Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2020
Op 22 juni jl. heb ik u per brief (Kamerstuk 28 844, nr. 215) geïnformeerd dat de Inspectie JenV fysiek op afstand van het Ministerie van Justitie en Veiligheid gehuisvest zou worden. Met deze brief informeer ik u dat samen met de Inspectie JenV, de Directie Huisvesting en Facilities van mijn ministerie en het Rijksvastgoedbedrijf een locatie gevonden is.
De Inspectie JenV wordt gehuisvest aan het Lange Voorhout 7 in Den Haag. Zij huist op deze rijkskantoorlocatie in samen met de Autoriteit Persoonsgegevens. Over de herhuisvesting van de Autoriteit Persoonsgegevens bent u eerder door mijn collega de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties drs. R.W. Knops geïnformeerd in reactie op schriftelijke vragen (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3305). Zoals daarin ook aangegeven loopt er op dit moment een aan uw Kamer toegezegd extern onderzoek naar het in evenwicht brengen van de taken en middelen van de AP (Kamerstuk 32 761, nr. 149, d.d. 16 september 2019). De uitkomsten van het onderzoek zullen op passende wijze worden meegenomen.
Uitgangspunt voor de huisvesting van zowel AP als de Inspectie JenV zijn de kaders van het rijkskantoorstelsel, waarbij gestreefd wordt beide organisaties in het voorjaar van 2021 te verhuizen.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus