Voorgesteld 10 oktober 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten geregeld en bij voortduring sprake is van ernstige inbreuken op de rechtsorde, veelvuldig gepleegd door leidende mensen uit politiek, bestuur en (financieel) bedrijfsleven;
overwegende dat de betrokken landen bestaan uit relatief kleine gemeenschappen waarin het buitengemeen moeilijk is om met voldoende distantie politiek en bestuurlijk leiding te geven aan een goed functionerende handhaving van de rechtsorde;
spreekt uit dat handhaving van de rechtsorde een taak van het Koninkrijk behoort te zijn met het oog op het goed kunnen functioneren van de afzonderlijke landen en het Koninkrijk als geheel,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Dam