Voorgesteld 30 juni 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Raad voor de rechtshandhaving en de Voortgangscommissie Sint Maarten bij herhaling rapporteren dat gevangenis Pointe Blanche op Sint-Maarten zowel qua humane detentie als qua werkplek volledig ongeschikt is en niet voldoet aan internationaal gestelde wet- en regelgeving;
constaterende dat de Voortgangscommissie Sint Maarten stelt dat het Ministerie van Justitie op Sint-Maarten geen regie heeft op het gevangeniswezen, hiervoor geen capaciteit heeft en zonder hulp van buiten niet in staat is om de detentieproblematiek op te lossen;
overwegende dat overeenkomstig artikel 43, lid 2 van het Statuut het waarborgen van fundamentele menselijke rechten en vrijheden en de rechtszekerheid een aangelegenheid van het Koninkrijk is;
verzoekt de regering, te realiseren dat – op kosten van het land Sint-Maarten – de uitvoering van het gevangeniswezen op Sint-Maarten voor een periode van vijf jaren geheel wordt overgenomen door de Rijksministerraad,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Dam
Bosman
Diertens