Voorgesteld 21 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft besloten dat producten uit Judea en Samaria niet meer het etiket mogen voeren «made in Israël»;
overwegende dat dit besluit in alle EU-landen, zo ook in Nederland geldt;
overwegende dat de Joodse staat Israël, Judea en Samaria niet heeft bezet maar juist heeft bevrijd;
overwegende dat Judea en Samaria een integraal onderdeel van de Joodse staat Israël zijn en dat derhalve producten uit die gebieden wel degelijk «made in Israël» zijn;
verzoekt de regering, deze uitspraak van het antisemitische Hof van Justitie van de Europese Unie naast zich neer te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Markuszower
Wilders