage van 10% recent geproduceerde Nederlandse of Friestalige producties op te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Asscher
Belhaj
Ellemeet
Kwint