Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 29 januari 2020.
De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 10 maart 2020.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 11 maart 2020 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Bij de termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2020
Met deze brief leg ik u het ontwerp van de Subsidieregeling Professionaliseringsfonds burgemeesters 2020–2024 voor1. In de ontwerpregeling en de bijbehorende toelichting is opgenomen welk doel de subsidieregeling dient. Samengevat komt dit erop neer dat middelen beschikbaar worden gesteld om burgemeesters te ondersteunen bij de uitoefening van hun ambt.
Dat dit ontwerp aan uw Kamer wordt voorgelegd houdt verband met artikel 4.10, zesde lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Uit deze bepaling volgt dat wanneer activiteiten die worden gesubsidieerd en de criteria waaronder die subsidiering plaatsvindt in belangrijke mate hetzelfde zijn als de oude regeling, de regeling niet eerder wordt vastgesteld dan 30 dagen nadat uw Kamer over het ontwerp is geïnformeerd. De voorliggende subsidieregeling betreft een verlenging van de subsidieregeling die per 1 januari 2020 is vervallen. Voor zover wijzigingen hebben plaatsgevonden is dit in de toelichting vermeld.
Het bedrag waarvoor subsidie kan worden verleend is gelijk aan het bedrag dat de begroting daaromtrent vermeldt. Een evaluatieverslag naar de effecten van de subsidieregeling in de afgelopen periode, wordt uiterlijk 1 april 2020 gepubliceerd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops