Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2020
Met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) is mij gevraagd om de zogeheten Argentijnse rechtshulpverzoeken in de zaak Julio Poch, waar in een reeks Kamerbrieven naar is verwezen, openbaar te maken. Ook is gevraagd om bepaalde correspondentie over deze rechtshulpverzoeken openbaar te maken, en adviezen aan de Minister van Justitie en Veiligheid inzake het dossier Poch.
In aanvulling op mijn brief d.d. 11 juli 20191 informeer ik u dat ik een besluit heb genomen op delen van het verzoek waar ik nog niet eerder op had beslist (zie bijlage)2. Het besluit is ook te vinden op rijksoverheid.nl.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus