Voorgesteld 21 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de IND in 2020 en 2021 naar schatting respectievelijk 17 en 16 miljoen moet uitkeren aan asielzoekers omdat niet voldaan wordt aan wettelijke beslistermijnen;
van mening dat fluctuaties in de asielinstroom de werkzaamheden van de IND een bijzonder karakter geven in vergelijking met andere overheidsdiensten;
overwegende dat de Wet dwangsom tot oktober 2012 daarom niet gold voor de werkzaamheden van de IND;
overwegende dat voor zover bekend in geen enkele EU-lidstaat een dwangsomregeling voor asielzoekers bestaat;
verzoekt de regering, om voor het voorjaarsreces 2020 in kaart te brengen hoe de huidige uitwerking van de Wet dwangsom voor de IND kan worden gerationaliseerd, en daarbij onder andere te kijken naar het verlagen van de bedragen van de dwangsommen, het terugdringen van stapeling van bedragen, het uitzonderen van alle beschikkingen van de IND van de Wet dwangsom en het voorkomen van misbruik van de dwangsomregeling,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Staaij
Becker
Van Toorenburg
Krol