Voorgesteld 21 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat een redelijke vergoeding voor sociaal advocaten belangrijk is voor het waarborgen van rechtshulp en dat dit fundamenteel is in onze rechtsstaat;
constaterende dat in 2017 de commissie-Van der Meer concludeerde dat de vergoedingen voor het verlenen van rechtsbijstand door rechtsbijstandsverleners uit de pas lopen met de werkelijkheid en dat volgens het door de commissie geschetste scenario 1 jaarlijks 154 miljoen euro nodig is om deze situatie te herstellen;
overwegende dat de extra 36,5 miljoen voor de jaren 2020 en 2021 geen duurzame oplossing is voor de rechtsbijstandsverleners;
verzoekt de regering, dit scenario 1 van de commissie-Van der Meer als uitgangspunt te omarmen en zo snel als redelijkerwijs mogelijk is toe te werken naar een redelijke vergoeding en juiste puntentoekenning van sociaal advocaten, te beginnen met het familierecht,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen
Kuiken
Krol
Wassenberg
Azarkan
Van den Berge
Van Kooten-Arissen