Voorgesteld 21 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet heeft besloten om de taser toe te voegen aan de uitrusting van de politie;
overwegende dat het gebruik van de taser gevaarlijk kan zijn, omdat gebruik gemaakt wordt van een elektrische bedrading die in het lichaam wordt geschoten, die schroeiwonden veroorzaakt en alleen verwijderd mag worden door een medisch deskundige;
overwegende dat de taser onvoldoende is getest, alleen op gezonde personen en in een gecontroleerde omgeving;
overwegende dat het testen van de taser in bepaalde regio's onduidelijke resultaten heeft gegeven, waarbij niet duidelijk is of het geweld tegen politieagenten wel of niet is gedaald;
verzoekt de Minister, meer onderzoek naar de gezondheidsrisico's van de taser te laten uitvoeren alvorens over te gaan tot het invoeren als onderdeel van de standaarduitrusting van politieagenten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Azarkan
Van Kooten-Arissen