Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2020
Mede namens de Minister van Defensie informeer ik u hierbij over een tijdelijke uitbreiding van de capaciteit op de Forward Operating Location (FOL) faciliteit in Curaçao.
Op grond van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten inzake samenwerking op het gebied van drugsbestrijding vanuit de lucht (FOL-verdrag, 2000) maken Amerikaanse vliegtuigen gebruik van de zogenaamde «forward operating location» op de luchthaven van Curaçao. Het verdrag geeft toestemming voor het uitvoeren van vluchten ten behoeve van surveillance, monitoring en het opsporen van drugstransporten. De vluchten worden onbewapend uitgevoerd.
Het Koninkrijk is gebaat bij de Amerikaanse luchtverkenningen op grond waarvan drugstransporten kunnen worden opgespoord en onderschept. Dat laatste gebeurt in een groot aantal gevallen in samenwerking met de Koninklijke Marine en de Kustwacht Caribisch gebied.
Bestrijding van de drugsproblematiek in de Caribische regio is van mondiaal belang. Dit is eveneens het geval binnen Europees verband, waarbij het principe van gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt onderschreven en daaraan ook daadwerkelijk door het Koninkrijk uitvoering wordt gegeven.
De reden voor de tijdelijke uitbreiding van de capaciteit is een door de VS waargenomen aanzienlijke toegenomen drugssmokkel via de Caribische route richting de Verenigde Staten. Er zullen vier vliegtuigen worden geplaatst samen met ongeveer 150 bemannings- en onderhoudspersoneel, verspreid over een paar maanden.
Hoewel conform het verdrag de VS vooraf geen toestemming hoeven te vragen voor deze of andere uitbreidingen is het in dit geval wel gebeurd vanwege de COVID-19 maatregelen die Curaçao heeft genomen de afgelopen maanden.
Met de regering van Curaçao zijn onder meer afspraken gemaakt over het in quarantaine gaan van de bemanning bij binnenkomst.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok