Kamerstuk 35300-A-36

Motie van het lid Amhaouch c.s. over een intercity Amsterdam-Aken na de huidige concessieperiode

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020


86,7 %
13,3 %

VVD

CDA

Van Kooten-Arissen

FVD

PvdD

PvdA

DENK

GL

CU

SGP

50PLUS

Van Haga

D66

SP

PVV


Nr. 36 MOTIE VAN HET LID AMHAOUCH C.S.

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 25 november 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sinds 2003 talloze positieve besluiten zijn genomen door de Nederlandse en Duitse regering over de intercity Amsterdam-Heerlen-Aken;

constaterende dat er meer dan 100 miljoen is geïnvesteerd in het gereedmaken van het spoor door Nederland en Duitsland, en Aken een Europees hsl-knooppunt is;

overwegende dat grensoverschrijdend vervoer via spoor zowel economische als duurzame kansen biedt, bijvoorbeeld door als concurrerend alternatief te fungeren voor de luchtvaart op de korte afstanden;

spreekt uit dat de Kamer een positieve grondhouding en de wil heeft om in de periode na de huidige concessie een intercity Amsterdam-Utrecht-Eindhoven-Heerlen-Aken te laten rijden;

verzoekt de regering, om de Kamer tijdig voor de definitieve besluitvorming over de spoorordening te informeren over alle benodigde stappen en bijbehorende randvoorwaarden om in de periode na de huidige concessie een intercity Amsterdam-Utrecht-Eindhoven-Heerlen-Aken te kunnen laten rijden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Amhaouch

Laçin

Ziengs

Schonis

Van der Graaf

Kröger

Moorlag

Stoffer

Van Esch