Voorgesteld 16 oktober 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat op 5 mei 2020 wordt gevierd dat het 75 jaar geleden is dat Nederland werd bevrijd;
overwegende dat het de bevoegdheid van werkgevers en werknemers is om afspraken te maken over het toekennen van vrije dagen;
overwegende dat het kabinet eerder heeft aangegeven het wenselijk te vinden dat 5 mei voor mensen een vrije dag zou moeten zijn;
van mening dat het wenselijk is dat zo veel mogelijk mensen in Nederland op 5 mei Bevrijdingsdag kunnen vieren;
verzoekt de regering, te bezien op welke wijze de oproep aan sociale partners om 5 mei voor zo veel mogelijk mensen een vrije dag te laten zijn extra betekenis en gewicht kan worden gegeven en na te gaan hoe die oproep wordt opgevolgd, en de Kamer hierover vóór eind april 2020 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van ’t Wout
Sneller
Segers
Van der Molen
Kuiken
Van Raak
Özütok
Van der Staaij
Martin Bosma
Wassenberg